100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Taak 3 Autisme $4.59   Add to cart

Other

Taak 3 Autisme

 33 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

OWG taak 3 uitgewerkt

Preview 2 out of 11  pages

  • November 29, 2020
  • 11
  • 2020/2021
  • Other
  • Unknown
avatar-seller
Taak 3 autisme

Probleemstelling:
Wat is een autismespectrum stoornis?

Brainstorm:
 trage motorische ontwikkeling
 onrustig en agressief
 moeilijk samen spelen
 druk en chaotisch
 drukke bewegingen, rare gezichten en geluiden
 zelfverwonding
 moeilijk slapen
 angstig
 houdt van knuffelen
 obsedatie
 dwangmatig vasthouden aan structuren
 bevalling, navelstreng vastgeklemd
 intelligentie (IQ) (EQ)sociale ontwikkeling
 verschil autisme en synd. v down
 theory of mind
 kinderen met autisme moeten met zich verplaatsen in andere
 met autisme is kans op laag IQ stuk hoger.
 verstandelijk beperkt betekent niet autistisch, maar autistisch betekent wel vaak
verstandelijk beperkt. (box 4)
 pieken van intelligentie voor bepaalde onderwerpen.

Leerdoelen:
1. Wat zijn de DSM V criteria voor een autismespectrum stoornis?
2. Wat is de prevalentie?
3. Wat zijn de oorzaken/risicofactoren?
4. Wat zijn de verschillen tussen normale ontwikkeling en de ontwikkeling van kinderen
met autisme? (theory of mind, theorie van de executieve functies, centrale
coherentie verklaring, the extreme male brain theory)
5. wat is de co-morbiditeit?
6. Wat is de prognose/behandelmethode?

(7)verschil DSM IV en DSM V kan je nog bekijken.

, 1. Wat zijn de DSM V criteria voor een autismespectrum stoornis?
Autisme maakt deel uit de zogenaamde pervasieve ontwikkelingsstoornissen
(Pervasive Developmental Disorders)

A. Blijvende tekorten in de sociale communicatie en interactie, zoals blijkt uit:
1. tekorten in sociaal-emotionele wederkerigheid
2. tekorten in het voor sociale omgang gebruikelijke non-verbale communicatieve
gedrag
3. tekorten in aangaan, onderhouden en begrijpen van relaties

B. Beperkte zich herhalende gedragspatronen, beperkte interesses en activiteiten, zoals
blijkt uit:
1. stereotype of repetitieve motorische bewegingen, gebruik van voorwerpen of spraak
2. hardnekkig vasthouden aan hetzelfde, star gehecht aan routines of geritualiseerde
gedragspatronen
3. zeer beperkte, gefixeerde interesses die abnormaal intens of gefocust zijn
4. over- of onderreageren op zintuiglijke prikkels of ongewone belangstelling voor
zintuiglijke aspecten van de omgeving

C. De verschijnselen zijn aanwezig vanaf de vroegste kindertijd (maar worden soms pas
later onderkend).

D. De verschijnselen veroorzaken klinisch significante lijdensdruk of beperkingen in het
sociale of beroepsmatige functioneren of in het functioneren op andere belangrijke
levensgebieden.

E. De stoornissen kunnen niet beter verklaard worden door een verstandelijke beperking of
globale ontwikkelingsachterstand en de sociale communicatie moet minder zijn dan past
bij het cognitieve niveau.
Ernst
 Niveau 1: “ondersteuning vereist”.
Zonder ondersteuning zijn tekorten in sociale communicatie merkbaar, leidt gebrek
aan flexibiliteit tot problemen in verschillende levenssituaties en wordt onafhankelijk
functioneren belemmerd door gebrekkige organisatie en planning.
 Niveau 2: “wezenlijke ondersteuning vereist”.
De problemen zijn voor iedereen overduidelijk en zonder ondersteuning komt
betrokkene in nood.
 Niveau 3: “zeer wezenlijke ondersteuning vereist”.
Ernstige tekorten in verbale en non-verbale sociale communicatieve vaardigheden
veroorzaken ernstige stoornissen in het functioneren: zeer beperkt aangaan van
sociale interacties en minimale respons op door anderen uitgelokt contact. Hierbij
moet men denken aan iemand met heel weinig begrijpelijke spraak.
Specificeer
 met of zonder intellectuele stoornis
 met of zondert taalstoornis
 met medische of genetische conditie of omgevingsfactor
 met een andere ontwikkelings-, mentale of gedragsstoornis
 met catatonie (motorisch overmatig doelloos bewegen of juist onbeweeglijkheid).

2. Wat is de prevalentie?
 Incidentie rond 1 per 100 geboorten (sterke toename laatste decennia)
(In de VS 1 op de 59 in 2018)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sannee127. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.59. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73314 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.59
  • (0)
  Add to cart