Deel I.I.: het objectief en subjectief recht
I.I.1. recht en rechten
het recht is overal aanwezig in de samenleving, maar de term krijgt verschillende
invullingen:
o het recht dat een persoon heeft om iets wel/niet te doen de rechten van
de mens
o een verwijzing naar het geheel van rechtsregels die in een samenleving
gelden het Belgische recht
o het recht kan ook verwijzen naar naar een deel ervan dat specifiek van
toepassing is op een bepaald domein van het maatschappelijke leven het
mileurecht
o momenteel ben ik student rechten en als ik afstudeer heb ik een master in
rechten
het recht is geen statisch begrip het veranderd in de loop der jaren
o invulling van het begrip is onderworpen aan de relativiteit in tijd en ruimte
o afhankelijk van een bepaalde situatie op een bepaald moment wordt er een
specifieke tak van het recht toegepast
twee vormen van het recht
o het subjectief recht: Subjectief recht verwijst naar het recht dat een individu
kan ontlenen aan het objectieve recht. Het is het recht dat een persoon of
een rechtspersoon (bijvoorbeeld een bedrijf) kan uitoefenen op basis van de
objectieve rechtsregels. Het is dus een persoonlijke aanspraak of
bevoegdheid die ontstaat door de toepassing van het objectieve recht
vb.: Iemand die iets koopt, krijgt het subjectieve recht op eigendom
van dat goed. Dit recht is gebaseerd op het objectieve recht dat
eigendom regelt in de wet
o het objectief recht: Objectief recht verwijst naar het geheel van rechtsregels
en normen die in een samenleving van kracht zijn. Het omvat de geschreven
en ongeschreven regels, zoals wetten, verdragen, jurisprudentie en
gewoonten, die bepalen wat wel en niet mag in een samenleving
vb.: Het strafrecht zoals dat in de wetboeken is vastgelegd, bepaalt welke
handelingen strafbaar zijn (bijvoorbeeld diefstal of fraude). Dit zijn
objectieve rechtsregels die voor iedereen gelden
o verschil tussen beide: objectief recht zijn de regels, subjectief recht is het
recht dat je persoonlijk hebt op basis van die regels
I.I.2. Objectief recht
het objectief recht = het recht dat in een samenleving aanwezig is, het geheel
aan rechtsregels dat op een bepaald moment op een bepaalde plaats van
toepassing is
, er zijn verschillende filosofen & rechtsgeleerde die een verschillende definitie
vormen over het objectief recht in al deze definities komt het zelfde terug naar
voor:
o recht is gericht op de normatieve ordening in en van de samenleving
o recht is een geheel van regels en voorschriften
o recht is uitgevaardigd door of krachtens het maatschappelijk gezag
o recht is afdwingbaar door of krachtens het maatschappelijk gezag
I.I.3. Subjectief recht
het begrip:
o bekeken vanuit oogpunt van het rechtssubject, de titularis van subjectieve
rechten
o een juridisch (door het objectieve recht) bekrachtigde bevoegdheid of
aanspraak die een rechtssubject op een bepaalde zaak of jegens een
bepaalde persoon kan uitoefenen om zijn of haar eigen doelstellingen te
verwezenlijken
o vloeit voort uit het objectief recht
o er schuilt een diversiteit in de heerschappij in het subjectieve recht:
de Amerikaanse rechtsfilosoof Hohfeld begreep “heerschappij” als “recht
hebben op” en maakte hierbij een onderscheid tussen een aantal
begrippen die elk op een ander type van relaties tussen personen uit
• de aanspraak (claim): tegenover elk recht staat een plicht
• de vrijheid (privilege): rechtssubject is vrij om iets wel of niet te
doen en beperkt hierbij de vrijheden van andere niet
• macht/bevoegdheid (power): de rechtssubject heeft het recht
aanspraken en vrijheden in het leven roepen
• immuniteit (immunity): bescherming tegen de macht van anderen
om een aanspraak of vrijheid te wijzigen
zowel privaatrechtelijk als publiekrechtelijk van aard
belangen: geen juridisch afdwingbaar subjectief recht
I.I.3.2. de rechtsregel en het subjectieve recht
hypothetische vorm: subjectieve rechten worden ontleend aan rechtsregels doe
door het objectieve recht zijn bekrachtigd
o de rechtsregel heeft als gedragsnorm vaak een hypothetische structuur, de
norm verbind aan bepaalde algemeen omschreven feiten of handelingen
bepaalde algemeen omschreven rechtsgevolgen
art. 1382 OBW.: “Elke daad van de mens, waardoor aan een ander
schade wordt veroorzaakt, verplicht degene door wiens schuld de
schade is ontstaan, deze te vergoeden.”
