Samenvatting onderzoek 1 H1+ 3 en 4.2/4.3 herkansing 2
Hoofdstuk 1 wat wil de onderzoeker weten?
1.1 Wat zijn de probleemstelling, doelstelling en onderzoeksvraag?
Wanneer we een onderzoek doen, hebben we vrijwel altijd te maken met een
probleemstelling. Dat houdt in dat er een bepaald probleem aanwezig is. Die
probleemstelling wordt daarom ook wel de achtergrond waaruit de onderzoeksvraag
voorkomt genoemd.
Voorbeelden van problemen die we kunnen onderzoeken zijn:
De problemen die zelfstandige tegenkomen
Studie-uitval op het MBO
Een organisatie die te maken heeft met verlies
Een afdeling waar veel mensen zich ziek melden
Er is informatie nodig om het probleem te kunnen oplossen. De taak van de onderzoeker is
om goede informatie te kunnen leveren. Op basis van die informatie bedenken anderen een
oplossing en voeren deze uit.
Het analyseren van een probleem is een ingewikkelde opgave. Zo weten opdrachtgevers
vaak wat ze willen maar is het lastig om aan te geven wat nu precies het probleem is. Soms
weten ze niet eens dat er een probleem is. Neem daarom ruim de tijd om een probleem te
analyseren. Hier begin je een goed onderzoek mee
Het verschil tussen een beleidsvraag en een onderzoekvraag is dat een beleidsvraag meestal
een advies is over wat het bedrijf of instelling moet doen. Daar heb je informatie voor nodig
en dus vaak een onderzoek. De vraag naar naamsbekendheid is wel een onderzoeksvraag.
Je taak als onderzoeker is om informatie te leveren voor andere om het probleem te
signaleren en op te lossen.
Tijdens een onderzoek heb je mede hierdoor altijd een doel. De doelstelling. Dit is het
antwoord op de vraag waarom je het onderzoek doet: wat wil je er nu precies mee bereiken.
Soorten onderzoek
We onderscheiden 2 soorten onderzoeken:
Zuiver wetenschappelijk onderzoek = levert wetenschappelijke kennis op en dient
niet noodzakelijk ter oplossing van problematiek.
Toegepast onderzoek = een onderzoek dat kennis oplevert om zodoende
praktijkproblemen op te lossen
Onderzoeksethiek
= Iets anders waar je rekening mee moet houden voor dat je begint aan het onderzoek, is de
onderzoekethiek. Het komt neer dat je een onderzoek eigenlijk enkel uitvoert wanneer de
volgende vragen positief beantwoord zijn:
Doen respondenten vrijwillig mee?
, Wordt het onderzoek op eerlijke en objectieve wijze uitgevoerd?
Wordt er aan de respondenten van tevoren duidelijk uitgelegd wat het doel is en de
werkwijze van het onderzoek zijn?
Worden de gegevens van de respondenten vertrouwelijk, maar liefst anoniem
verwerkt?
Hebben de uitkomsten van het onderzoek geen nadelige gevolgen voor respondent?
Een onderzoeksvraag is de vraag waarop het onderzoek antwoord moet geven vormt en
vormt de rode draad van het onderzoek. In iedere fase van het onderzoek dien je jezelf af te
vragen of hetgeen dat je doet ook daadwerkelijk antwoord geeft op de onderzoeksvraag.
1.2 Gaat het om een open of een gesloten vraag: kwalitatief of kwantitatief onderzoek?
Om duidelijk te maken welke onderzoeksvragen en welke soorten onderzoek er bestaan,
kunnen we eerst het volgende onderscheid maken:
Open en gesloten onderzoeksvragen
Kwalitatief en kwantitatief onderzoek
Open en gesloten onderzoeksvragen
Een open onderzoeksvraag gaat vaak gepaard met een onbevangen manier van
onderzoeken: men wil van respondenten weten wat het probleem is en hoe ze daar mee
omgaan. Dus een uitgebreid antwoord. Dit is anders bij een gesloten onderzoeksvraag.
