Geslachtskenmerken (primair + secundair)
Primaire geslachtskenmerken
= geslachtskenmerken die je al hebt voor de geboorte
Secundaire geslachtskenmerken
= de geslachtskenmerken die pas vanaf de puberteit tot uiting komen na een
verhoogde productie van geslachtshormonen (bij meisjes oestrogeen, bij jongens
testosteron)
, Geslachtsdifferentiatie
Tot en met de 7de week hebben alle embryo’s
ongedifferentieerde geslachtsklieren- en hun
afvoerkanalen. We noemen dit de indifferente periode.
Na de indifferente periode zullen de definitieve
geslachtsorganen gevormd worden =
geslachtsdifferentiatie. Het Y-chromosoom zal het
geslacht bepalen. Op het Y-chromosoom zit de TDF-factor
(testisdeterminerende factor) met het TDF-gen.
Als dit gen aanwezig is worden de teelballen gevormd. In
de teelballen wordt er testosteron en anti-Müllerhormoon
aangemaakt. Deze zorgen voor de ontwikkeling van de
gangen van Wolf ( worden zaadleiders en bijballen).
Als dit gen afwezig is worden er geen hormonen
aangemaakt en ontwikkelen de gangen van Müller tot eileider, vagina en
baarmoeder.
Vanaf de 9de week: virilisatie = de uitgroei en samensmelting van alle plooien bij
jongetjes. Hoe start de virilisatie: de binding van testosteron met
androgeenreceptor => werkt in op DNA => start van virilisatie.
Tijdens 3de maand van de zwangerschap: testosteron wordt blootgesteld aan de
hersenen van de foetus => seksuele ontwikkeling van de hersenen => tertiair
geslachtskenmerk = beleving van man of vrouw te zijn = genderidentiteit
(meestal komt dit overeen met je biologisch geslacht).
Functionele bouw van de vrouwelijke
voortplantingsorganen
Eileiders
De eierstokken (of ovaria) produceren eicellen + geslachtshormonen
(daarom worden ze ook geslachtsklieren of gonaden genoemd). Het is
Primaire geslachtskenmerken
= geslachtskenmerken die je al hebt voor de geboorte
Secundaire geslachtskenmerken
= de geslachtskenmerken die pas vanaf de puberteit tot uiting komen na een
verhoogde productie van geslachtshormonen (bij meisjes oestrogeen, bij jongens
testosteron)
, Geslachtsdifferentiatie
Tot en met de 7de week hebben alle embryo’s
ongedifferentieerde geslachtsklieren- en hun
afvoerkanalen. We noemen dit de indifferente periode.
Na de indifferente periode zullen de definitieve
geslachtsorganen gevormd worden =
geslachtsdifferentiatie. Het Y-chromosoom zal het
geslacht bepalen. Op het Y-chromosoom zit de TDF-factor
(testisdeterminerende factor) met het TDF-gen.
Als dit gen aanwezig is worden de teelballen gevormd. In
de teelballen wordt er testosteron en anti-Müllerhormoon
aangemaakt. Deze zorgen voor de ontwikkeling van de
gangen van Wolf ( worden zaadleiders en bijballen).
Als dit gen afwezig is worden er geen hormonen
aangemaakt en ontwikkelen de gangen van Müller tot eileider, vagina en
baarmoeder.
Vanaf de 9de week: virilisatie = de uitgroei en samensmelting van alle plooien bij
jongetjes. Hoe start de virilisatie: de binding van testosteron met
androgeenreceptor => werkt in op DNA => start van virilisatie.
Tijdens 3de maand van de zwangerschap: testosteron wordt blootgesteld aan de
hersenen van de foetus => seksuele ontwikkeling van de hersenen => tertiair
geslachtskenmerk = beleving van man of vrouw te zijn = genderidentiteit
(meestal komt dit overeen met je biologisch geslacht).
Functionele bouw van de vrouwelijke
voortplantingsorganen
Eileiders
De eierstokken (of ovaria) produceren eicellen + geslachtshormonen
(daarom worden ze ook geslachtsklieren of gonaden genoemd). Het is