100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting 'Boekhouden voor (fiscaal) juristen' $7.47   Add to cart

Summary

Samenvatting 'Boekhouden voor (fiscaal) juristen'

 153 views  10 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Uitgebreide samenvatting van de verplichte onderdelen uit het boek 'Boekhouden voor (fiscaal) juristen' inclusief voorbeelden. Stuvia geeft aan dat de samenvatting 46 pagina's betreft. Dit klopt echter niet. De samenvatting heeft 26 pagina's.

Preview 4 out of 46  pages

  • No
  • H1, h2, h3, h5, h6
  • January 13, 2019
  • 46
  • 2018/2019
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting Boekhouden voor (fiscale) juristen
Hoofdstuk 1 Grootboek, journaalposten, balans en winst- en verliesrekening
In de boekhouding worden de financiële feiten van een onderneming systematisch vastgelegd en
verwerkt.
De administratie van een onderneming bestaat naast de boekhouding ook uit correspondentie,
offertes, klantgegevens, calculaties, salarisadministratie, planning enz.
- Een uitgave is een betaling, een geldtransactie.
- Kosten zijn uitgaven of waardeverminderingen

Financiële feiten zijn waardeveranderingen van de bezittingen, de schulden en/of het eigen vermogen.
Door middel van het vastleggen van de financiële feiten wordt inzage verkregen in de
vermogenspositie van een onderneming.
 Wettelijke verplichting voor het voeren van een boekhouding: art. 3:15i BW en 2:10 BW.

Het grootboek is het administratieve centrum van de onderneming: het bestaat uit
rekeningen/overzichten waarop de gevolgen van de financiële feiten systematisch worden vastgelegd.
- Bij dubbel boekhouden wordt elk financieel feit op twee rekeningen geboekt, eenmaal aan de
debetzijde en eenmaal aan de creditzijde.

De balans is een momentopname van de financiële positie van een bepaalde onderneming op een
bepaald moment.
 Hoofdindeling van de balans: art. 2:364 BW.
De winst- en verliesrekening geeft de financiële positie van een bepaalde onderneming over een
bepaalde periode weer.

§ 1.1 Boekingsregels
Het boeken van financiële feiten verloopt via de volgende regels:
1. Een rekening van bezit wordt gedebiteerd als het bezit toeneemt en gecrediteerd als het bezit
afneemt.
2. Een rekening van schuld wordt gecrediteerd als de schuld toeneemt en gedebiteerd als de
schuld afneemt.
3. Een rekening van eigen vermogen wordt gecrediteerd als het eigen vermogen toeneemt en
gedebiteerd als het eigen vermogen afneemt.
4. Een kostenrekening wordt altijd gedebiteerd.
5. Een opbrengstenrekening wordt altijd gecrediteerd.

De rekening bijzondere baten is een rekening waarop een opbrengst met een incidenteel karakter
wordt geboekt. Deze opbrengst is niet toe te schrijven aan de normale activiteiten van een
ondernemer.

§ 1.2 Proefbalans en saldibalans
De balansen worden in scontrovorm weergegeven. Uit deze balansen wordt de definitieve balans en
winst- en verliesrekening afgeleid.
- Op de proefbalans staat van elke grootboekrekening het totaal van de debetzijde en de
creditzijde.
- Op de saldibalans worden deze bedragen gesaldeerd.
Het kan voorkomen dat, nadat de proef- en saldibalans opgesteld is, er alsnog financiële feiten aan
het licht komen die geboekt hadden moeten worden of dat er in de gemaakte boekingen fouten
gemaakt zijn.
 Alvorens de definitieve balans en winst- en verliesrekening opgesteld kan worden moeten
deze feiten en fouten als correctieboekingen in de boekhouding verwerkt worden.