Hierop kan je alleen ja of nee antwoorden.
Kwalitatief of kwantitatief onderzoek
Een kwalitatief-onderzoek draait om het verkrijgen van inzichten. Kenmerken van een
kwalitatief zijn:
Open onderzoeksvragen
Observatie en gespreksverslagen die uitgewerkt zijn
Onderzoeksvraag kun je tijdens het onderzoeksproces nog aanpassen
Resultaat van de dataverzameling bestaat uit observatiegegevens en
gesprekverslagen
Doel is voornamelijk het ontwikkelen van (nieuwe) ideeën, verkrijgen van inzichten,
beschrijven en interpreteren.
Is verifieerbaar
= onderzoek waarbij problemen in en van situaties, gebeurtenissen en personen beschreven
en geïnterpreteerd worden met behulp van gegevens van kwalitatieve aard, zoals
belevingen, ervaringen, betekenisverleningen die verzameld zijn via open interviews en/of
participerende observatie en/of bestaande documenten
Bij een kwantitatief onderzoek draait alles om cijfers en getalsmatige feiten. Kenmerken van
een kwantitatief onderzoek zijn:
Gesloten onderzoeksvraag
Onderzoeksvraag ligt vast
Data evalueer je met statistische analyses
Doel is vooral beschrijven en toetsen
Je verzamelt op een standaard manier data
, Resultaat in cijfers
Is reproduceerbaar
= onderzoek waarbij het onderzoekmateriaal bestaat uit cijfermatige gegevens die statisch
geanalyseerd worden om antwoord te geven op de onderzoeksvraag.
1.3 Waarover wil de onderzoeker iets zeggen? Eenheden en kenmerken
In en onderzoek wordt er iets gezegd over iets. De eenheden waarover je wie/wat kunt
zeggen, noemen we een onderzoekseenheid. Tezamen vormen zij de populatie van jouw
onderzoek.
Het is niet alleen belangrijk om aan te geven over wie je iets ga zeggen maar ook wat.
Kenmerken zijn de eigenschappen van de eenheden. Over hen doe je uitspraken, op basis
van de onderzoeksresultaten. VB: zijn jongens agressiever dan meisjes? Eenheden =
kinderen/jongeren en de kernmerken/eigenschappen = agressie of het geslacht. Dat kun je
dan weer weergeven in een datamatrix. Een datamatrix is een tabel waarbij men gegevens
overzichtelijk weergeeft.
Onderzoekseenheden = de personen, instanties of situaties waarover je op basis van je
onderzoek uitspraken wilt doen
Kenmerken = de eigenschappen van de eenheden waarover je uitspraken doet op basis van
de onderzoeksresultaten
1.4 Wat is er al bekend over het onderwerp van onderzoek?
Om je voor te bereiden op een onderzoek kun je 2 dingen doen:
Het doen van een vooronderzoek: kan kwalitatief of kwantitatief
Het doen van een literatuuronderzoek
Zo’n vooronderzoek biedt de mogelijkheid om eerst zelf te kijken of er iets bekend is over
hetgeen je wilt gaat onderzoeken. Loop een tijd in de praktijk mee en kijk hoe er over het
algemeen tegenover jouw onderzoeksgebied wordt aangekeken.
Het literatuuronderzoek
Een andere optie is het doen van een literatuuronderzoek. Daartoe bestaan 3 redenen:
Het meten en definiëren van kenmerken = hierin leer je hoe anderen de
eigenschappen of kenmerken die jij in je onderzoek wil hebben definiëren.
De ontwikkeling van een theorie
Het maken van een onderzoeksopzet = is nuttig voor andere onderzoekers die een
vergelijkbaar onderzoek willen opzetten of uitvoeren
Om literatuur te vinden die ook daadwerkelijk relevant is kun je het volgende doen:
Zoektermen vinden met thesaurus (= een soort woordenboek waarin je begrippen
opzoekt)
Het zoeken naar proefschriften of boeken
Het zoeken naar relevante artikelen
1.5 Gaat het om beschrijven, exploreren of toetsen?
Hoofdstuk 1 wat wil de onderzoeker weten?
