100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Leerdoelen systeem gericht werken $3.44   Add to cart

Summary

Samenvatting Leerdoelen systeem gericht werken

 51 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting per week van de leerdoelen

Preview 3 out of 16  pages

  • November 11, 2020
  • 16
  • 2013/2014
  • Summary
avatar-seller
1. Algemene begrippenlijst
Systeem = Wijst op een eenheid, opgebouwd uit deelverhoudingen; het gaat niet alleen om de
delen op zich, ook niet om het geheel, maar om de doelgerichte (onderlinge) betrekkingen tussen
dit alles. Deze delen kunnen elkaar beïnvloeden en dienen alle uitgezocht te worden tijdens
hulpverlening.
VB. Het gaat dus niet om iedereen apart in een gezin (vader, moeder, kind1, kind2) maar ook niet
om iedereen samen maar om de doelgerichte betrekkingen tussen hun allemaal.

Systeemgericht werken = therapievorm, de inhoud of doel van de behandeling, de circulariteit.

Open systeem = Systeem staat in open verbinding met hun omgeving. Ze zijn dus continue in
interactie met hun omgeving. Dit gaat door middel van Input (wat aan informatie, ervaring een
systeem binnenkomt), Throughput (verwerking van de informatie binnenin), Output (Uitwisseling
met omgeving). Vanuit de output krijgt het systeem feedback die hij weer doorgeeft aan de unput
om het systeem te veranderen, te verbeteren of te stabiliseren. Altijd invloed van andere mensen
VB. Input = Te kort aan zuurstof, Throughput = Ademhaling en hartactie word sneller, Output =
zuurstofrijk bloed naar organen.

Gesloten systeem = Wanneer er geen uitwisseling plaatsvindt met de omgeving. Strikt genomen
bestaan er geen gesloten systemen en het is slechts een relatieve aanduiding van de mate van
interactie tussen het systeem en de omgeving.
VB ® Kluwen systeem

Negentropie = Bij negentropie is er energie beschikbaar, waardoor het systeem zich beweegt in de
richting van toenemende gezondheid. Er is sprake van uitwisseling met de omgeving (input) wat
leidt tot voortdurende veranderingsprocessen en een steeds complexer georganiseerd systeem.

Entropie = Wanneer de uitwisseling met de omgeving afneemt wordt de mens ondanks dat het een
open systeem is steeds meer gesloten. Dit proces noemt men entropie.
Wanneer de mens zich meer en meer afsluit, mogelijk door lichamelijke ziekte of psychisch niet
welbevinden, zal de uitwisseling van energie, informatie en materie steeds verder afnemen. Er is
dus vrijwel geen input meer in het systeem. Bij entropie is er meer energie nodig dan er
beschikbaar is waardoor het systeem zich in de richting van afnemende gezondheid en ziekte
beweegt.

Individueel systeem = Een systeem met subsystemen: een eenheid van organen, van lichaam en
psyche. Ze staan in open verbinding met hun omgeving.
SW: Aandacht hebben voor de verschillende eenheden v/h individu en de overige vier subsystemen
met welke de individu in relatie staat.

Subsystemen =Dyadisch subsysteem = het kleinste sociale subsysteem, bestaat uit twee
personen.
- Partner subsysteem ® vervult de functie intimiteit en seksualiteit
- Opvoeder-kind systeem ® vervult de functie van opvoeden
- Systeem naar geslacht ® vervult de functie van 'geven'
SW: Vaak hebben problemen geen directe oorzaken. Er is geen sprake van een lineair verband,
maar van een circulair verband. Je kunt ervoor kiezen verschillende subsystemen te begeleiden.

Gezinssysteem = Ouders/kinderen.
SW: Een spin in het web. Je werkt aan de empowerment van het gezin. De plek van de SW’er
verschuift gedurende de werkperiode van ‘boven’ naar ‘naast’ naar ‘buiten’.

Suprafamiliare subsysteem = Hiermee worden bloedverwanten tot in de 3e lijn bedoeld. Het gaat
binnen de familie als systeem niet om de verschillende gezinssystemen en individuen, maar om de
doelgerichte betrekkingen tussen de elementen. Familieleden behoren tot sociaal persoonlijk
netwerk van het gezin. Het gaat om mensen met wie een duurzame band bestaat. Dit persoonlijk
sociaal netwerk kan een belangrijke steunbron zijn.
SW: Stappen in de geschiedenis, welke rol speelt de veranderende rol van de familie. Vaak wordt
een genogram gemaakt om de familie als systeem in beeld te brengen.




