Eigen vragen rechtsfilosofie
Hoofdstuk 1: rechtsfilosofie en de middeleeuwen: God/recht
Wat is recht?
Er zijn verschillende visies over wat recht is:
1. Volgens juristen -> recht is het geheel van regels die de grondslag
vinden in de bronnen van het recht (wetten/ordonnanties), om
bepaalde problemen op te lossen maken ze gebruikt van wetten.
2. Volgens sociologen -> recht als sociaal fenomeen, het recht
beïnvloedt de MY en omgekeerd. Het recht kan op 2 manieren hier
beschouwd worden:
- Nauw recht = MY controle door aanwending van macht
- Breed recht = geheel van collectieve gedragingen en normen die
het sociaal leven structureren.
3. Volgens filosofen -> recht heeft een dubbele betekenis:
- Natuurrechtsleer = over de morele rechtvaardigheid
- Recht positivisme = over bestaande + rechtsstelsel
Wat is rechtsfilosofie?
Een vaste definitie bestaat er niet, maar men kan rechtsfilosofie wel
uitleggen aan de hand van enkele grondvragen zoals:
- In hoeverre houdt het recht verband met het moraal en
rechtvaardigheid?
- In hoeverre is recht enkel een machtsinstrument?
- ….
Dus rechtsfilosofie is verbonden aan de rechtspraktijk, maar toch kan je
sommige problemen niet oplossen door enkel naar het recht te gaan
kijken.
Hierdoor heeft men een filosofische benadering. Waarbij juristen en
filosofen naar dezelfde dingen gaan kijken, maar op een andere manier:
- Jurist -> probeert het op te lossen met de regels van de
wetgeving
- Filosoof -> gaat net afstand doen van dit recht
Volgens Westermans is rechtsfilosofie een poging om geordend en
systematisch na te denken over de aard, functie en legitimiteit van het
recht.
,Wat is de relatie in de middeleeuwen tussen god en het recht?
Vroeger werd het recht anders bekeken. Er was geen sprake van vrijheid
en gelijkheid. grote denkers in deze periode zijn Augustinus, Aristoteles en
Thomas van Aquino. Wel zag men in deze periode het feodalisme:
= een feodale MY is opgedeeld in kleine eenheden onder de leiding van de
adel waarbij je rechten toebehoren aan de hand van welke stand je
behoort.
- Adellijke stand
- Geestelijke stand
- Boeren en burgerlijke stand
Ook werd er in de magna carta de privileges van de adellijke stand
tegenover de koning erkend.
Leg me uit RPC met Augustinus?
Men spreekt hier over de res publica christiana die geïntroduceerd werd
door Augustinus. Het betekent letterlijk het publiek goed. Het is gebaseerd
op rechtvaardigheid en algemeen welzijn van de mens. De 3 grote pilaren
van de RPC:
1. Eenheid van geloof
2. Paus aan het hoofd met een hiërarchische structuur
3. Kerk mag ongelovigen bestrijden
Ook introduceerde Augustinus de notie van soevereiniteit (= het recht om
het hoogste gezag uit te oefenen zonder naar iemand te luisteren. Hierbij
bedoeld hij God en dat er goddelijke soevereiniteit is
Zegt dat we te hard gefocust zijn op het verhaal van adam en eva
die zich laten verleiden en ongehoorzaam zijn aan gods gebod, en
volgens hem speelt ons intellect ons ook op een dwaalspoor.
Hoe denkt Augustinus over de staat?
Hierbij citeert hij “wanneer gerechtigheid aan de kant word geschoven,
wat zijn koninkrijken dan anders dan grote roversbenden?”
Hij vergelijkt de staat met grote roversbenden alleen zijn ze groter en
meer georganiseerd. De oplossing hierbij is volgens hem God en god kan
ons controleren. Het gevolg is een strikte MY.
Boeren gehore aan de adel, de adel aan de koning en de koning aan god.
Dit is de visie in de vroege middeleeuwen.
