100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Beginselen Strafrecht VU $17.11   Add to cart

Summary

Samenvatting Beginselen Strafrecht VU

 3 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting Beginselen Strafrecht VU

Preview 4 out of 41  pages

  • May 3, 2024
  • 41
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Juridisch kader alle weken:
Week 1 Leerdoelen:
- Materieel strafrecht van formeel strafrecht onderscheiden;
- De manieren waarop strafbare feiten kunnen worden ingedeeld benoemen;
-Bestanddelen van elementen onderscheiden;
- De structuur van het strafbare feit uit een kunnen zetten;
- De betekenis van het legaliteitsbeginsel uitleggen;
- De toegepaste interpretatiemethoden in een rechterlijke uitspraak vaststellen;
- Artikel 350 Sv (beslissingsmodel) toepassen op een casus.

Doelen strafrecht:
-vergelding=
straf opleggen voor het maken van een inbreuk op de juridische orde, door de overheid.

Wie een strafbaar feit heeft begaan, verdient straf. Het slachtoffer en de samenleving verdienen morele genoegdoening, leedtoevoeging

-generale preventie=
afschrikwekkende werking voor anderen dan de gestrafte (→ straf volgt op plegen strafbaar feit)
als je de norm overschrijdt, dat je dan bestraft wordt en dat je daarmee andere afschrikt.

-speciale preventie=
straf voorkomt dat dader nogmaals een strafbaar feit pleegt

-reparatie=
het herstellen van de maatschappij, het recht op mentale & fysieke herstel van de geleden persoon die ten koste is geweest van de straf,
bv. ontnemen wederrechtelijk verkregen voordeel, schadevergoeding voor slachtoffer, recht op smartengeld.

-Materieel strafrecht:
Bepaalt wat een strafbaar feit is en wie daarvoor mag worden bestraft, belangrijkste algemene leerstuk voor strafrechtelijke aansprakelijkheid
(=inhoud van het strafrecht) (Sr)

-Formeel strafrecht:
procedures die moeten worden gevolgd om iemand strafrechtelijk aansprakelijk te houden (Sv)

-Sanctierecht:
voorwaarden waaronder straffen mogen worden opgelegd en ten uitvoer worden gelegd

De 3 onderdelen van een strafbaar feit: art. 287 Sr
“Hij die opzettelijk een ander van het leven berooft,  delictsomschrijving (welke gedragingen strafbaar zijn)
Wordt, als schuldige aan doodslag  kwalificatieaanduiding (doodslag)
Gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie  strafbedreiging (wat de straf is)

Subjectieve bestanddelen= de intentie van de dader, opzet & culpa
objectieve bestanddelen= alle andere bestanddelen, vertelt iets over gedragingen


materieel delict= het veroorzaken van het gevolg is strafbaar gesteld, niet van belang hoe het is gebeurd. Art. 287 sr:
formeel delict= staan in de wet omschreven als een handeling, het verrichten van deze handeling is strafbaar gesteld Art. 310
sr
misdrijf vs overtreding:
-Misdrijven kunnen uit zowel objectieve als subjectieve bestanddelen bestaan
-Overtredingen bestaan uit enkel objectieve bestanddelen
-Boek 2: misdrijf
-Boek 3: overtredingen

bestanddelen=
voorwaarden voor strafbaarheid, alles wat in do staat, die moeten worden bewezen

elementen=voorwaarden voor strafbaarheid, die zijn aanwezig tenzij er sprake is van rechtvaardigingsgrond of schulduitsluitingsgrond,
worden verondersteld aanwezig te zijn.
wederrechtelijkheid, verwijtbaarheid.

