100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
AFPF Blok 1, Jaar 1, HBO-V $7.47   Add to cart

Exam (elaborations)

AFPF Blok 1, Jaar 1, HBO-V

 38 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit document is voorzien van alle lesdoelen en aantekeningen tijdens de lessen van Blok 1 (Gezondheid) van AFPF.

Preview 4 out of 55  pages

  • December 23, 2020
  • 55
  • 2020/2021
  • Exam (elaborations)
  • Questions & answers
avatar-seller
Introductie AFPF (anatomie, fysiologie, pathologie en farmacologie)
- Anatomie = leer van de bouw van het lichaam
- Fysiologie = leer van de werking van het lichaam
- Pathologie = ziekteleer, leer van disfunctioneren van het lichaam
- Farmacologie = leer van de werking van geneesmiddelen (op het lichaam)


Verplichte literatuur: anatomie & fysiologie & veel voorkomende stoornissen & medisch
handboek
Voorbereiding:
- Flitscolleges bekijken (juf Danielle)
- Literatuur bestuderen
- Leerdoelen uitwerken + samenvatten
- Opdrachten voorbereiden


OOA = Ondersteunend Onderwijs A = altijd AFPF

,Les 1, Leerdoelen AFPF

 Een beschrijving geven van de complexiteitsniveaus van structuren in het lichaam

- Van klein naar groot: Atomen (bouwsteen van de cel). Cellen (bevat
genetische informatie van het menselijk lichaam). Organen (delen van je lijf
die bepaalde functies hebben, denk aan het hart, de lever, de nieren etc.
Orgaanstelsels (een geheel van organen die samen een functioneel geheel
vormen).

 Een definitie geven van de begrippen ‘milieu intérieur’ en ‘homeostase’

- Milieu Intérieur: is de extracellulaire lichaamsvloeistof, het is de ruimte buiten
de cellen van een weefsel.
- Homeostase: is het in stand houden van het interne milieu door middel van
regelkringen in het menselijk lichaam, ondanks veranderingen in de omgeving
van het organisme.

 Negatieve en positieve feedbackmechanismen met elkaar vergelijken

- Positieve feedbackmechanismen (stimulatie): een toename van het resultaat
zorgt voor een versterking van het proces. (denk aan de bloedstolling)
- Negatieve feedbackmechanismen (inhibitie): een toename van het resultaat
zorgt voor een remming van het proces. (remmen met een auto op een
helling, wanneer je naar beneden gaat en je overschrijdt de snelheid dan rem
je)

 De functies van de transportsystemen in het lichaam beschrijven

- Passief transport: Dit is transport zonder het verbruiken van energie, de stof
verplaatst zich mee met de concentratiegradiënt. Voorbeelden zijn osmose en
Diffusie. Bij diffusie gaan de deeltjes van een hoge naar een lage
concentratie, de temperatuur en de concentratie zijn hierbij van groot belang.
Het is transport door een semi-permeabel membraan. Osmose is de diffusie
van water, waarbij een vloeistof met opgeloste stoffen door een halfdoorlatend
membraan stromen, de vloeistof wordt wel doorgelaten, maar de opgeloste
stoffen niet, hier verplaatst het water zich om 2 gelijke concentraties te krijgen
aan beide kanten van het membraan.

 De functies van het zenuwstelsel en het endocriene stelsel van interne
communicatie samenvatten

- Het zenuwstelsel is een systeem in ons lichaam dat zorgt voor de
communicatie. Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel, het
perifere zenuwstelsel en de somatische zintuigen. Het CZST bestaat uit de
hersenen en het ruggenmerg. Het perifere zenuwstelsel bestaat uit
sensorische zenuwen (signalen vanaf het zintuig richting de hersenen, de
receptoren) en uit motorische zenuwen (de signalen vanaf de hersenen
richting de spier/klier, de effectoren). De somatische zintuigen onderscheiden
4 prikkels: pijn, tast, warmte en koudheid (het zijn sensorische receptoren).

, Het endocriene stelsel reguleert de activiteit van organen en fysieke
systemen.

 In hoofdlijnen beschrijven hoe het lichaam stoffen absorbeert

- Absorberen van stoffen in het menselijk lichaam gaat door ademhalings- en
spijsverteringssystemen, noodzakelijk voor zuurstof en voedsel. Via de longen
neem je zuurstof op. In de longblaasjes vindt uitwisseling plaats van vitale
gassen tussen de longen en het bloed.het spijsverteringsstelsel zorgt voor het
afbreken en verteren van voeding (voeding kan je niet rechtstreeks gebruiken,
het moet eerst afgebroken worden).

