100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Verkorte samenvatting alle literatuur - Development of pro- and antisocial behavior €4,99   In winkelwagen

Samenvatting

Verkorte samenvatting alle literatuur - Development of pro- and antisocial behavior

 12 keer bekeken  0 aankoop

Uitgebreide samenvatting van de literatuur van alle 7 thema's van Development of Pro- and Antisocial Behavior. Dit is de verkorte versie. Ik heb dit vak afgerond met een 8,5.

Laatste update van het document: 3 jaar geleden

Voorbeeld 3 van de 30  pagina's

  • 8 maart 2021
  • 29 maart 2021
  • 30
  • 2020/2021
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (5)
avatar-seller
saschaderks
Pro- and antisocial behavior
Samenvatting – Verkort


Thema 1 – Theorieën van agressie

Biologische benaderingen:
 Ethologie.
 Sociobiologie.
 Gedragsgenetica.
 Hormonale verklaringen.


Ethologie: agressie zien als interne energie.
- Hydraulisch model / steam-boiler-model: agressieve energie wordt constant
opgebouwd en vrijgelaten bij een externe cue.
o Agressieve reactie hangt af van energieniveau en sterkte van stimuli.
o Bij overstroming van energie komt spontane agressie.
o Agressief gedrag gezien als onvermijdelijk.
o Lorenz zag bv. sporten als acceptabele manier van uiten van de energie.
- Mensen hebben geen inhibitie voor moord op eigen soort, dus agressie is
oncontroleerbaar.
- Kritiek: agressie kan vlak na elkaar (zonder energie-opbouw).


Sociobiologie: agressie als product van natuurlijke selectie.
- Agressie zou adaptief zijn.
o Soms niet  bij mannen bv. correlatie tussen lengte en fysieke agressie
(vanwege risico).
 Zou ook kunnen komen door eerdere reinforcement.
- Agressie zou aangeboren zijn (voor als man geen consensuele partner kan vinden).
o Bewijs  verkrachting vooral bij jonge, vruchtbare vrouwen, door mannen
met lage SES (maar veel kritiek hierop).


Gedragsgenetica: is agressie erfelijk?
- Adoptie- en tweeling studies  genetica bleek 50% van agressief gedrag te bepalen.
o Bepalender dan omgeving bij volwassenen (maar juist minder bij
adolescenten en kinderen).
- Wellicht additief effect van genetica en omgeving  eerder crimineel als biologische
én adoptieve ouders crimineel zijn.
o Los van elkaar hadden criminele biologische ouders meer invloed (maar geen
onderscheid tussen wel of niet gewelddadige misdaad).
- Aanleg kan dus kwetsbaarheid veroorzaken, maar omgeving speelt cruciale rol.

,Hormonenale verklaringen (hormonen niet bepalend):
- Testosteron  eerder fight-reactie, dus eerder agressief.
o Omgaan met pistool zorgt voor meer testosteron dan speelgoed.
- Lage cortisol  fearless, risico’s nemen, ongevoelig voor straf.
o Voorspelt agressief gedrag.
o Vooral hoge testosteron en lage cortisol (want cortisol inhibeert testosteron
normaal)!


Psychologische verklaringen:
 Freudiaanse psychoanalyse.
 Frustratie-agressie hypothese.
 Cognitief neo-associatief model.
 Excitatie transfer theorie.
 Sociaal cognitieve benadering.
 Learning theorie.
 Social interactionist model.
 General Aggression Model (GAM).


Freudiaanse psychoanalyse: agressie als destructief instinct.
- Dual instinct theorie (Freud): gedrag gedreven door 2 basiskrachten; Eros
(levensinstinct; plezier) en Thanatos (doodinstinct; zelfdestructie).
o Agressief gedrag wordt gezien als oplossing voor conflict tussen Eros en
Thanatos.
 Volgens Freud kan dit tijdelijk ook zonder agressie (bv. grapjes).
- Agressief gedrag wordt gezien als onvermijdelijk.
- Dit model heeft weinig bewijs.


Frustratie-agressie hypothese:
- Agressie wordt getriggerd door frustratie (verstoring van doelgericht gedrag). Er
wordt dan een drive geactiveerd voor agressief gedrag (om pad tot doel te
herstellen).
o Later bleek dat niet elke frustratie leidt tot agressief gedrag en niet elk
agressief gedrag voorafgaat aan frustratie.
Wraak willen nemen bij frustratie/uitlokking, maar dit niet kan uiten, kan een kleine
volgende uitlokking leiden tot misplaatste agressie.
- Negatieve arousal is dan nog aanwezig door piekeren.
Door agressieve cues (bv. aanwezigheid van wapen) zijn mensen eerder agressief.
- Ze vergroten toegang tot agressieve cognities, waardoor agressief gedrag
gefaciliteerd wordt (vooral bij boosheid).

, Cognitief neo-associationief model: de rol van boosheid.
- [Onprettige gebeurtenis (bv. frustratie)]  [negatief affect]  [primitieve
associatie-reactie]  [fight] of [flight].
o Bij fight: [agressie-gerelateerde gedachtes, herinneringen, etc.] 
[rudimentaire boosheid]  interpretatie (attributie, sociale regels, etc.)
 [irritatie of boosheid].
- Boosheid en appraisal zijn dus mediators tussen (bv.) frustratie en agressie.
o Dit legt uit waarom frustratie soms wel leidt tot agressie en soms niet.
- Agressie wordt gezien als niet onvermijdelijk.


Excitatie transfer theorie: boosheid en attributie van arousal.
- Intensiteit van boosheid is een functie van 2 factoren: fysiologische arousal &
label/verklaring voor die arousal.
o Als neutrale arousal (bv. van traplopen) nog aanwezig is bij een uitlokkende
situatie, wordt dit omgezet naar boosheid-gerelateerde arousal en verkeerd
geattribueerd als boosheid.
 Die misattributie gebeurt alleen als de bron van neutrale arousal niet
meer in bewustzijn is (boosheid versterkt  agressieve reactie ook).
- Agressie wordt gezien als niet onvermijdelijk.


Sociaal cognitieve benadering: agressieve scripts en sociale informatieverwerking.
- Script model: individuele verschillen in agressie vanwege verschillen in scripts en
sociale informatieverwerking.
o Of een agressief script leidt tot agressief gedrag hangt af van cognitieve
verwerking (bv. hostile attribution bias).
- Sociale informatie processing model (SIP): 5 cognitieve stappen:
o Cues coderen  cues interpreteren  doelen verduidelijken  mogelijke
reacties genereren  reactieselectie.
o Antisociale jongeren hebben een nadeel bij elke stap (bv. eerder schadelijke
doelen of eerder agressieve reacties selecteren).


Learning theorie: reinforcement en immitatie.
- Agressief gedrag leren komt door:
o Instrumenteel leren (beloning; directe reinforcement).
o Modeling (imitatie; indirecte reinforcement).
- Bobo pop paradigma (Bandura): kinderen die volwassenen agressief naar de
opblaasbare clown zagen doen, deden daarna zelf ook vaker agressief naar Bobo.
o Observatie leidt tot acquisitie van gedrag, uitvoering ligt aan gevolgen voor
model.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper saschaderks. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 72964 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,99
  • (0)
  Kopen