Inleiding tot recht..........................................................................................2
Algemene inleiding.......................................................................................................... 2
Verantwoording........................................................................................................... 2
Wat is recht nu?.......................................................................................................... 2
Indelingen van het recht.................................................................................................3
Objectief recht............................................................................................................. 3
Subjectief recht........................................................................................................... 3
Materieel recht............................................................................................................ 3
Formeel recht.............................................................................................................. 3
Privaat recht................................................................................................................ 3
Publiek recht............................................................................................................... 3
Gemengde rechtstakken.............................................................................................5
Supranationaal recht................................................................................................... 5
Internationaal recht..................................................................................................... 5
Nationaal recht............................................................................................................ 5
Bronnen van het recht.................................................................................................... 6
Wetgeving sensu lato (materiële wet).........................................................................6
Rechtspraak................................................................................................................ 8
Rechtsleer (= rechtswetenschap)................................................................................9
Gewoonte.................................................................................................................... 9
Algemeen rechtsbeginsel............................................................................................9
Structuren en instellingen............................................................................................. 10
Enkele algemene beginselen.....................................................................................10
Federale politieke instellingen...................................................................................11
Regionale politieke instellingen.................................................................................15
Beginselen van bevoegdheidsverdeling....................................................................16
Rechtshandhaving......................................................................................................... 16
Enkele gerechtelijke functies.....................................................................................17
Privaatrechtelijk procesrecht – procedure in eerste aanleg.......................................17
Privaatrechtelijk procesrecht – Rechtsmiddelen........................................................19
Rechtbanken en hoven.............................................................................................. 21
Verbintenissenrecht.....................................................................................29
Verbintenissen uit overeenkomst..................................................................................29
Verbintenissen uit quasi-contract..................................................................................34
Zaakwaarneming....................................................................................................... 34
Onverschuldigde betaling.......................................................................................... 34
Verrijking zonder oorzaak.......................................................................................... 34
Verbintenissen uit onrechtmatige daad........................................................................35
Economisch recht.........................................................................................38
Vennootschapsrecht...................................................................................................... 38
Inleiding..................................................................................................................... 38
Soorten vennootschappen......................................................................................... 44
1
,Inleiding tot recht
Algemene inleiding
Verantwoording
Recht is zaak van alle burgers. Iedereen wordt geconfronteerd met recht. Recht
is niet altijd rechtvaardig of stemt overeen met het morele of godsdienstige
regels.
Bv. Healthcare systeem in Amerika.
Taxen percentage
Lage lonen
Verjaringstermijnen.
Kiezen tussen rechtvaardigheid of orde? Dan kiest de wetgever meestal voor
orde.
Recht is niet altijd rechtvaardig, en omgekeerd. (Recht ≠ rechtvaardigheid)
Nuremberg principes: als er een morele keuze is om de misdaad niet te
plegen, ook al heb je de wet gevolgd dan zal je toch berecht worden.
Wat is recht nu?
Recht (gedragsregels en normen hebben) heeft als doen het ordenen van de
maatschappij.
Het recht omvat een geheel van gedragsregels en normen zoals
Verbodsbepalingen
o Bv. Verkeersregels niet overtreden, slaan & verwondingen, abortus na 12
weken
Gebodsbepalingen
o Schoolplicht, schuldig verzuim (hulpdiensten inschakelen wanneer mede burger
in nood is)
Normen die toelating bevatten
o eigendomsrecht
Organieke regels
o Organisatie van institutie in België, Instellingen van ons land organiseren (bv.
Wij hebben verkiezingen uit hoeveel parlementairen bestaan ons federaal
parlement? Wat zijn de bevoegdheden van de verschillende wetgevers in ons
land
De regels worden opgelegd door de overheid. De regels zijn afdwingbaar1.
Dwingend recht
moet worden gevolgd
o organen verkopen
o draagmoederschap
o sekswerkers
o discrete/anonieme bevalling
Louter dwingend recht
- ontwikkeld ter bescherming van een kwetsbare groep van personen.
(=mindervaliden, minderjarigen, consument)
1
via de wet recht hebben op en kunnen opeisen
2
, Absoluut dwingend recht
- het recht van openbare orde en goede zeden ter bescherming van de
samenleving in zijn geheel.
Aanvullend recht
Regels waarbij de wetgever een kader voorziet waar de partijen kunnen op
terugvallen indien ze zelf niets anders regelen.
De regels mag je volgen maar je mag er ook van afwijken.
Algemene normen
- Gericht tot iedereen
- Bijna alle wetten zijn algemeen
Individuele normen
- Gericht tot 1 persoon
Indelingen van het recht
Objectief recht
Geheel van normen die de menselijke activiteiten, de onderlinge verhouding
tussen mensen en hun verhouding tot de gemeenschap regelen.
- Bevat algemeen en normerende bepalingen
- Staat geschreven.
Subjectief recht
Aanspraken die een persoon tegenover een ander laat gelden.
- Subjectief als het voor u wordt toegepast.
Materieel recht
Regels die rechten toekennen en plichten opleggen.
Wat men verwacht van u als burger.
- Bv. Strafrechtboek: alles in het boek zelf, alle misdaden met de daar
opstaande straffen.
Formeel recht
Geeft aan hoe de naleving van het materiële recht verzekerd kan worden. Tonen
dus aan hoe het moet worden nageleefd.
- Bv. Strafprocesrecht, wetboek van strafvordering.
Privaat recht
Regelt de verhouding tussen de burgers onderling.
- Burger burger
o Bv. contractenrecht
Publiek recht
Regelt de algemene belangen en heeft betrekking op de inrichting, de werking en
de onderlinge verhoudingen van de overheidsorganen en op de verhouding van
de overheid tot de burger.
3
, - Burger samenleving (bv. Het strafrecht)
- Burger positie t.o.v. de overheid (bv. Het strafrecht)
- Overheidsorganen/instellingen onderling (bv. Het grondwettelijk recht)
4