§ 1.3 Het afsluiten en heropenen grootboekrekeningen
Naast het opstellen van een proef- en saldibalans moeten de grootboekrekeningen aan het einde van
het boekjaar worden afgesloten en aan het begin van het boekjaar worden heropend.
De kostenrekeningen worden aan het begin van het jaar niet heropend. Het totale saldo van de
kostenrekeningen wordt aan het einde van het boekjaar overgebracht naar de winst- en
verliesrekening.

,§ 1.4 Het maken van correctieboekingen ten behoeve van de fiscale jaarrekening
Om te komen tot de fiscale balans en de fiscale winst- en verliesrekening moeten meestal
correctieboekingen gemaakt worden.
Uitgangspunt van het maken van correctieboekingen: vaststellen wat er geboekt is en bepalen wat er
geboekt had moeten worden.
 De correctie is het verschil tussen hetgeen geboekt moet worden en hetgeen geboekt is.

Een alternatief voor het maken van correctieboekingen is het tegenboeken van de oorspronkelijke
journaalpost en het maken van een nieuwe journaalpost voor het juiste bedrag.

Hoofdstuk 2 Fiscale winstbepaling van een eenmanszaak
§ 2.1 Inleiding
Aangegeven wordt op welke onderdelen het opstellen van fiscale jaarstukken tot aanpassingen van de
commerciële jaarstukken kan leiden. Ook wordt aangegeven dat de winst kan worden bepaald door uit
te gaan van de vermogensvergelijking en/of door uit te gaan van de winst- en verliesrekening.

§ 2.2 Algemeen
De belastbare winst uit onderneming is een van de zeven inkomensbronnen van de Wet IB 2001. De
Wet IB geeft geen definitie van het begrip onderneming. De meest gangbare definitie van het begrip
onderneming is:
‘een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid waarmee wordt deelgenomen aan het
economisch verkeer met het oogmerk om winst te behalen en waarbij de winst ook
redelijkerwijs te verwachten is.’

§ 2.3 Belastbare winst
Belastbare winst (art. 3.2 Wet IB): het gezamenlijke bedrag winst dat de belastingplichtige als
ondernemer geniet uit een of meer ondernemingen.
- Totaalwinst: Gedurende het gehele bestaan van de onderneming (art. 3.8 Wet IB).
- Jaarwinst: Als basis voor de jaarlijkse heffing van inkomstenbelasting (art. 3.25 Wet IB).

Het toedelen van de totale winst aan de verschillende jaren gaat volgens bepaalde regels waarvoor e
grondslag is gelegd in art. 3.25 Wet IB. Deze jaarwinst kan op twee manieren worden bepaald:
1. Opbrengsten verminderd met kosten is jaarwinst;
2. Fiscaal eindvermogen (jaar x) min fiscaal beginvermogen (jaar x) plus privéonttrekkingen min
privéstortingen (in jaar x) is jaarwinst.

Goed koopmansgebruik -> Uit een bedrijfseconomisch oogpunt juist stelsel van winstberekening kan
worden aanvaard, tenzij het strijdt met enig voorschrift der belastingwetgeving of met algemene
strekking of beginsel der betreffende belastingwet.

Belangrijkste beginselen van goedkoopmansgebruik:
1. Realiteitsbeginsel (matching principe): opbrengsten en kosten moeten zo goed mogelijk
worden toegerekend aan de jaren waarop ze betrekking hebben.
2. Voorzichtigheidsbeginsel: kosten nemen wanneer zij in het vooruitzicht zijn en opbrengsten
pas tot uitdrukking brengen bij het bepalen van de winst wanneer het zo goed als zeker is dat
deze opbrengst behaald is.
 Winsten tot uitdrukking brengen wanneer zij zijn gerealiseerd en verliezen afboeken
wanneer zij worden geconstateerd.
3. Eenvoudigheidsbeginsel: van een kleine onderneming hoeft, voor de toerekening van kosten
en opbrengsten aan jaren, niet verwacht te worden dat de ondernemer een uiterst
ingewikkelde berekening maakt.