, Leg me Aristoteles en Thomas van Aquino hun visie uit?
Hierbij springen we naar de 13E. er is nog altijd sprake van
feodale-/standenMY, maar zien we Aristoteles en zijn denken was: het
denken over het recht ligt niet bij god maar bij de mensen zelf. De
staatsinrichting moet ervoor zorgen dat de natuurlijke aard van de mens
tot ontwikkeling komt maar het moet vanuit de mens zelf komen.
Hierop gaat Thomas van Aquino verder en zegt: “de rangorde van de
voorschriften van de natuurrecht moeten corresponderen aan de rangorde
van de natuurlijke neigingen” namelijk tot:
- Natuurlijk zelfbehoud
- Opvoeding van kinderen en voortplanting
- Rationele neiging tot het goede
Er is een invloed van Aristoteles want mens is de uitgangspunt en niet het
woord van god. Staat wordt ook niet langer meer beschouwd als het
noodzakelijk kwaad zoals bij Augustinus maar nu als een middel om
menselijke neigingen te realiseren en te ontplooien.
Hierbij zien we 2 metaforen:
1. Metafoor van het schip van de staat -> het schip zelf bepaald niet
zelf haar eindbestemming, enkel door god, maar de mens zelf kan
bepalen hoe er te komen en heeft een sterke stuurman nodig (de
staat)
2. Metafoor van het lichaam -> het lichaam valt uiteen zonder alle
andere ledematen die de kracht hebben op het lichaam (de staat)
Hoofdstuk 2: De moderne tijd
Wat is sferendifferentiatie?
Differentiatie van verschillende sferen die een breuk met de
middeleeuwen geven met elke hun eigen doel, regels en rationaliteit, los
van het moreel-religieuze rationaliteit.
Leg me alle verschillende soorten sferen uit in de moderne tijd die
een breuk gaven met de middeleeuwen
Religieuze sfeer
De breuk in de religieuze eenheid werd gevormd door het calvinisme, dat
een nieuwe relatie tussen de religie en staat willen hebben met als nadruk
Hoofdstuk 1: rechtsfilosofie en de middeleeuwen: God/recht
Wat is recht?
Er zijn verschillende visies over wat recht is:
1. Volgens juristen -> recht is het geheel van regels die de grondslag
vinden in de bronnen van het recht (wetten/ordonnanties), om
bepaalde problemen op te lossen maken ze gebruikt van wetten.
2. Volgens sociologen -> recht als sociaal fenomeen, het recht
beïnvloedt de MY en omgekeerd. Het recht kan op 2 manieren hier
beschouwd worden:
- Nauw recht = MY controle door aanwending van macht
- Breed recht = geheel van collectieve gedragingen en normen die
het sociaal leven structureren.
3. Volgens filosofen -> recht heeft een dubbele betekenis:
- Natuurrechtsleer = over de morele rechtvaardigheid
- Recht positivisme = over bestaande + rechtsstelsel
Wat is rechtsfilosofie?
Een vaste definitie bestaat er niet, maar men kan rechtsfilosofie wel
uitleggen aan de hand van enkele grondvragen zoals:
- In hoeverre houdt het recht verband met het moraal en
rechtvaardigheid?
- In hoeverre is recht enkel een machtsinstrument?
- ….
Dus rechtsfilosofie is verbonden aan de rechtspraktijk, maar toch kan je
sommige problemen niet oplossen door enkel naar het recht te gaan
kijken.
Hierdoor heeft men een filosofische benadering. Waarbij juristen en
filosofen naar dezelfde dingen gaan kijken, maar op een andere manier:
- Jurist -> probeert het op te lossen met de regels van de
wetgeving
- Filosoof -> gaat net afstand doen van dit recht
Volgens Westermans is rechtsfilosofie een poging om geordend en
systematisch na te denken over de aard, functie en legitimiteit van het
recht.
,Wat is de relatie in de middeleeuwen tussen god en het recht?
