Hoofdstuk 6: identificatie van micro-organismen en bepalen van de
groeivoorwaarden
Voedingsmedia of cultuurmedia
Medium waarop of waarin micro-organismen kunnen groeien
- Verschillende soorten voor verschillende doeleinden:
o Algemene voedingsbodems
Voldoende nutriënten
Geen gifstoffen
Alles groeit hierop
o Selectief voedingsbodems
Voldoende nutriënten
Bevat een “gifstof” (= selectieve stof)
Niets groeit hierop BEHALVE m.o. die bestand zijn tegen de
gifstof
o Electief voedingsbodems
Voldoende nutriënten
Bevatten verklikkerstof (= electieve stof)
Combinatie koolstofbron + pH indicator
Gegroeide bacteriën kunnen electieve stof metaboliseren of
niet
-> zo ja: detectie met kleurverandering
( verandering zuurtegraad <-> pH indicator)
o Aanrijkingsmedium
Voldoende nutriënten
Bevatten een extraatje
Bacteriën “extra in de watten”
Na ‘vermoeiend’ experiment
Moeilijke groeiers
, - Verschillende soorten voor verschillende doeleinden:
• Algemene voedingsbodems
• Selectief voedingsbodems
• Electief voedingsbodems
• Aanrijkingsmedium
- Groei op voedingsbodem: cultuur
• Groei van 1 soort: monocultuur of reincultuur
• 1 afzonderlijk “groepje”: kolonie
Opgegroeid uit 1 cel
Geïncubeerd bij ideale omstandigheden
- Zuurstofconcentratie (aerobe <-> microaerofiel <-> anaerobe)
- Temperatuur
-> Bepaalt de groeisnelheid
Juiste samenstelling voor ideale ontwikkeling
- Nutriënten in opneembare/assimileerbare vorm
o C-bron
o N-bron
o Sporenelementen (vitaminen, mineralen,…)
o pH
o (Relatieve) Vochtigheid
-> Gesteriliseerd
- Nutriënten in opneembare/assimileerbare vorm
o C-bron
Nodig voor de aanmaak eiwitten, koolhydraten, lipiden,
nucleïnezuren
In voedingsmedium onder de vorm van pepton (enzymatisch
afgebroken dierlijke of plantaardige eiwitten
aminozuurketens)
Eventueel glucose, lactose, andere suikers als energie en C-
bron
groeivoorwaarden
Voedingsmedia of cultuurmedia
Medium waarop of waarin micro-organismen kunnen groeien
- Verschillende soorten voor verschillende doeleinden:
o Algemene voedingsbodems
Voldoende nutriënten
Geen gifstoffen
Alles groeit hierop
o Selectief voedingsbodems
Voldoende nutriënten
Bevat een “gifstof” (= selectieve stof)
Niets groeit hierop BEHALVE m.o. die bestand zijn tegen de
gifstof
o Electief voedingsbodems
Voldoende nutriënten
Bevatten verklikkerstof (= electieve stof)
Combinatie koolstofbron + pH indicator
Gegroeide bacteriën kunnen electieve stof metaboliseren of
niet
-> zo ja: detectie met kleurverandering
( verandering zuurtegraad <-> pH indicator)
o Aanrijkingsmedium
Voldoende nutriënten
Bevatten een extraatje
Bacteriën “extra in de watten”
Na ‘vermoeiend’ experiment
Moeilijke groeiers
, - Verschillende soorten voor verschillende doeleinden:
• Algemene voedingsbodems
• Selectief voedingsbodems
• Electief voedingsbodems
• Aanrijkingsmedium
- Groei op voedingsbodem: cultuur
• Groei van 1 soort: monocultuur of reincultuur
• 1 afzonderlijk “groepje”: kolonie
Opgegroeid uit 1 cel
Geïncubeerd bij ideale omstandigheden
- Zuurstofconcentratie (aerobe <-> microaerofiel <-> anaerobe)
- Temperatuur
-> Bepaalt de groeisnelheid
Juiste samenstelling voor ideale ontwikkeling
- Nutriënten in opneembare/assimileerbare vorm
o C-bron
o N-bron
o Sporenelementen (vitaminen, mineralen,…)
o pH
o (Relatieve) Vochtigheid
-> Gesteriliseerd
- Nutriënten in opneembare/assimileerbare vorm
o C-bron
Nodig voor de aanmaak eiwitten, koolhydraten, lipiden,
nucleïnezuren
In voedingsmedium onder de vorm van pepton (enzymatisch
afgebroken dierlijke of plantaardige eiwitten
aminozuurketens)
Eventueel glucose, lactose, andere suikers als energie en C-
bron