Art. 6.5. BW: “Eenieder is aansprakelijk voor de schade die hij door zijn
fout aan een ander veroorzaakt.”
o Het is pas als de titularis van het subjectieve recht zijn recht opeist en/of
aangesproken wordt op zijn rechtsplichten dat het objectieve recht werkelijk
, tot leven komt levert ook veel toepassings- en interpretatievragen de
rechter moet de wettekst toepassen in concreto
o Een rechtsregel bevat 1 of meerdere van volgende elementen:
1. rechtssubject: natuurlijke en rechtspersonen
2. rechtsobject
3. rechtsfeit
4. rechtsgevolg
1) rechtsubject
= diegene voor wie de rechtsnorm gevolgen teweegbrengt of degene aan wie
het objectieve recht mogelijke rechten toekent en verplichtingen oplegt de
drager/titularis van rechten en verplichtingen
o natuurlijke personen: alle levende mensen
er wordt geen onderscheid gemaakt tussen mensen met en zonder
rechten
in princiepe iedereen gelijk voor een bepaald recht tenzij de wet daar een
uitz. Op maakt:
• rechtsbekwaamheid: geschiktheid houder zijn van subj. rechten
• handelingsbekwaalheid: bekwaamheid rechtshandelingen te stellen
een antro pocentristischebenadering:
• dieren en planten: enkel rechtsobjecten, voorwerp van subjectieve
rechten
• wel maatregelen ter bescherming van leefmilieu, natuur, dieren
- art. 7bis Gw. streven naar bescherming van en zorg voor dieren
als wezens met gevoel
- art. 3,39 BW dieren hebben een gevoelsvermogen en biologische
noden, maar vallen onder de bepalingen van de lichamelijke
voorwerpen (goederen)
• “dierenrechten” slaat niet op subjectieve rechten
• hebben ook geen plichten - bij schade niet gehouden tot
schadevergoeding
- art. 1385 oud BW: de eigenaar van het dier of degene die er zich
van bedient, is aansprakelijk voor de schade die door het dier is
veroorzaakt
- art. 6.17 BW: bewaarder van een dier is foutloos aansprakelijk
voor de schade veroorzaakt door een dier
o rechtspersonen: groepring van natuurlijke personen of een voor een bepaald
doel afgescheiden vermogen ten aanzien van het recht behandeld als een
zelfstandige eenheid
enkel geldig door de wetgever aangeduid zoniet = feitelijke vereniging
treden op via organen (natuurlijke personen) die hen vertegenwoordigen
ze zijn privaatrechtelijk & publiekrechtelijk
, • publiekrechtelijk: opgericht door de overheid met het oog op publieke
dienstverlening
- ontlenen hun rechtspersoonlijkheid aan de wet, decreet of
ordonnantie
- vb.: gewest, provincie, gemeenten, agentschappen
• publiekrechtelijk: opgericht op privaat initiatieftreden op ter
behartiging van private belangen
feitelijke verenigingen hhebben geen rechtspersoolijkheid
Venootschap Vereniging zonder winst – Stichting
oogmerk
Opgericht door personen (vennoten) die inbreng doen, Opgericht door minstens 2 personen Rechtspersonen zonder leden,
heeft vermogen, stelt uitoefening van welbepaalde (leden), streeft belangeloos doel na, streeft belangeloos doel na, zonder
activiteit(en) tot voorwerp en heeft doel aan vennoten zonder uitkering van uitkering van enig vermogen
een vermogensvoordeel uit te keren vermogensvoordeel
- venootschap onder firma (VOF) Van openbaar nut (filantropisch,
- commanditaire vennootschap (CommV) filosofisch, religieus,
- besloten vennootschap (BV) pedagogisch,...)
- coöperatieve vennootschap (CV)
- naamloze vennootschap (NV)
2) rechtsobject
= voorwerp van het subjectief recht = het voordeel waarover rechtsubjecten zijn
rechten kunnen uitoefenen
o er zijn 2 categorieën:
politieke rechten: de rechten & bevoegdheden van de burger om deel te
nemen aan het bestuur van de staat en het leven in de staat
• politieke vrijheden
• participatie-rechten
• sociaal-economische rechten
burgerlijke rechten: verlenen een persoon de bevoegdheid om zijn
individuele levenssfeer te regelen
• extrapatrimoniale rechten: rechten niet in geld waarneembaar
- Vb. recht op privéleven
• patrimoniale rechten: rechten in geld waarneembaar
- Vb.: eigendomsrecht
3) rechtsfeit: feit waaraan de rechtsregel rechtsgevolgen verbindt
o kan worden opgedeeld in 3 categoriën:
rechtsfeiten: geen actief optreden van de mens impliceert
• vb.: overlijden van een persoon
feitelijke meinselijke handelingen: handelingen die worden gesteld
zonder dat de steller de bedoeling had om rechtsgevolgen tot stand te
brengen
• vb.: het perongeluk beschadigen van een auto
rechtshandeling: een handeling die door mensen op basis van een
specifieke wilsuiting wordt gesteld met het oog op rechtsgevolgen die het
objectieve recht aan die handeling verbindt
• vb.: het ondertekenen van een huurcontract