Deelbeginselen legaliteitsbeginsel:
a. Lex scripta: strafbaarstelling vereist een schriftelijke strafbepaling
b. Lex certa: strafbaarstelling moet zo precies/specifiek mogelijk worden geformuleerd
c. Lex stricta: strafbepaling mag niet extensief (te ruim) gebruikt worden
d. Lex praevia: strafbaarstellingen mogen geen terugwerkende kracht hebben
i. Tenzij lex mitior: indien de wet voor de verdachte in zijn voordeel wordt herzien (art. 1 lid 2 Sr)
Wetsinterpretatie:
a. Grammaticale interpretatie: taalkundige betekenis van woorden
b. Wetshistorische interpretatie: totstandkomingsgeschiedenis van de strafbepaling
c. Systematische interpretatie: in het licht van de structuur van de wet

, d. Teleologische interpretatie: in het licht van de doel/ratio van de wet




De 4 vragen van artikel 350 Sv:
“indien het onderzoek in artikel 348 bedoeld, niet leidt tot toepassing van artikel 349, eerste lid, beraadslaagt de rechtbank op
den grondslag der telastlegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting over de vraag of bewezen is dat het
feit door den verdachte is begaan, en, zoo ja, welke strafbaar feit bewezen verklaarde volgens de wet oplevert; indien wordt
aangenomen dat het feit bewezen en strafbaar is, dan beraadslaagt de rechtbank over de strafbaarheid van den verdachte en
over de oplegging van straf of maatregel, bij de wet bepaald.

Juridisch kader beslissingsmodel art. 350 Sv:
Je begint met art.350 Sv
1. Is het ten laste gelegde feit bewezen?
Tijd datum en plaats controleren. Je kijkt naar de tenlastelegging en of de feiten in de casus overeenkomen met de
tenlastelegging. Hier leg je uit dat wat er in de ten laste legging staat ook daadwerkelijk heeft plaatsgevonden
Ja? Vraag 2
nee? Vrijspraak art. 352 lid 1 Sv

2. Is het feit strafbaar?
Indien OvJ vergeet bestanddeel op te nemen in tenlastelegging → OVAR
kijken of feit kan worden gekwalificeerd !
ja? Vraag 3
nee? Leidt tot OVAR art.352 lid 2 Sv

3. Is de verdachte strafbaar?
ja? Vraag 4
nee? Leidt tot OVAR art. 352 lid 2 Sv

4. Welke sanctie moet worden opgelegd?
Let op ! 3 soorten einduitspraken:
1. Straf of maatregel, 2 soorten sancties
2. Vrijspraak op basis van art. 352 lid 1 Sv
3. OVAR art. 352 lid 2 Sv
Verschil OVAR en Vrijspraak:
-Bij OVAR kan er wel een maatregel worden opgelegd)
-Bij vrijspraak kan er geen maatregel of straf worden opgelegd
-Verdachte kan wel in hoger beroep tegen OVAR, maar niet tegen vrijspraak!

4 voorwaarden voor strafbaarheid:
Menselijke gedraging:
-Menselijke: alleen personen kunnen aansprakelijk worden gehouden
-Gedraging: fysieke gedragingsbegrip
Commissie:
Doen of handelen strafbaar gesteld
doodslag waarbij er daadwerkelijk een gedraging verricht wordt & juist niet handelen nalaten van een hulpelijke gedraging.
Omissiedelicten:
Niet doen / nalaten van iets wat men wel behoorde te doen
Onderscheid tussen eigenlijke en oneigenlijke omissiedelicten:
Eigenlijk omissiedelict: staat in de wet geformuleerd (zie art. 450 Sr)
Oneigenlijk omissiedelict: in de wet als commissiedelict omschreven, maar wordt gepleegd door na te laten ( voorbeeld:
onthouden van voedsel aan kind door moeder)
Wettelijke delictsomschrijving
a. Gedragingen zijn pas strafbaat als ze in de wet terug te vinden (legaliteitsbeginsel)
b. Juridische duiding van de menselijke gedraging (bijv. mishandeling)
Wederrechtelijkheid
a. ‘gedraging moet in strijd zijn met het objectieve recht’  gedrag moet in strijd zijn met geschreven en
ongeschreven regels.
b. Wordt in beginsel verondersteld aanwezig te zijn  element, we hoeven het niet te bewijzen.
i. Tenzij: rechtvaardigingsgrond.
Aan schuld te wijten
a. Verwijtbaarheid: toerekening van het strafbare feit aan de dader
i. Geen straf zonder schuld
b. Wordt in beginsel verondersteld aanwezig te zijn

, i. Tenzij schulduitsluitingsgrond, melk en water arrest

Welke aspecten uit de delictsomschrijving dienen in de tenlastelegging te worden opgenomen?
-de bestanddelen.


