Voorblad paper
Dit formulier moet samen met de paper worden ingeleverd. Met dit ingevulde formulier heeft
de docent alle informatie die nodig is om de opdracht te beoordelen en de beoordeling te
verwerken. Zonder deze gegevens kan de docent de paper niet beoordelen.
Dit formulier is een toevoeging aan de opdracht maar telt niet mee als pagina in de opdracht.
Studentnummer:
Naam:
PEDAGOGISCHE ADVIEZEN VOOR HET
Naam opleiding: AD kinderopvang
Opleidingscode: 7714
Modulenummer: 1694
Modulenaam: SPECIALE KIND
Pedagogische adviezen voor het
speciale kind
Versie (indien meerdere versies aanwezig): 1
Herkansing?: ja/nee Nee AD KINDEROPVANG
Titel literatuur: Ontwikkelingspedagogiek,
orthopedagogiek, van breder tot
integraal kindercentrum
Druk:
In de opdracht is de juiste bronvermelding* Ja/Nee
toegepast:
In de opdracht zijn de verslagtechnieken toegepast: Ja/Nee
* Voor juridische modules is dit de Leidraad voor Juridische Auteurs. Voor niet-juridische
modules zijn dit de APA-richtlijnen.
Houd rekening met de knock-out criteria!
Je paper dient aan de onderstaande punten te voldoen. Is dit niet het geval, dan wordt je paper
niet beoordeeld.
Het voorblad is professioneel opgemaakt (zie instructie verslagtechnieken NTI) en
aanwezig;
De bronvermelding is zowel in de tekst als in de aparte literatuurlijst opgenomen
volgens de juiste bronvermelding;
Het verslag voldoet aan de vereisten m.b.t. het aantal pagina’s (in de opdracht wordt
dit exact benoemd) en is in lettertype Times New Roman 12 als lettertype opgemaakt
met regelafstand 1,5;
Het verslag heeft een juiste paginanummering.
De instructie in de opdracht is leidend. Wanneer deze instructie afwijkt van de algemene
instructie (verslagtechnieken en juiste bronvermelding), dan is dit leidend voor de te
schrijven paper.
Je vindt de regels rondom APA, de Leidraad voor juridische auteurs en de verslagtechnieken
in de tegel Algemene informatie.
NTI HOGESCHOOL
,Inhoudsopgave
Inleiding......................................................................................................................................2
Hoofdstuk 1: Gedrag van Michel................................................................................................3
A-as Psychosociaal functioneren jeugdige..............................................................................3
C-as Cognitieve ontwikkeling en vaardigheden jeugdige.......................................................4
Hoofdstuk 2: Beschermende- en Risicofactoren.........................................................................5
Hoofdstuk 3: Sterke punten van IKC..........................................................................................6
Hoofdstuk 4: Advies IKC...........................................................................................................7
Geadviseerde interventies...................................................................................................7
Hoofdstuk 5: Toekomst IKC.......................................................................................................9
Literatuurlijst.............................................................................................................................10
...................................................................................................................................................12
Bijlage.......................................................................................................................................12
1
,Inleiding
In dit paper wordt de casus van Michel besproken. Michel is 5 jaar oud en is enig kind. Een
half jaar geleden is zijn vader bij een ongeluk om het leven gekomen. Michel groeide op in
een warm gezin omringd door zijn ouders en vier grootouders. Michel gaat vanaf zijn derde
jaar naar het integraal kindercentrum ‘Het Paradijs’. Vanaf het begin heeft Michel al moeite
met het vinden van aansluiting bij andere kinderen en vertoont vaak onaangepast gedrag.
Sinds het overlijden van zijn vader is dit erger geworden. Volgens de professionals van het
IKC heeft Michel ernstige gedragsproblemen.
Aan de hand van het classificatiesysteem CAP-J ga ik de situatie analyseren.
Om een duidelijk beeld te geven van Michel zijn gedrag wordt er gebruik gemaakt van 2
verschillende assen uit het CAP-J classificatiesysteem.
Tot slot wordt er aan de hand van de resultaten van de analyse een advies geschreven voor de
professionals. Hierin zullen twee evidance based interventies beschreven worden.
2
, Hoofdstuk 1: Gedrag van Michel
Het Nederlandse Jeugdinstituut ontwikkelde het eerste classificatiesysteem voor opvoed-
opgroeiproblemen, het Classificatiesysteem voor Aard van Problematiek van Jeugd (CAP-J).
Deze CAP-J wordt door hulpverleners en onderzoekers gebruikt bij het onderzoeken van
problemen, de bespreking met collega’s en de indicatie van behandeling.
A-as Psychosociaal functioneren jeugdige
De A-as bestaat uit bestaat uit verschillende onderdelen met betrekking tot het psychosociaal
functioneren jeugdige. Er is gekozen voor subgroep A:100 emotionele problemen omdat
Michel schommelt in zijn emoties.
A103: Stemmingsproblemen
Stemmingswisselingen bij jeugdigen kunnen voorkomen en zijn gezonde pogingen om nare
ervaringen, die het karakter van verlies en/of frustratie in zich meedragen, te verwerken (NJI,
z.d.). Het veranderen van stemming is bij Michel ook aan de orde. Het ene moment is het een
vrolijke jongen die alleen aan het spelen is, het volgende moment wordt hij kwaad of juist erg
verdrietig.
Voor het overlijden van zijn vader was het dat Michel kwaad werd i.p.v. verdrietig. Sinds het
overlijden is Michel juist erg verdrietig en is hij soms ontroostbaar waardoor hij dat weer uit
in boosheid. Het lijkt bijna zo dat Michel boos is dat hij verdrietig is, hij is erg prikkelbaar.
Volgens NJI (z.d.), kan dit stemmingsprobleem door verschillende vormen van verlies zijn.
Bij Michel zal dit gaan om het verlies van zijn vader. Wanneer iemand een dierbare verliest
wordt men geconfronteerd met een aantal fasen te herkennen die doorlopen worden bij de
verwerking (Kübler-Ross, Kessler, & Shriver, 2014). Niet iedereen doorloopt de fasen in
dezelfde volgorde of in hetzelfde tempo.
3