3

,Omgeving = Alle interne en externe factoren of invloeden, die het gezinssysteem omgeven. De
relatie tussen het gezinssysteem en de omgeving is wederkerig. De beinvloeding kan in beide
richtingen plaatsvinden. De uitwisseling en de omgeving is circulair van aard.
SW: Integreren van een gezin in zijn omgeving binnen de samenleving. Netwerk
vergroten/verbeteren.

Systeempentagram = Bestaat uit vijf verschillende systemen waar een social worker mee te maken
heeft. Individuele systemen, het subsysteem, het gezinssysteem, het suprafamiliare systeem en de
omgeving als systeem. Het ene systeem is niet belangrijker dan het ander.

Circulair = Er is altijd sprake van een wederzijdse beïnvloeding. Jij hebt invloed op je omgeving,
maar je omgeving heeft ook invloed op jou: open verbinding

Wholeness = Een benadering van het ‘totaal’ of de totale mens.

Hierarchie = Controle, doelgerichte beïnvloeding van het gedrag van het systeem door interactie.


2. Systeemtheorieën
Algemene systeemtheorie
In kritiek op het lineair denken is de algemene systeemtheorie. Inmiddels weten we dat je als
cliënt niet een individu bent, je bent een onderdeel van een systeem.
Algemene systeemtheorie gaat er dus vanuit dat je omgeving heeft invloed op hoe je functioneert.
Tevens heb jij als individu invloed op zijn/haar omgeving. Je werkt zelf als systeem en je werkt in
wisselwerking met je omgeving. Open relatie met omgeving, gaat vooral om circulaire processen
die zich in natuurlijke groepen afspelen.

Principe van equifinaliteit = Een bepaald verschijnsel kan het gevolg zijn van heel verschillende
begintoestanden. Niet alleen kijken naar het gedrag van het 'probleempersoon', maar kijk ook naar
de omgeving.
VB. Het opstandige gedrag van Rick is het gevolg van de verschillende gezinssituaties
Eerst Vader, moeder Rick. Toen Moeder en Rick, Later Moeder, stiefvader en Rick

Principe van equipotentionaliteit = Iedere uitgangssituatie kan leiden tot een verschillend resultaat.
VB. Bij twee gezinnen wordt laisser faire opvoeding gebruikt. Bij de ene pakt het goed uit en bij de
andere niet

Structurele systeemtheorie
Gezin is dynamisch sociaal systeem. Je kijkt naar posities van individuen binnen systemen en naar
de verhoudingen binnen een systeem. Er is aandacht voor de structuur in het gezin (staat
centraal), de wijze waarop het systeem georganiseerd. Het gaat hierbij om het hier en nu, je bent
niet bezig met het verleden. Belangrijk hierbij is ook wat voor regels gelden binnen het systeem.
Voornamelijk gekeken naar hiërarchie. In dit systeem wordt er vanuit gegaan dat problemen in
stand worden gehouden door verstoorde hiërarchie.

Het gezin heeft vanuit deze visie 2 belangrijke taken:
- Het zeker stellen van het voortbestaan van het gezinssysteem
- Het stimuleren van de ontwikkeling van de gezinsleden

Doel van de theorie:
Veranderingen aan brengen in de gezinsstructuur zodat ouders en kinderen functies weer adequaat
kunnen uitvoeren en symptomen in een gezin verdwijnen. Het gaat hier over grenzen tussen
subsystemen. Tussen ouder en kinderen (subsystemen) zitten grenzen. Bij de ene familie zitten
hier meer grenzen dan bij de anderen.

Grenzen = Grenzen tussen subsystemen. Bijv. grenzen tussen ouders/kinderen of grenzen tussen
leraren/studenten. Elk subsysteem heeft grenzen bepaald door regels en wie wel of niet deelnemen
aan transacties, wie is er wel lid van het systeem en wie niet. Een subsysteem kan pas goed
functioneren als er duidelijke grenzen zijn tussen de verschillende subsystemen. Disfunctionerende
subsystemen hebben invloed op het gehele systeem.




