WAT IS TAAL?
WAT IS TAAL
Taal gebruiken voor algemene communicatie
→ keuze onderwerp bepaalt jargon
→ de verschillende jargons: onderdeel van natuurlijke taal + dezelfde grammatica
KENMERKEN VAN (NATUURLIJK, MENSELIJKE) TALEN
STRUCTUUR
→ alle regels samen vormen de grammatica
Nederlands: 3 verschillende volgordes van de elementen mogelijk
1. Morgen reis ik naar Apeldoorn.
2. Naar Apeldoorn reis ik morgen.
3. Ik reis morgen naar Apeldoorn.
→ talen divers qua structuur (regels) , wel gemeenschappelijke basis
ALLE TALEN DELEN UNIVERSELE EIGENSCHAPPEN
* alle talen bestaan uit kleine elementen
- worden grotere gehelen
- combinatie om zinnen te vormen
* alle gesproken talen hebben klinkers en medeklinkers
* alle talen: ontkennende bewerking, vragen stellen, bevelen doorgeven
* alle talen manier om complexe zinnen te maken
* altijd duidelijk naar wie ‘zich’ verwijst
* alle talen woorden voor ‘zwart’ en ‘wit’ of ‘donker’ en ‘licht’
DUBBELE ARTICULATIE
→ woorden los gezien bepaalde betekenis
→ combinatie met andere woorden → eventueel complexe boodschap
Boodschap afhankelijk van de volgorde van de woorden
INTERACTIE
→ taal wordt verworven door kinderen via interactie
→ taal wordt overgedragen van generatie op generatie
CREATIVITEIT
→ door regels steeds nieuwe, unieke zinnen mogelijk te maken
SAMEN HANDELEN
→ mensen stemmen taalgebruik af op de gesprekspartner, die reageert op wat ander zegt
SPONTAAN
→ los van het hier en nu
→ altijd op elk moment kun je praten, geen stimulans nodig
ARBITRAIR: WILLEKEURIG
→ willekeurige relatie tussen vorm en betekenis
! uitzondering op de willekeurigheid
→ onomatopeeën: klanknabootsingen
→ klank weerspiegelt deels betekenis
,VERSCHILLENDE TYPES TALEN
NATUURLIJK, MENSELIJKE TALEN
DIERENTALEN
- geen creativiteit
- stimulans nodig → niet spontaan
- soms arbitrair, soms niet
KUNSTTALEN
→ door mensen bewust ontworpen of geconstrueerd
Waarom: problemen internationale communicatie oplossen
Volken dichter bij elkaar brengen
- dubbele articulatie
- arbitrair
- veranderen niet in de loop van de tijd
- niet verworven van jongsaf
COMPUTERTALEN
NON-VERBALE COMMUNICATIE
→ taal zonder woorden
TAAL ALS LEVEND ORGANISME
TALEN WORDEN GEBOREN EN STERVEN
Geboren:
PIDGIN-TALEN
In Noord-Amerika verstonden Nederlanders en indianen elkaar door het pidgin Delaware.
* geen moedertaalsprekers
* wordt geleerd als tweede taal.
* mengtaal, vereenvoudigde taal
* Eenvoudige structuur & minimale woordenschat
* ontstaat als communicatiemiddel tussen twee of meer groepen die geen gemeenschappelijke taal
hebben.
CREOOLS
Nederlandse invloeden in Papiamentu op de Caribische eilanden
* geleerd als eerste taal → taalgemeenschap die de creooltaal als moedertaal heeft
* eigen grammaticale structuur ontwikkeld
- Prestigieuze taal van kolonisten: groot deel van woordenschat cf. Engels
- inheemse talen: fonologische en grammaticale basis
LINGUA FRANCA
een Chinees en een Koeweiti spreken Engels met elkaar.
* geen gemeenschappelijke moedertaal
Sterven
Waarom erg
- minder data om te bestuderen
- ramp voor volg en zijn cultuur
Waarom verdwijnen? → niet meer overgedragen van generatie op generatie
- laag prestige
- verlies van leefomgeving, verschillende contexten nodig om te overleven
,TAALVARIATIE, REGISTERS, REPERTOIRES
Dialect → taalvariëteit die aan specifieke regio verbonden is
Regio? → mensen kunnen elkaar verstaan ➔ hetzelfde dialect
→ wat is verstaan?? ➔ geen grens vast te leggen tussen twee dialecten
Grens taal en dialect ook onduidelijk met criteria ‘verstaanbaarheid’
→ andere criteria: politieke criteria → taal is een dialect met een leger
Save: taalvariëteiten, in het midden laten of het een taal of een dialect is
Sociologen van de taalkunde onderzoeken: etnololect (etnische groepen hebben eigen taalvariëteit)
Dialect (grafische groepen)
Sociolect (soc-eco klassen)
STANDAARDTAAL
→ ‘dialect’ van de elite
→ politieke beslissing, meeste prestige
TAALVERANDERING
Contact tussen verschillende taalvariëteiten leidt tot taalverandering
→ woorden overnemen met hogere status
V/M- TAAL
In sommige talen zijn er seksevariëteiten, maar uit onderzoek blijken v en m zelfde taal te spreken
→ te simpel ‘alle vrouwen’ en ‘alle mannen’
→ meer factoren die taal van persoon bepalen dan geslacht
JONGERENTAAL
→ manier van jongeren om zich af te zetten tegen wie ouder is dan hen
→ onderscheid in gesproken woorden & schrijfstijl
Afkorten kan het fonologische bewustzijn versterken
Jongeren weten goed in welke context welke ‘taal’ gebruiken
HET NEDERLANDS VAN MENSEN MET EEN MIGRATIEACHTERGROND
Herkenbaar: kort en stotende uitspraken
Verschillende taalvariëteiten duidelijk: moedertaal geïntegreerd in het Nederlands
I-> ‘nieuwe nederlandsen’ = Etnolecten
→ andere moedertaal maar toch vaak Nederlandstalig
→ eerst gegroeid buiten Nederlandse taalgebied, dan binnen
MAROKKAANS NEDERLANDS
* weglaten functionele elementen zoals: LV, ‘er’ onbepaalde lidwoorden, hulp & koppelww
* uitspraak: ‘sj’
Tweedegeneratiesprekers: enkel ‘sj’ begin woord als het begint met ‘s’
Bv niet: huisj
------------------------
MOEDERTAAL
→ taal die je tijdens je vroegste jeugd, nog voordat je naar school gaat, wordt aangeleerd
THUISTAAL
→DAT: dagelijks algemene taalvaardigheid
SCHOOLTAAL
→ CAT: cognitieve academische taalvaardigheid
, TAAL EN CULTUUR
Cultuur = gehele waarden- en normenpatroon van een samenleving , materiële cultuur
Relatie taal en cultuur duidelijk door de woordenschat van een taal
Bv. Wipmolen, meelmolen, windmolen,… veel uitdrukking met molen
→ molen is groot deel van cultuur
Taal kan ook belangrijk deel zijn van de cultuur
Relatie cultuur en taal: verwantschapssysteem
→ systeem van termen waarmee familierelaties worden aangeduid
→ wijze waarop iemand, iemand aanspreekt weerspiegeling sociale structuur
→ u of jij is cultureel bepaald