 De afvalstoffen noemen die door het lichaam worden verwijderd

- De nieren scheiden afvalstoffen uit, denk aan ureum (afvalproduct van de
eiwitstofwisseling), maar ook zouten, zoals: kalium, calcium, natrium en
magnesium.

 Activiteiten benoemen die een individu onderneemt ter overleving en ter
bescherming

- Voedsel zoeken, vijanden verjagen, territorium afbakenen, paren

 Een opsomming geven van mechanismen die vaak tot ziekte leiden

- Infectie, ontsteking, slecht afweersysteem, bacterie-overdracht, niet goed
verteren van afvalstoffen, verstoring van de homeostase.

 Een definitie geven van de termen etiologie, pathogenese en prognose

- Etiologie: is het bestuderen van de oorzaak van een ziekte/aandoening
- Pathogenese: is de ontwikkeling of ziekteproces van een ziekte/aandoening
- Prognose: is een uitspraak over het vermoedelijke verloop van bijvoorbeeld
een ziekte

 Het proces van osmose vergelijken met dat van diffusie en met behulp van deze
begrippen uitleggen hoe moleculen zich verplaatsen binnen en tussen
compartimenten van het lichaam

- Je lichaam wilt alles in balans houden, dus ook de concentraties aan de beide
kanten van een membraan. Als je concentraties niet gelijk zijn, kan je die gelijk
maken door osmose of diffusie. Bij beide manieren zorg je er met een
halfdoorlatend (semi-permeabel) membraan voor dat bepaalde stoffen wel
door het membraan kunnen en bepaalde stoffen niet. Zuurstof kan
bijvoorbeeld wel door zo’n membraan, maar bloedcellen en plasma-eiwitten
zijn te groot om de wand te passeren.

,  Een definitie geven van de termen intra- en extracellulaire vloeistof

- Intracellulaire vloeistof: tussen de cellen
- Extracellulaire vloeistof: in het bloed

 De structuur beschrijven van de plasmamembraan

- Een plasmamembraan bestaat uit twee lagen met fosfolipiden. Een fosfolipide
heeft een hydrofiele (wateraantrekkend) kop met een elektrische lading. Een
fosfolipide heeft ook een hydrofobe (waterafstotend) staart zonder lading. Er
liggen 2 lagen van fosfolipiden op elkaar met de hydrofobe staarten naar
elkaar toen gericht, deze vormen een waterafstotende laag samen. De
hydrofiele koppen liggen dus naar buiten toe. Dit is van invloed op het
transport van stoffen door deze membranen.

 De functies beschrijven van de belangrijkste organellen

- De kern: hier ligt DNA opgeslagen.
- Mitochrondiën: het is de energiecentrale van de cel, ze zijn betrokken bij
aerobe respiratie (het proces waardoor chemische energie in de cel
beschikbaar wordt). Het gebeurt bij het afbreken van de cel, hierbij komt ATP
vrij.
- Ribosomen: Ze maken eiwitten uit aminozuren, ze worden gebruikt bij het
eiwittransport voor zowel binnen de cel als voor transport naar buiten de cel.
- Endoplasmatisch reticulum (ER): een grote reeks geschakelde vliezige
kanaaltjes in het cytoplasma. Er zijn 2 soorten: glad & ruw. Glad ER maakt
lipiden en steroïdhormonen. Ruw ER is beslagen met ribosomen, hier worden
de eiwitten aan vast gemaakt die van de ribosomen komen.
- Golgi-apparaat: een stapel platte zakjes gevormd door een membraan, hier
worden eiwitten en vetten afkomstig uit het ER verder bewerkt, opgeslagen en
getransporteerd.
- Lysosomen: membraneuze blaasjes die gemaakt worden door het Golgi-
apparaat. Ze bevatten enzymen en zorgen voor de afbraak van fragmenten
van organellen en grote moleculen, zoals: RNA, DNA, koolhydraten, eiwitten.
- Cytoskelet: deze bestaat uit een groot netwerk van minuscule eiwitvezels
zoals: microfilamenten, microtubuli, centrosoom en celuitstulpingen.

 Het proces van mitose en meiose samenvatten

- Mitose:proces waarbij
chromosomenparen uit elkaar
gaan, het is een onderdeel van de
celcyclus. IPMAT. Interfase,
profase, metafase, anafase,
telofase.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nielsa162. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.47. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73314 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.47  1x  sold
  • (0)
  Add to cart