1.1 Wat zijn de probleemstelling, doelstelling en onderzoeksvraag?
Wanneer we een onderzoek doen, hebben we vrijwel altijd te maken met een
probleemstelling. Dat houdt in dat er een bepaald probleem aanwezig is. Die
probleemstelling wordt daarom ook wel de achtergrond waaruit de onderzoeksvraag
voorkomt genoemd.
Voorbeelden van problemen die we kunnen onderzoeken zijn:
De problemen die zelfstandige tegenkomen
Studie-uitval op het MBO
Een organisatie die te maken heeft met verlies
Een afdeling waar veel mensen zich ziek melden
Er is informatie nodig om het probleem te kunnen oplossen. De taak van de onderzoeker is
om goede informatie te kunnen leveren. Op basis van die informatie bedenken anderen een
oplossing en voeren deze uit.
Het analyseren van een probleem is een ingewikkelde opgave. Zo weten opdrachtgevers
vaak wat ze willen maar is het lastig om aan te geven wat nu precies het probleem is. Soms
weten ze niet eens dat er een probleem is. Neem daarom ruim de tijd om een probleem te
analyseren. Hier begin je een goed onderzoek mee
Het verschil tussen een beleidsvraag en een onderzoekvraag is dat een beleidsvraag meestal
een advies is over wat het bedrijf of instelling moet doen. Daar heb je informatie voor nodig
en dus vaak een onderzoek. De vraag naar naamsbekendheid is wel een onderzoeksvraag.
Je taak als onderzoeker is om informatie te leveren voor andere om het probleem te
signaleren en op te lossen.
Tijdens een onderzoek heb je mede hierdoor altijd een doel. De doelstelling. Dit is het
antwoord op de vraag waarom je het onderzoek doet: wat wil je er nu precies mee bereiken.
Soorten onderzoek
We onderscheiden 2 soorten onderzoeken:
Zuiver wetenschappelijk onderzoek = levert wetenschappelijke kennis op en dient
niet noodzakelijk ter oplossing van problematiek.
Toegepast onderzoek = een onderzoek dat kennis oplevert om zodoende
praktijkproblemen op te lossen
Onderzoeksethiek
= Iets anders waar je rekening mee moet houden voor dat je begint aan het onderzoek, is de
onderzoekethiek. Het komt neer dat je een onderzoek eigenlijk enkel uitvoert wanneer de
volgende vragen positief beantwoord zijn:
Doen respondenten vrijwillig mee?
, Wordt het onderzoek op eerlijke en objectieve wijze uitgevoerd?
Wordt er aan de respondenten van tevoren duidelijk uitgelegd wat het doel is en de
werkwijze van het onderzoek zijn?
Worden de gegevens van de respondenten vertrouwelijk, maar liefst anoniem
verwerkt?
Hebben de uitkomsten van het onderzoek geen nadelige gevolgen voor respondent?
Een onderzoeksvraag is de vraag waarop het onderzoek antwoord moet geven vormt en
vormt de rode draad van het onderzoek. In iedere fase van het onderzoek dien je jezelf af te
vragen of hetgeen dat je doet ook daadwerkelijk antwoord geeft op de onderzoeksvraag.
1.2 Gaat het om een open of een gesloten vraag: kwalitatief of kwantitatief onderzoek?
Om duidelijk te maken welke onderzoeksvragen en welke soorten onderzoek er bestaan,
kunnen we eerst het volgende onderscheid maken:
Open en gesloten onderzoeksvragen
Kwalitatief en kwantitatief onderzoek
Open en gesloten onderzoeksvragen
Een open onderzoeksvraag gaat vaak gepaard met een onbevangen manier van
onderzoeken: men wil van respondenten weten wat het probleem is en hoe ze daar mee
omgaan. Dus een uitgebreid antwoord. Dit is anders bij een gesloten onderzoeksvraag.
Hierop kan je alleen ja of nee antwoorden.