Boekhoudkundige (commerciële) winst
Af: vrijgestelde winstbestanddelen
Bij: niet-aftrekbare kosten(delen)
Af: investeringsaftrek
Bij: desinvesteringsbijstelling
Af: RDA-aftrek
Bij: correctie RDA-aftrek
Af: toevoegingen egalisatiereserve en de herinvesteringsreserve

,Bij: afnemingen van de egalisatiereserve en de herinvesteringsreserve
Bij: afnemingen van een positieve terugkeerreserve
Af: afnemingen van een negatieve terugkeerreserve

Het resultaat van deze berekening is de basis voor de berekening van de toevoeging van de
oudedagsreserve (art. 3.67 t/m 3.73 Wet IB)
Af: toevoeging aan oudedagsreserve
Bij: afneming van de oudedagsreserve

Het resultaat van deze berekening wordt in de wet aangeduid als winst
Af: ondernemersaftrek (art. 3.74 t/m 3.79 Wet IB)

Het resultaat van deze berekening is de basis voor de bepaling van de MKB-winstvrijstelling (art.
3.79a Wet IB)
Af: MKB-winstvrijstelling (14%)
Het resultaat van deze berekening is de belastbare winst uit onderneming

De aanpassing voor de objectieve vrijstellingen en de deels fiscaal niet-aftrekbare kosten, alsmede de
verwerking van de investeringsaftrek vinden buiten de boekhouding om (extracomptabel) plaats.

§ 2.4 Privéstortingen en privéonttrekkingen
Bij een eenmanszaak bestaat er in juridisch opzicht geen onderscheid tussen ondernemingsvermogen
en privévermogen. De sfeer waarin de uitgave is gedaan of de opbrengst is ontvangen is bepalend
voor hoe de voor- en nadelen binnen de onderneming worden gealloceerd.
Het vermogen kan wijzigen doordat een ondernemer winst maakt, zelf vermogen aan de onderneming
onttrekt of vermogen in de onderneming stort.
- Privéuitgaven ten laste van een zakelijke rekening vormen een onttrekking.
- Indien een ondernemer vanuit privé geld in zijn onderneming inbrengt, is sprake van een
storting.

Het is aan de ondernemer te bepalen welke kosten hij als ondernemer noodzakelijk acht. Dat is echter
anders als er een zodanige wanverhouding bestaat tussen een uitgave en het nut daarvan dat geen
weldenkende ondernemer vol kan houden dat deze is gedaan in het zakelijke belang van de
onderneming.

Voor de bepaling van het fiscale resultaat worden privéstortingen en –onttrekkingen aan het eind van
het jaar geëlimineerd.

Eindvermogen
Beginvermogen -/-
Vermogensverschil
Privéstortingen -/-
Privéonttrekkingen +
Resultaat

§ 2.5 Balanscontinuïteit en foutenleer
De beginbalans moet gelijk zijn aan de eindbalans van het vorige boekjaar = beginsel van
balanscontinuïteit.
 Door het beginsel wordt bereikt dat geen deel van de winst onbelast blijkt dan wel dat een
deel van de totale winst twee keer in de heffing wordt betrokken.

De foutenleer heeft betrekking op rechtens onjuiste balanswaarderingen op de fiscale balans, die
gevolgen hebben voor meerdere boekjaren.
 Dient ertoe te voorkomen dat ingeval het eindvermogen van het voorafgaande jaar niet naar
de voorschriften van de wet en overeenkomstig goed koopmansgebruik is vastgesteld een
stuk bedrijfswinst onbelast blijft, hetzij dubbel wordt belast.
- Bij de correctie van deze fouten wordt allereerst de beginbalans gewijzigd van het oudste jaar
waarover de aanslag nog moet worden vastgesteld.
- De aanslagen van de vorige jaren worden verbeterd.
De fout wordt dus hersteld in het jaar of in de jaren waarin de fout de winst heeft beïnvloed.

, § 2.6 Ondernemingskosten
Indien de zakelijke motieven van een uitgave vaststaan, geschiedt de uitgave binnen de
ondernemingssfeer en is sprake van ondernemingskosten.
Niet alle kosten zijn fiscaal zonder meer aftrekbaar (art. 3.14 en 3.16 Wet IB).
- Soms geldt een drempel (art. 3.15 lid 1 Wet IB)
- Soms geldt een beperking (art. 3.15 en 3.17 Wet IB)

Op basis van goed koopmansgebruik moeten de vooruitbetaalde kosten worden toegerekend aan het
jaar waarop ze betrekking hebben.

Bepaalde ondernemingskosten hebben zowel een zakelijk als een privékarakter = gemengde kosten.
- Indien het privéelement van de gemengde kosten overheerst, dan zijn de kosten in het geheel
niet-aftrekbaar.
 Privéuitgaven zijn geen kosten.
- In andere gevallen is slechts het zakelijke deel van de gemengde kosten van de winst
aftrekbaar.
Zakelijke kosten zijn kosten die nodig zijn voor de uitoefening van de onderneming of rechtstreeks
betrekking hebben op de onderneming dan wel uit zakelijke overwegingen zijn gedaan.

§ 2.7 Objectieve vrijstellingen
In art. 3.11 t/m 3.13 Wet IB zijn de objectieve vrijstellingen opgenomen. Het gevolg van een objectieve
vrijstelling is dat voordelen onbelast zijn en nadelen niet in aftrek kunnen worden gebracht.

§ 2.8 Van aftrek uitgesloten en in aftrek beperkte kosten
In art. 3.14 t/m 3.17 Wet IB staan de van aftrek uitgesloten algemene kosten, in aftrek beperkte
algemene kosten, de van aftrek uitgesloten kosten ten behoeve van de belastingplichtige en de in
aftrek beperkte kosten ten behoeve van de belastingplichtige.

Nadat eerst is vastgesteld of een uitgave een zakelijk karakter dan wel een privékarakter heeft, moet
vervolgens bepaald worden of de bepaalde uitgave fiscaal geaccepteerd is.
Dat bepaalde kosten vanuit commercieel oogpunt zakelijk zijn en aldus in mindering worden gebracht
op het brutoresultaat neemt niet weg dat fiscaal andere regels kunnen gelden.

§ 2.8.1 Standsuitgaven
Standsuitgaven zijn uitgaven waarmee iemand in zijn persoonlijk leven het maatschappelijk aanzien of
gewicht van een zekere functie tot uitdrukking tracht te brengen.

§ 2.8.2 Geldboeten
Art. 3.14 lid 1 sub c Wet IB geeft een limitatieve opsomming van niet-aftrekbare boetes.
Verbeurdverklaringen, door tuchtcolleges opgelegde boeten en dwangsommen vallen niet onder de
aftrekuitsluiting van dit artikel.
- Een dwangsom is het bedrag dat de overtreder verschuldigd wordt, wanneer hij niet tijdig
gevolg geeft aan de last om een overtreding ongedaan te maken, dan wel geen gevolg geeft
aan de last om geen verdere of volgende overtreding te begaan.
 Dwangsom heeft niet het karakter van een straf of boete.

Boetes zijn uitgesloten en moeten worden gecorrigeerd als onttrekking naar de post privé (IB-
onderneming) of rekening-courant (BV). Journaalpost =

Rekening-courant / privé
AAN Boetes

§ 2.8.3 Overige niet-aftrekbare kosten van artikel 3.14 Wet IB
Zien voornamelijk op de uitsluiting van kosten en lasten die verband houden met misdrijven.

§ 2.8.4 In aftrek beperkte algemene kosten
Het gaat om kosten voor:
a. voedsel, drank en genotsmiddelen
b. representatie
c. congressen, seminars, symposia, excursies, studiereizen etc.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sterre1909. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.47. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73314 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.47  10x  sold
  • (0)
  Add to cart