Vroeger werd het recht anders bekeken. Er was geen sprake van vrijheid
en gelijkheid. grote denkers in deze periode zijn Augustinus, Aristoteles en
Thomas van Aquino. Wel zag men in deze periode het feodalisme:
= een feodale MY is opgedeeld in kleine eenheden onder de leiding van de
adel waarbij je rechten toebehoren aan de hand van welke stand je
behoort.
- Adellijke stand
- Geestelijke stand
- Boeren en burgerlijke stand
Ook werd er in de magna carta de privileges van de adellijke stand
tegenover de koning erkend.
Leg me uit RPC met Augustinus?
Men spreekt hier over de res publica christiana die geïntroduceerd werd
door Augustinus. Het betekent letterlijk het publiek goed. Het is gebaseerd
op rechtvaardigheid en algemeen welzijn van de mens. De 3 grote pilaren
van de RPC:
1. Eenheid van geloof
2. Paus aan het hoofd met een hiërarchische structuur
3. Kerk mag ongelovigen bestrijden
Ook introduceerde Augustinus de notie van soevereiniteit (= het recht om
het hoogste gezag uit te oefenen zonder naar iemand te luisteren. Hierbij
bedoeld hij God en dat er goddelijke soevereiniteit is
Zegt dat we te hard gefocust zijn op het verhaal van adam en eva
die zich laten verleiden en ongehoorzaam zijn aan gods gebod, en
volgens hem speelt ons intellect ons ook op een dwaalspoor.
Hoe denkt Augustinus over de staat?
Hierbij citeert hij “wanneer gerechtigheid aan de kant word geschoven,
wat zijn koninkrijken dan anders dan grote roversbenden?”
Hij vergelijkt de staat met grote roversbenden alleen zijn ze groter en
meer georganiseerd. De oplossing hierbij is volgens hem God en god kan
ons controleren. Het gevolg is een strikte MY.
Boeren gehore aan de adel, de adel aan de koning en de koning aan god.
Dit is de visie in de vroege middeleeuwen.
, Leg me Aristoteles en Thomas van Aquino hun visie uit?
Hierbij springen we naar de 13E. er is nog altijd sprake van
feodale-/standenMY, maar zien we Aristoteles en zijn denken was: het
denken over het recht ligt niet bij god maar bij de mensen zelf. De
staatsinrichting moet ervoor zorgen dat de natuurlijke aard van de mens
tot ontwikkeling komt maar het moet vanuit de mens zelf komen.
Hierop gaat Thomas van Aquino verder en zegt: “de rangorde van de
voorschriften van de natuurrecht moeten corresponderen aan de rangorde
van de natuurlijke neigingen” namelijk tot:
- Natuurlijk zelfbehoud
- Opvoeding van kinderen en voortplanting
- Rationele neiging tot het goede
Er is een invloed van Aristoteles want mens is de uitgangspunt en niet het
woord van god. Staat wordt ook niet langer meer beschouwd als het
noodzakelijk kwaad zoals bij Augustinus maar nu als een middel om
menselijke neigingen te realiseren en te ontplooien.
Hierbij zien we 2 metaforen:
1. Metafoor van het schip van de staat -> het schip zelf bepaald niet
zelf haar eindbestemming, enkel door god, maar de mens zelf kan
bepalen hoe er te komen en heeft een sterke stuurman nodig (de
staat)
2. Metafoor van het lichaam -> het lichaam valt uiteen zonder alle
andere ledematen die de kracht hebben op het lichaam (de staat)
Hoofdstuk 2: De moderne tijd
Wat is sferendifferentiatie?
Differentiatie van verschillende sferen die een breuk met de
middeleeuwen geven met elke hun eigen doel, regels en rationaliteit, los
van het moreel-religieuze rationaliteit.
Leg me alle verschillende soorten sferen uit in de moderne tijd die
een breuk gaven met de middeleeuwen
Religieuze sfeer
De breuk in de religieuze eenheid werd gevormd door het calvinisme, dat
een nieuwe relatie tussen de religie en staat willen hebben met als nadruk