Week 3
Spijsverteringsstelsel
Lesdoelen
Je geeft weer waar de verschillende onderdelen van het verteringsstelsel in het lichaam
liggen.
Je legt uit wat de anatomie en functie van de verschillende spijsverteringsorganen is.
Je legt uit hoe de activiteit van het verteringsstelsel gereguleerd wordt.
Je benoemt de verschillende stappen in het verteringsproces van nutriënten in het algemeen
en legt uit wat deze betekenen.
Een aantal woorden die (bijna) hetzelfde betekenen:
Spijsverteringskanaal, spijsverteringsstelsel, GI-tract, gastrointestinal system, digestive tract,
verteringsstelsel, maagdarmkanaal, digestive system.
- Betekenis: Het orgaanstelsel waardoor ons voedsel vervoerd en verteerd wordt.
- Verschil: - Kanaal/tract: de organen die samen de “buis” vormen.
Stelsel/system: ook de omliggende organen die een rol spelen bij de
vertering.
Vertering:
Het afbreken van voedsel in kleine stukjes (moleculen) die ons lichaam kan opnemen en gebruiken
als:
- Bouwstof
- Brandstof
Het verteringsproces bestaat uit verschillende stappen:
- Ingestion/inname
- Transport
- Secretie van verteringssappen en -enzymen
- Absorptie Transport door rest lichaam
, - Elimination/excretie afvalstoffen
Het proces waardoor voedsel door ons maagdarmstelsel wordt vervoert heet peristalsis
(peristaltiek), het samentrekken van spiertjes in de darmwand.
Mondholte (oral cavity)
Kauwen: Vergroot het oppervlak.
Speeksel: Maakt de voedselbrij/bolus soepel en bevat amylase (het enzym dat een begin
maakt aan de vertering van koolhydraten.
Tong: Verplaatst voedsel in de mond en helpt bij het slikken.
Lingual lipase. (= een vetverteringsenzym)
Epiglottis: het strottenklepje, sluit bij het slikken de luchtpijp af.
- Pharynx/keelholte Esophagus/slokdarm
Oesofagus/slokdarm:
- Ongeveer 25 cm lang.
- Vervoert bolus naar de maag.
- 2 Sluitspieren (sfincters)
o UES: upper esophageal sphincter
o LES: lower esophageal sphincter
Maagportier/gastro-oesofageale sfincter.
- Passeert diafragma voor het aan de zijkant is aangesloten op de maag.
Stomach/maag
De maag (of gaster)
- Produceert maagsap: Water, HCI, slijm (mucus), pepsinogeen, gastric lipase, gastrine en
intrinsic factor.
- Zure omgeving: Doodt ziekteverwekkers, helpt in de eiwit vertering en het slijm beschermt
de maagwand.
- Peristaltische bewegingen: Mixen voedselbrij met maagsap semi-vloeibare maagbrij
(chymus). Verdeelt de brij in porties.
- Pyloric sphincter = pylorus: Kringspier tussen de maag en dunne darm
Dunne darm
De maag bestaat uit:
Cardia
Fundus
Corpus (body)
Antrum
De dunne darm (of intestinum teneu)
Functie:
- Laatste stappen vertering eiwitten, vetten en koolhydraten
- Opname nutriënten
Anatomie:
- Ruim 5 meter lang:
o Duodenum (ongeveer 30 cm): vertering
Ook wel twaalfvingerige darm
o Jejunum (ongeveer 2 meter): absorptie
o Ileum (ongeveer 3 meter): absorptie
Werking: