Architectuuractualiteit
Historische terugblik in architectuur
Moderne architectuur tot ongeveer 1970. Wat het is en hoe architectuur modern kan zijn, bronnen
hierover gaan terug naar 17e eeuw. Deze vraagstelling is verbonden met politieke probleemstellingen.
Door veranderingen (stationen ontstaan) moesten ze over die dingen nadenken hoe ze er zouden
moeten uitzien.
Rem Koolhaes
Claude Perrault oostgevel Louvre 1667-1670
Was in zijn tijd super modern want week af van alle standaard architectuur toen. Hij wou zijn eigen
hang gaan en niet de historische architectuur opvolgen.
Hij beweerde dat niemand vroeger dezelfde regels volgde.
Vroeger zeiden ze dat alles was met elkaar verbonden, verhoudingen in architectuur waren gelijk, er
was een soort oer model. Hij zei dat dit niet klopte.
Die bogen had niemand al gedaan ervoor en zo’n soort fronton
Hij stelt:
- Objectieve schoonheid: iedereen ervaart ze, direct herkent, grote, rijke gebouwen
- Arbitraire schoonheid (willekeurig) zoals mode (ene jaar is dit mooi en andere totaal niet
meer) hangt af van het volk of tijd of plaats.
Er ontstaat een idee: schoonheid als politiek gegeven (wat de koning mooi vind, vind iedereen mooi)
autoriteit en traditie werden dan bevraagt door Perrault (niet meer alles van traditie is automatisch
mooi).
Ontstaat soort relativisme over de autoriteit van de oudheid, niet 1 norm maar verschillende
manieren. Discussies over de ware stijl
Julien-David Leroy ‘Ruines des plus beaux monuments’ temple athene 1770 en Joannis-Baptistae
Piranesil zijn 2 auteurs. Piranesil super invloedrijke tekenaar. Hij laat zich inspireren door romeinen
(ziet ze als ingenieurs) maakt composities die heel groot zijn.
Architectuuractualiteit
, Edmund Burk
Je hebt het schone (de formele oorzaak, emotie van liefde, je ontdekt schoonheid door delicaatheid
omdat het ons kalmeert) en het sublieme (hier is de formele oorzaak angst, voor de dood, grote
schalen, ons gevoel wordt overprikkelt)
In hedendaagse architectuur zie je hier nog voorbeelden van om dit te realiseren bv: espace
Piranersien : enorme stapeling van functies, treinsporen en winkels in lagen boven elkaar. Enorme
schaal willen creeren
Rogierplein in Brussel ook voorbeeld.
In 18e eeuw nieuwe ideeën over schoonheid
Plots konden architecten veel meer experimenteren
Er kwam tegelijk ook een nieuwe theorievorming. In 18 e eeuw veel publicaties over ‘wat is
architectuur’ . theorieen:
Ideeën: form follows function, elementen moeten goed met elkaar verbonden zijn. Gebouw moet
uitdrukken wat het is.
P. Laugier zegt dat architectuur moet gebaseerd zijn op natuurlijke elementen. zonder veel pilaren
met zoveel mogelijk beglazing. Ideologie van klassieke architectuur. Zoals bij pantheon : vrijstaande
kolommen, heel veel glas en heel open ook symmetries. Dat was zijn theorie
Hieruit is academisme ontstaan
Quatremere de quincy : basisvormen komen uit natuur, modellen hoe mensen leefden (tenten,…)
elementaire vormen.
Later corbusier een boekje waarin hij dezelfde basisprincipes voorschrijft ( kubus cilinder piramide)
Jean-Nicolas-Louis Durant
Auguste Choisy
Hoe komt dat alles in twijfel getrokken word over hoe architectuur moet zijn? De samenleving
evolueert heel snel, in 18e eeuw ontwikkelt burgermaatschappij, mensen die naast adel staan en
steeds machtiger worden. Nieuwe machines zorgen voor grotere oogst en nieuwe producten. Meer
eten -> meer geld. Landbouweconomie zakt in elkaar door nieuwe technieken en beroepen. Enorme
stedelijke groei, in 19e eeuw zal evolutie nog sneller gaan.
Londen en parijs zijn in 19e eeuw 6x gegroeit!
Industriële ontwikkeling: met napoleon -> stabilisatie en in Frankrijk oorlog economie.
Nieuwe visies op de wereld (= nieuwe godsdiensten…)
Dialectiek: een redeneervorm die gebruikmaakt van tegenstellingen om naar waarheid proberen te
zoeken, een slimme methode om jouw oplossing, product, zienswijze en wel / niet gewenste
verandering er op 'slinkse' wijze door te drukken.
Hegel: komt als eerste met de stelling ‘architectuur weerspiegelt karakter van zijn tijd. Hieruit komt de
gedachten is er architectuur bij onze industriële tijd?
Architectuuractualiteit
Historische terugblik in architectuur
Moderne architectuur tot ongeveer 1970. Wat het is en hoe architectuur modern kan zijn, bronnen
hierover gaan terug naar 17e eeuw. Deze vraagstelling is verbonden met politieke probleemstellingen.
Door veranderingen (stationen ontstaan) moesten ze over die dingen nadenken hoe ze er zouden
moeten uitzien.
Rem Koolhaes
Claude Perrault oostgevel Louvre 1667-1670
Was in zijn tijd super modern want week af van alle standaard architectuur toen. Hij wou zijn eigen
hang gaan en niet de historische architectuur opvolgen.
Hij beweerde dat niemand vroeger dezelfde regels volgde.
Vroeger zeiden ze dat alles was met elkaar verbonden, verhoudingen in architectuur waren gelijk, er
was een soort oer model. Hij zei dat dit niet klopte.
Die bogen had niemand al gedaan ervoor en zo’n soort fronton
Hij stelt:
- Objectieve schoonheid: iedereen ervaart ze, direct herkent, grote, rijke gebouwen
- Arbitraire schoonheid (willekeurig) zoals mode (ene jaar is dit mooi en andere totaal niet
meer) hangt af van het volk of tijd of plaats.
Er ontstaat een idee: schoonheid als politiek gegeven (wat de koning mooi vind, vind iedereen mooi)
autoriteit en traditie werden dan bevraagt door Perrault (niet meer alles van traditie is automatisch
mooi).
Ontstaat soort relativisme over de autoriteit van de oudheid, niet 1 norm maar verschillende
manieren. Discussies over de ware stijl
Julien-David Leroy ‘Ruines des plus beaux monuments’ temple athene 1770 en Joannis-Baptistae
Piranesil zijn 2 auteurs. Piranesil super invloedrijke tekenaar. Hij laat zich inspireren door romeinen
(ziet ze als ingenieurs) maakt composities die heel groot zijn.
Architectuuractualiteit
, Edmund Burk
Je hebt het schone (de formele oorzaak, emotie van liefde, je ontdekt schoonheid door delicaatheid
omdat het ons kalmeert) en het sublieme (hier is de formele oorzaak angst, voor de dood, grote
schalen, ons gevoel wordt overprikkelt)
In hedendaagse architectuur zie je hier nog voorbeelden van om dit te realiseren bv: espace
Piranersien : enorme stapeling van functies, treinsporen en winkels in lagen boven elkaar. Enorme
schaal willen creeren
Rogierplein in Brussel ook voorbeeld.
In 18e eeuw nieuwe ideeën over schoonheid
Plots konden architecten veel meer experimenteren
Er kwam tegelijk ook een nieuwe theorievorming. In 18 e eeuw veel publicaties over ‘wat is
architectuur’ . theorieen:
Ideeën: form follows function, elementen moeten goed met elkaar verbonden zijn. Gebouw moet
uitdrukken wat het is.
P. Laugier zegt dat architectuur moet gebaseerd zijn op natuurlijke elementen. zonder veel pilaren
met zoveel mogelijk beglazing. Ideologie van klassieke architectuur. Zoals bij pantheon : vrijstaande
kolommen, heel veel glas en heel open ook symmetries. Dat was zijn theorie
Hieruit is academisme ontstaan
Quatremere de quincy : basisvormen komen uit natuur, modellen hoe mensen leefden (tenten,…)
elementaire vormen.
Later corbusier een boekje waarin hij dezelfde basisprincipes voorschrijft ( kubus cilinder piramide)
Jean-Nicolas-Louis Durant
Auguste Choisy
Hoe komt dat alles in twijfel getrokken word over hoe architectuur moet zijn? De samenleving
evolueert heel snel, in 18e eeuw ontwikkelt burgermaatschappij, mensen die naast adel staan en
steeds machtiger worden. Nieuwe machines zorgen voor grotere oogst en nieuwe producten. Meer
eten -> meer geld. Landbouweconomie zakt in elkaar door nieuwe technieken en beroepen. Enorme
stedelijke groei, in 19e eeuw zal evolutie nog sneller gaan.
Londen en parijs zijn in 19e eeuw 6x gegroeit!
Industriële ontwikkeling: met napoleon -> stabilisatie en in Frankrijk oorlog economie.
Nieuwe visies op de wereld (= nieuwe godsdiensten…)
Dialectiek: een redeneervorm die gebruikmaakt van tegenstellingen om naar waarheid proberen te
zoeken, een slimme methode om jouw oplossing, product, zienswijze en wel / niet gewenste
verandering er op 'slinkse' wijze door te drukken.
Hegel: komt als eerste met de stelling ‘architectuur weerspiegelt karakter van zijn tijd. Hieruit komt de
gedachten is er architectuur bij onze industriële tijd?
Architectuuractualiteit