Naam: Yilska Smet Labopartners: Lotte Tavernier en Maarten Neels uit
2FBTb
Klas: 2FBTa Datum uitvoering: 4/12/2020
Labo Farmaceutische analyse II : Potentiometrische bepaling
van fluoride in tandpasta
1. Doel:
Het doel tijdens deze proef is om de concentraties in mg/l aan fluoride in twee onbekende
oplossingen te bepalen. Hierbij wordt er gebruik gemaakt van potentiometrie aan de hand
van een kalibratielijn. Vervolgens wordt het gehalte aan fluoride in tandpasta in mg/l en in
ppm bepaald.
2. Principe: [1]
De glaselektrode, gebruikt bij een pH-bepaling, is de bekendste iongevoelige (of
ionselectieve) elektrode. Momenteel zijn er meerdere iongevoelige elektrodes of
membraanelektrodes beschikbaar, met een analoge werking aan de glaselektrode, maar
gevoelig voor een ander ion. Bij deze proef gebruiken we een fluoridengevoelige elektrode.
Het membraan bestaat hier uit een lanthaanflutoride kristal (LaF 3), gedopeerd met Eu2~. De
interne referentie-elektrode is een Ag/AgCl elektrode en de inwendige referentievloeistof
bevat chloride en fluoride ionen. Het verband tussen potentiaal en activiteit is analoog aan de
Nernst-vergelijking
U = U’ – S log aF
Met U : de potentaal van de cel (meet + referentie-elektrode-
U’ : constante
S : helling van de elektrode, ongeveer 59 mV
aF : activiteit van het fluoride -ion; aF = ꝩ [F]
ꝩ is de activiteitscoëfficiënt en is voornamelijk een functie van de ionsterkte van de
oplossing. Door toevoegen van een grote hoeveelheid sterk en inert elektrolyt aan de
oplossing wordt de ionsterkte hoog gehouden zodat voor alle oplossingen de
activiteitscoëfficiënt een constante is. naast dit elektrolyt worden een geschikte buffer
(optimaal pH ligt tussen 4 en 8 bij een fluoridegevoelige elektrode) en complexvormende
stoffen toegevoegd. In de handel zijn deze ‘toevoeg’-oplossingen te krijgen als TISAB (=total
ionic strenght adjustment buffer).
De potentiaal van de standaard oplossing met een verschillende concentratie worden
gemeten en vervolgens wordt een kalibratielijn opgesteld. Met behulp van statistisch
verwerkingen kan de concentratie van de onbekenden berekend worden.
Het verslag wordt op een correcte manier opgesteld.[2]
1
, 3. Gebruikte toestel:
- Analytische balans: Pioneer Ohaus M312
- Bovenweger: Sartorius Laboratory
- Droogstoof: Memmet M312-140
- Ultrasoon bad: VWR ultrasonic cleaner
- Gecombineerde fluoridegevoelige glaselektrode: Consort A
- Voltmeter: Consort C832 M312-061
4. Benodigde reagentia: [1]
A. TISAB
5 liter TISAB oplossing aangemaakt. (extra aangemaakt)
Deze oplossing bestaat uit:
NaCl (pa)
Gegevens:
C= 1,0 mol/l
M= 58,44 g/mol
V=5l
mtheoretisch NaCl = V * c * M
= 5 l * 1,0 mol/l * 58,44 g/mol
= 292,2 g
= 3* 102 g
mpraktisch NaCl = 292,20 g
Met mpraktisch kan men cpraktisch berekenen. (zie afvalverwerking)
Azijnzuur
Gegevens:
C= 0,25 mol/l
M=60,05 g/mol
V= l
100 m/m%
ρ =1,06 g/ml
100 g 100 g
/M /ρ
1,665… mol 94,339.. ml = 0,094339.. l
2
2FBTb
Klas: 2FBTa Datum uitvoering: 4/12/2020
Labo Farmaceutische analyse II : Potentiometrische bepaling
van fluoride in tandpasta
1. Doel:
Het doel tijdens deze proef is om de concentraties in mg/l aan fluoride in twee onbekende
oplossingen te bepalen. Hierbij wordt er gebruik gemaakt van potentiometrie aan de hand
van een kalibratielijn. Vervolgens wordt het gehalte aan fluoride in tandpasta in mg/l en in
ppm bepaald.
2. Principe: [1]
De glaselektrode, gebruikt bij een pH-bepaling, is de bekendste iongevoelige (of
ionselectieve) elektrode. Momenteel zijn er meerdere iongevoelige elektrodes of
membraanelektrodes beschikbaar, met een analoge werking aan de glaselektrode, maar
gevoelig voor een ander ion. Bij deze proef gebruiken we een fluoridengevoelige elektrode.
Het membraan bestaat hier uit een lanthaanflutoride kristal (LaF 3), gedopeerd met Eu2~. De
interne referentie-elektrode is een Ag/AgCl elektrode en de inwendige referentievloeistof
bevat chloride en fluoride ionen. Het verband tussen potentiaal en activiteit is analoog aan de
Nernst-vergelijking
U = U’ – S log aF
Met U : de potentaal van de cel (meet + referentie-elektrode-
U’ : constante
S : helling van de elektrode, ongeveer 59 mV
aF : activiteit van het fluoride -ion; aF = ꝩ [F]
ꝩ is de activiteitscoëfficiënt en is voornamelijk een functie van de ionsterkte van de
oplossing. Door toevoegen van een grote hoeveelheid sterk en inert elektrolyt aan de
oplossing wordt de ionsterkte hoog gehouden zodat voor alle oplossingen de
activiteitscoëfficiënt een constante is. naast dit elektrolyt worden een geschikte buffer
(optimaal pH ligt tussen 4 en 8 bij een fluoridegevoelige elektrode) en complexvormende
stoffen toegevoegd. In de handel zijn deze ‘toevoeg’-oplossingen te krijgen als TISAB (=total
ionic strenght adjustment buffer).
De potentiaal van de standaard oplossing met een verschillende concentratie worden
gemeten en vervolgens wordt een kalibratielijn opgesteld. Met behulp van statistisch
verwerkingen kan de concentratie van de onbekenden berekend worden.
Het verslag wordt op een correcte manier opgesteld.[2]
1
, 3. Gebruikte toestel:
- Analytische balans: Pioneer Ohaus M312
- Bovenweger: Sartorius Laboratory
- Droogstoof: Memmet M312-140
- Ultrasoon bad: VWR ultrasonic cleaner
- Gecombineerde fluoridegevoelige glaselektrode: Consort A
- Voltmeter: Consort C832 M312-061
4. Benodigde reagentia: [1]
A. TISAB
5 liter TISAB oplossing aangemaakt. (extra aangemaakt)
Deze oplossing bestaat uit:
NaCl (pa)
Gegevens:
C= 1,0 mol/l
M= 58,44 g/mol
V=5l
mtheoretisch NaCl = V * c * M
= 5 l * 1,0 mol/l * 58,44 g/mol
= 292,2 g
= 3* 102 g
mpraktisch NaCl = 292,20 g
Met mpraktisch kan men cpraktisch berekenen. (zie afvalverwerking)
Azijnzuur
Gegevens:
C= 0,25 mol/l
M=60,05 g/mol
V= l
100 m/m%
ρ =1,06 g/ml
100 g 100 g
/M /ρ
1,665… mol 94,339.. ml = 0,094339.. l
2