Hoofdregels:
o Vragen uit beslissingsmodel moeten worden beantwoord in hun wettelijke volgorde;
o Als tenlastegelegde feit niet kan worden bewezen (vraag 1) → vrijspraak
o Als bewezenverklaarde niet te kwalificeren valt (vraag 2) → OVAR;
o Als delict in wet staat omschreven zonder ‘wederrechtelijk’ of ‘schuld’ in de delictsomschrijving (= elementen) en
geslaagd -beroep op strafuitsluitingsgrond (vraag 3 + 4) → OVAR;
o Is wederrechtelijkheid opgenomen als bestanddeel in delictsomschrijving en geslaagd beroep op
rechtvaardigingsgrond (vraag 1) → vrijspraak;
o Is verwijtbaarheid opgenomen als bestanddeel in delictsomschrijving en geslaagd beroep op strafuitsluitingsgrond
(vraag 1) → vrijspraak.

Gekwalificeerd delict=
• Extra bestanddeel t.o.v. gronddelict werkt strafverzwarend
 Voorbeeld: diefstal onder strafverzwarende omstandigheden (art. 311 Sr)

Geprivilegieerd delict=
• Extra bestanddeel t.o.v. gronddelict werkt strafverlichtend
 Voorbeeld: kinderdoodslag (art. 290 Sr)

Commuun strafrecht:
Het deel van het strafrecht opgenomen in het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering
Bijzonder strafrecht:
Het deel van het strafrecht (zowel materieel als formeel) opgenomen in meer specifieke wetten, zoals de Wegenverkeerswet
1994 (WVW), Wet wapens en munitie (WWM) en de Opiumwet (OW)
 LET OP: art. 91 Sr bepaalt dat de algemene bepalingen uit Boek 1 van het Wetboek van Strafrecht ook van toepassing zijn
op strafbepalingen uit het bijzonder strafrecht

Week 2 Leerdoelen:
- Onderscheiden van de verschillende gradaties van opzet en schuld;
- Onderscheiden tussen schuld als bestanddeel (culpa) en schuld als element
(verwijtbaarheid);
- Uitleggen waarop opzet/culpa betrekking moet hebben bij geobjectiveerde
delictsbestanddelen en door het gevolg gekwalificeerde delicten;
- Vaststellen of opzet of schuld in een delictsomschrijving voorkomt;

Bestanddeelniveau (4 opzetvormen)
a. Opzettelijk, ‘hij die opzettelijk en wederrechtelijk van een persoon een afbeelding van seksuele aard vervaardigt’
art. 139h Sr
b. Oogmerk,
stelt de wil van de dader voorop. art. 151 Sr oogmerk staat erin vermeldt. Willens en wetens.
c. Wetende dat, wist, wetenschap.
Staat het weten centraal. art. 416 Sr staat wist in vermeld.
d. Ingeblikt.
De wetgever geeft aan dat het niet anders kan dan dat het opzettelijk is geweest.
art. 131 Sr opruit staat erin vermeld.
art 242 Sr, dat zie je aan het woord ‘dwingt’, dat doe je moeilijk anders dan opzettelijk. Bij dwang is het opzet ingeblikt.