4

, Coalitie = wanneer 2 of meer gezinsleden een bond vormen tegen een ander gezinslid. Altijd uit 2
verschillende subsystemen. Ook wel een perverse triade genoemd. Algemene naam voor alle
bondjes die je kan sluiten in een gezin.
Perverse triade = wanneer ouder-kind een bond gaan sluiten
Triangulatie = Beide ouders hebben een tegenstelde mening over iets en verwachten van het kind
dat ze kiezen en dus tegen de ouder is. Beide ouders proberen dus om met het kind een coalitie te
volgen.

Kluwen gezin = Gezin is alleen maar met elkaar bezig, grenzen zijn niet duidelijk.
Los zand gezin = Gezinsleden gaan hun eigen gang. Hebben zo weinig mogelijk met elkaar te
maken.

Technieken die in deze theorie worden gebruikt:
- Enactment ® Actualisren van gezinsrelatiepatronen tijdens een sessie. Dit geeft een helder
beeld van de grenzen van gezinsstructuren.
- Joining ® De manier waarop de therapeut contact moet leggen met het gezin.
- Mimicry ® Bewust afstand van het gezin verkleinen, door zich aan te passen aan de taal
van het gezin
- Tracking ® Het ingaan op wat gezinsleden zeggen en daarover doorvragen, ook wanneer
het niet direct met het probleem te maken heeft.

Strategische of communicatietheorie
Je kijkt naar de communicatie, de interactie tussen gezinsleden. Je kijkt niet zozeer naar de
posities of hiërarchie binnen een systeem, maar naar het contact tussen de verschillende leden
binnen het systeem. Je kijkt naar de patronen die waarneembaar zijn in het gedrag (het gaat echt
om de boodschappen tussen mensen onderling). Er is sprake van een open verbinding. Deze
theorie gaat ervan uit dat problemen in stand worden gehouden door communicatie.

Doel van de theorie is gericht op het herstel van een evenwicht binnen een systeem. De
interactiepatronen die probleemgedrag of een stoornis in stand houden, worden opgespoord,
geblokkeerd en gereguleerd om zodoende het systeem anders te organiseren en bestaande
destructieve regels te vervangen. De interventies die de therapeut inzet zijn gericht op hey
symptoom of probleem. De focus, of strategie is gericht op ‘wat’, ‘welk’ effect heeft binnen een
systeem.

Er wordt in deze theorie aandacht besteed aan verschillende soorten boodschappen:
1. Al het gedrag is communicatie: je niet, niet communiceren. Al het gedrag in relatie tot de
ander verbaal of non-verbaal is een boodschap en heeft daarmee communicatie waarde.
Het beïnvloed de ander.
2. Inhoudsniveau of rapportaspect en betrekkingsniveau of bevelsaspect:)
De inhoud wordt meestal in woorden overgebracht, de betrekking wordt vaak overgebracht
d.m.v. toon, houding, gebaren en de context. Niet alleen de inhoudelijke boodschappen
maar ook het bevelsaspect om zich op een bepaalde manier te gedragen.
3. Interpunctie: Het aangeven van leestekens. Hiermee wordt duidelijk wat volgens hen het
startpunt van al het gedrag is. Wat is nou het begin? Zeurt papa over mama’s
drankgebruik of drinkt mama omdat papa zo zeurt. Gaat om jou beeld van wat oorzaak-
gevolg is, jou beleving van de situatie.

Waar houd je rekening mee bij het maken van een communicatie analyse
 Verbaal/Non-verbaal
 Non-verbale communicatie
o Intonatie: stemsterkte, hoogte, snelheid
o Gelaatsuitdrukking als uitdrukking van gemoedstoestand
o Lichaamshouding als signaal van inter-persoonlijke verhoudingen
o Lichaamsbeweging als uitdrukking van gemoedstoestand
o Fysieke afstand als signaal voor intimiteit of dominantie
o Lichamelijke reacties, zoals blozen, snelheid en diepte van ademhaling,
pupilwijdte.
o Persoonlijk voorkomen (verzorging en uiterlijke kenmerken)
o Gebaren ter vervanging of ondersteuning van gesproken taal
 Inhoud/betrekking: Inhoudsniveau, brengt informatie over, betreft alles wat verbaal en
non - verbaal gecommuniceerd wordt. Betrekkingsniveau, de wijze waarop de ontvanger
het bericht moet opvatten en geeft de relatie tussen beide aan.

5

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller loissimons. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.44. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73314 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.44  2x  sold
  • (0)
  Add to cart