Kwalitatief of kwantitatief onderzoek
Een kwalitatief-onderzoek draait om het verkrijgen van inzichten. Kenmerken van een
kwalitatief zijn:
Open onderzoeksvragen
Observatie en gespreksverslagen die uitgewerkt zijn
Onderzoeksvraag kun je tijdens het onderzoeksproces nog aanpassen
Resultaat van de dataverzameling bestaat uit observatiegegevens en
gesprekverslagen
Doel is voornamelijk het ontwikkelen van (nieuwe) ideeën, verkrijgen van inzichten,
beschrijven en interpreteren.
Is verifieerbaar
= onderzoek waarbij problemen in en van situaties, gebeurtenissen en personen beschreven
en geïnterpreteerd worden met behulp van gegevens van kwalitatieve aard, zoals
belevingen, ervaringen, betekenisverleningen die verzameld zijn via open interviews en/of
participerende observatie en/of bestaande documenten
Bij een kwantitatief onderzoek draait alles om cijfers en getalsmatige feiten. Kenmerken van
een kwantitatief onderzoek zijn:
Gesloten onderzoeksvraag
Onderzoeksvraag ligt vast
Data evalueer je met statistische analyses
Doel is vooral beschrijven en toetsen
Je verzamelt op een standaard manier data
, Resultaat in cijfers
Is reproduceerbaar
= onderzoek waarbij het onderzoekmateriaal bestaat uit cijfermatige gegevens die statisch
geanalyseerd worden om antwoord te geven op de onderzoeksvraag.
1.3 Waarover wil de onderzoeker iets zeggen? Eenheden en kenmerken
In en onderzoek wordt er iets gezegd over iets. De eenheden waarover je wie/wat kunt
zeggen, noemen we een onderzoekseenheid. Tezamen vormen zij de populatie van jouw
onderzoek.
Het is niet alleen belangrijk om aan te geven over wie je iets ga zeggen maar ook wat.
Kenmerken zijn de eigenschappen van de eenheden. Over hen doe je uitspraken, op basis
van de onderzoeksresultaten. VB: zijn jongens agressiever dan meisjes? Eenheden =
kinderen/jongeren en de kernmerken/eigenschappen = agressie of het geslacht. Dat kun je
dan weer weergeven in een datamatrix. Een datamatrix is een tabel waarbij men gegevens
overzichtelijk weergeeft.
Onderzoekseenheden = de personen, instanties of situaties waarover je op basis van je
onderzoek uitspraken wilt doen
Kenmerken = de eigenschappen van de eenheden waarover je uitspraken doet op basis van
de onderzoeksresultaten
1.4 Wat is er al bekend over het onderwerp van onderzoek?
Om je voor te bereiden op een onderzoek kun je 2 dingen doen:
Het doen van een vooronderzoek: kan kwalitatief of kwantitatief
Het doen van een literatuuronderzoek
Zo’n vooronderzoek biedt de mogelijkheid om eerst zelf te kijken of er iets bekend is over
hetgeen je wilt gaat onderzoeken. Loop een tijd in de praktijk mee en kijk hoe er over het
algemeen tegenover jouw onderzoeksgebied wordt aangekeken.
Het literatuuronderzoek
Een andere optie is het doen van een literatuuronderzoek. Daartoe bestaan 3 redenen:
Het meten en definiëren van kenmerken = hierin leer je hoe anderen de
eigenschappen of kenmerken die jij in je onderzoek wil hebben definiëren.
De ontwikkeling van een theorie
Het maken van een onderzoeksopzet = is nuttig voor andere onderzoekers die een
vergelijkbaar onderzoek willen opzetten of uitvoeren
Om literatuur te vinden die ook daadwerkelijk relevant is kun je het volgende doen:
Zoektermen vinden met thesaurus (= een soort woordenboek waarin je begrippen
opzoekt)
Het zoeken naar proefschriften of boeken
Het zoeken naar relevante artikelen
1.5 Gaat het om beschrijven, exploreren of toetsen?