LET OP!
Dolus directus en dolus indirectus zijn de enige 2 vormen waarmee we oogmerk kunnen bewijzen.
De lichtste gradatie is nooit genoeg voor het bewijs van oogmerk.
Kleurloos opzet: opzet op wat er in de delictsomschrijving geschreven staat.
De opzettelijk handelende dader kan zich in principe beroepen op een rechtvaardigheidsgrond.
Boos opzet: opzettelijk de wet breken
‘Opzettelijk wederrechtelijk’ is niet hetzelfde als ‘opzettelijk en wederrechtelijk’, dus lees de wettekst nauwkeurig.
Geobjectiveerde bestanddelen=

, Bestanddelen waarvan niet hoeft te worden bewezen dat de
verdachte daar opzet op had

Bestanddeelniveau opzet:
-Opzettelijk
-Oogmerk
-Wetende dat, wist, wetenschap
-Ingeblikt

Gradaties van opzet:
1. Zuiver of vol opzet= willens en wetens handelen, de dader weet waar hij mee bezig is en hij wil het ook doen,
willens en wetens de ten laste gelegde gedraging heeft verricht en het verrichten van de strafbare gedraging als primair doel
hebben,
 indien de verdachte zegt dat was niet mijn bedoeling ga je naar voorwaardelijk opzet, indien hij het eigenlijk niet wilde.

2. Noodzakelijkheids- of zekerheidsbewustzijn (niet opnoemen tijdens tentamen)
a. Definitie: het gevolg is niet primair gewild, maar wel het noodzakelijke gevolg van zijn handelen

3. Voorwaardelijk opzet, het bewust aanvaarden van de aanmerkelijke kans, HIV 1 r.o. 3.6. & Porsche r.o. 5.3
Ondergrens van opzet
i. Voldoende als bewijs van ‘opzettelijk’ ‘wetende dat’ en ‘ingeblikt’ opzet
ii. Onvoldoende voor bewijs ‘oogmerk’
d. Definitie het bewust van aanvaarden van de aanmerkelijke kans

3 componenten die je moet aflopen: HIV 1 r.o. 3.6. & Porsche r.o. 5.3
1Aanmerkelijke kans
=bestaat er een aanmerkelijke kans dat het gevolg intreedt?
-aard gedraging en omstandigheden waaronder deze is verricht
-kans die naar algemene ervaringsregels aanmerkelijk is te achten AK (HIV 1 r.o. 3.6)

Op het tentamen zeg je bv. naar algemene ervaringsregels is de kans aanmerkelijk dat als je iemand door het hoofd schiet dat
diegene komt te overlijden, door die handeling dat gevolg intreedt.
Conclusie trekken: er bestond dus een aanmerkelijke kans dat..

2. Bewust (weten) (HIV 1 r.o. 3.6). wetenschap moet worden vastgesteld of verondersteld
=was de verdachte zich bewust van deze aanmerkelijke kans?
-vaststellen of veronderstellen

Vaststellen moet uit de casus blijken
Bij veronderstellen ga je objectiveren en normativeren.

Objectiveren= een bepaald fenomeen is een feit van algemene bekendheid,
je zegt dus: het is een feit van algemene bekendheid dat als jij een bepaalde gedraging verricht een bepaald gevolg intreedt

Normatieveren= vastgesteld dat iedereen iets wist en dat de verdachte dat dus ook weet
bv, uit de casus blijkt dat iedereen weet dat dat gevolg intreedt dus de verdachte weet dat ook.
LET OP: NIET ZEGGEN HAD MOETEN WETEN!!!

Conclusie trekken: verdachte is dus bewust geweest van de aanmerkelijke kans

3.Aanvaarden (willen) HIV 1 r.o. 3.6. & Porsche r.o. 5.3
Volgens HIV 1 r.o. 3.6. & Porsche r.o. 5.3 kunnen we hierbij kijken naar de verklaring van getuigen of van de verdachte .
=heeft de verdachte de aanmerkelijke kans ook aanvaard?
Je kijkt naar 3 dingen:
1. Verklaring van de verdachte
2. Verklaringen getuigen

Indien 1. en 2. niet beoogd kunnen worden:

3. Feitelijke omstandigheden van het geval:
-aard van de gedraging en omstandigheden
-uiterlijke verschijningsvorm, tenzij contra-indicaties HR-Porsche
Het gevolg op de koop toe nemen HIV 1 r.o. 3.6

Conclusie trekken: verdachte heeft dus de aanmerkelijke kans ook aanvaard

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mientjeex. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $17.11. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79271 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$17.11
  • (0)
  Add to cart