Samenvatting
Samenvatting Onderzoeksvaardigheden in de praktijk I
Samenvatting onderzoeksvaardigheden in de praktijk (1). Opleiding Toegepaste Psychologie
[Meer zien]Voorbeeld 3 van de 10 pagina's
In winkelwagenEnkele voorbeelden uit deze set oefenvragen
1.
“Het Jan Bommerhuis (JBH) is een locatie van de Hogeschool van Amsterdam gevestigd aan de Wibautstraat. Het probleem waar deze locatie mee kampt, is de hoeveelheid rommel die door het hele gebouw ligt en het aanzicht verstoort. De peuken voor het gebouw, de aula waar de prullenbakken onvoldoende benut worden en de trappen waar ook rommel op blijft liggen. De studenten gaan niet duurzaam om met het JBH en dat is zonde. Zowel de studenten als de docenten laten hun rommel te gemakkelijk achter op plekken waar deze niet voor bedoeld zijn. Door het gebouw staan voldoende prullenbakken om je afval in te deponeren, maar dit zorgt niet voor het optimale effect: een zorgzame omgang met de (leer)omgeving. Uit het probleem komt duidelijk naar voren dat het gaat om gedragingen die de gebruikers van het JBH vertonen, namelijk het veroorzaken van rommel. (A) 1) In bovenstaande probleemstelling staat een zin die wordt afgesloten met (A). Die zin probeert te beargumenteren dat het hier gaat om een: a. Toegepast probleem b. Beïnvloedbaar probleem c. Concreet probleem d. Sociaal-psychologisch probleem
Antwoord: Antwoord c --> Concreet probleem
2.
"(…) Over waarom mensen bepaald gedrag vertonen en hoe gedrag kan worden veranderd zijn verschillende theorieën gemaakt. Een van deze theorieën is de theorie van gepland gedrag (Ajzen & Fishbein, 1975). Dit model stelt dat gedrag afhangt van drie factoren. Ten eerste, de attitude van iemand ten opzichte van een bepaalde gedraging, ten tweede de sociale norm die wordt gevoeld en ten derde, de ervaren barrières die samen gaan met het gedrag (Pietersma, Buunk, Van der Werff & Van Den Bergh, 2004). Bij deze theorie wordt er vanuit gegaan dat mensen zo bewust hun gedrag bepalen op basis van de drie genoemde factoren. Wil men dus menselijk gedrag veranderen dan moeten de drie factoren zo gunstig mogelijk worden gemaakt bij de gewenste gedraging. Deze theorie zou in het onderzoek kunnen worden gebruikt om het concrete gedrag (rommel maken) van de gebruikers van het JBH, te kunnen verklaren en eventueel te kunnen beïnvloeden. (B)” 2) In bovenstaande probleemstelling staat een alinea die wordt afgesloten met (B). Beoordeel nu de volgende stellingen over deze alinea: Stelling I: De hier beschreven theorie van gepland gedrag (Ajzen & Fishbein, 1975) verklaart wat de oorzaak van het probleem is; Stelling II: In de probleemstelling beschrijft men nog niet uitgebreid een wetenschappelijke theorie die een verklaring voor het probleem moet geven; a. Stelling I is juist, Stelling II is onjuist b. Stelling I is juist, Stelling II is juist c. Stelling I is onjuist, Stelling II is onjuist d. Stelling I is onjuist, Stelling II is juist
Antwoord: Antwoord D --> Stelling I is onjuist en Stelling II is juist
3.
Welke 4 stappen zet je om tot een goede interventie te komen?
Antwoord: 1. Het formuleren van een probleemstelling 2. Het zoeken naar verklaringen 3. Het maken van een procesmodel 4. Het bedenken van interventies
4.
Probleemstelling
Antwoord: Het is een heldere omschrijving van wat het precieze probleem is, hoe er iets aan kan worden gedaan en wat de achtergrond van het probleem is. Belangrijke termijn zijn hierbij affectieve reacties, houdingen (attitudes) en concrete gedragingen
5.
6W- formule (Nel Verhoeven)
Antwoord: 1. Wat is het probleem? 2. Wie heeft het probleem? 3. Wanneer is het probleem ontstaan? 4. Waarom is het een probleem? 5. Waar doet het probleem zich voor? 6. Wat is de aanleiding?
6.
Aanvullende vragen (Buunk & Veen, 1995)
Antwoord: 1. Wat zijn de mogelijke oorzaken en achtergronden van het probleem? 2. Wat heeft men in het verleden gedaan om het probleem op te lossen? 3. In welke richting wordt er door betrokkenen gezocht naar oplossingen? 4. Is het probleem beīnvloedbaar en oplosbaar? 5. War is er door andere instanties/bedrijven gedacht en gebeurd met vergelijkbare problemen?
7.
Drie manieren voor verkennend onderzoek
Antwoord: - achtergrondinformatie - wetenschappelijke literatuur - verkennende interview of observaties
8.
Eindvariabele
Antwoord: Voordat er verklaringen worden gezocht moet er een eindvariabele worden opgesteld. De eindvariabele is de variabele die je primair wil verklaren en beïnvloeden. (Bij voorkeur maar 1 dus)
9.
Drie types eindvariabelen
Antwoord: 1. Gedragingen 2. Attitudes 3. Affectieve reacties
10.
Drie eisen waaraan een eindvariabele moet voldoen:
Antwoord: 1. Kern van het probleem --> hierop moet het betrekking hebben 2. Specifiek en concreet 3. Continue variabele --> moet in termen van meer of minder (mate van x)
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper suussept. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.
4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)
Afgelopen 30 dagen zijn er 85244 samenvattingen verkocht
Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen