100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Psychological Science - Basiskennis hoofdstuk 6,9 en 12 $6.91   Add to cart

Summary

Samenvatting Psychological Science - Basiskennis hoofdstuk 6,9 en 12

 15 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Volledige samenvatting met afbeeldingen (vanuit het boek) van de toetsstof van basiskennis, het eerste jaar van toegepaste psychologie, periode 4. Hoofdstuk 6; leren, hoofdstuk 9; menselijke ontwikkeling en hoofdstuk 12; sociale psychologie.

Preview 3 out of 25  pages

  • No
  • Hoofdstuk 6, 9 en 12
  • January 29, 2024
  • 25
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Hs-6 leren
Hoe leren we?
Om te overleven moet je dingen leren. Het maakt onze basisvaardigheden (lopen/spreken) en onze
complexe (vliegen) vaardigheden mogelijk.

6.1 leren uit ervaring
Leren betekent een relatief duurzame gedragsverandering, die het resultaat is van ervaring. Je bent
in de toekomst beter voorbereidt. John B. Watson stelde dat dieren en mensen al worden geboren
met het potentieel om zo ongeveer alles te leren. De essentie van leren is dat het ons in staat stelt
kennis op te doen over de wereld. We leren in 3 basismanieren:

1. Niet-associatief leren: reageren op een herhaalde blootstelling aan een stimulus of
gebeurtenis. Dat je bijvoorbeeld na een tijdje niet meer de trein hoort die langs je huis komt.
Dit is de eenvoudigste manier van leren.
2. Associatief leren: is het verbinden van 2 gebeurtenissen of stimuli samen. Deze ontstaan
door conditionering: een proces waarin prikkels en gedragsreacties met elkaar verbinden.
Een voorbeeld is dat de hond naar de deur rent als je de riem pakt.
3. Observationeel leren: verwerven of veranderen van gedrag na blootstelling aan een ander
individu dat dat gedrag uitvoert. Leren vindt plaats door naar andere te kijken. Bijvoorbeeld
iemand na doen op YouTube.



6.2 gewenning en sensibilisatie zijn modellen van niet-associatief leren
De meest voorkomende vormen hiervan zijn gewenning en sensibilisatie. Gewenning is een afname
van de gedragsreactie na herhaalde blootstelling aan een stimulus. Je reageert niet meer op
bepaalde prikkels, omdat je heb geleerd dat ze niet belangrijk zijn. Het is niet dat je ze niet hoort,
maar je reageert er niet meer op omdat je weet dat het geen gevaar is. De toename van een respons
door een verandering in iets bekends is dishabituatie. Dat bijvoorbeeld de vogels stoppen met
zingen. Sensibilisatie is een toename van de gedragsreactie na een blootstelling aan een stimulus. De
prikkels zijn vaak bedreigend of pijnlijk. Dat je bijvoorbeeld rook ruikt en gaat kijken of er brand is.
Veranderingen in het functioneren van de synaps leiden tot gewenning en sensibilisatie. Een
vermindering van afgifte van neurotransmitters leidt tot gewenning en een toename leidt tot
sensibilisatie. Dit ontdekte Eric Kandel.

Hoe leren we voorspellende associaties?
Het helpt ons uitdagingen op te lossen door te voorspellen wanneer dingen samen gaan.
Bijvoorbeeld als je iets hoort stromen dat je dan aan water denkt (overleven).

6.3 gedragsreacties zijn geconditioneerd
We leren associaties door conditionering, het proces dat prikkels uit de omgeving verbindt met
gedrag. Bij klassieke conditionering, ook wel Pavloviaanse conditionering, lokt een neutrale stimulus
een reactie uit omdat deze in verband is gebracht met een stimulus die die reactie al produceert. Je
leert dat de ene gebeurtenis de andere voorspelt. Je leert dat bepaalde muziek speelt tijdens enge
stukjes in een film. Nu voel je je angstig als je die muziek hoort. De term Pavlovian komt van Ivan
Pavlov vandaan, die experimenteerde met honden en hun speekselreflex. Na een tijdje begonnen de
honden al te kwijlen als ze alleen Ivan zagen, want ze wisten dat ze brokjes zouden krijgen. Voedsel is
een voorbeeld van een ongeconditioneerde stimulus.

,  Ongeconditioneerde response (UR): is een reactie zonder dat er training is geweest. Het is
automatisch gedrag, zoals je reflexen. –
 Ongeconditioneerde stimulus (US): een stimulus waardoor er een reactie plaatsvind, zonder
te leren.
 Geconditioneerde stimulus (CS): een stimulus waardoor er een reactie plaatsvind, nadat er is
geleerd.
 Geconditioneerde response (CR): de reactie die plaatsvind na de CS. Deze reactie is
aangeleerd. Kijk blz. 213 voor het experiment.



6.4 leren wordt geworven en houdt aan tot het uitsterven
Door te leren voorspellen we welke objecten plezier of pijn brengen, hierdoor verwerven we nieuw
adaptief gedrag. Wanneer er een proces van associaties plaatsvindt, wordt dit acquisitie genoemd.
Dit is de vorming van een verband tussen een geconditioneerde stimulus en een onvoorwaardelijke
stimulus. Pavlov concludeerde dat bij het aanleren van een associatie is dat de stimuli samen in de
tijd optreden. Deze band heet contiguïteit. Soms wordt een geconditioneerde stimulus niet direct
geassocieerd met een niet-geconditioneerde stimulus. In plaats daarvan wordt de geconditioneerde
stimulus geassocieerd met een andere geconditioneerde stimuli die al geassocieerd zijn met de
ongeconditioneerde stimulus. Dit heet conditionering van de tweede orde. Dit helpt bij het verklaren
van de complexiteit van aangeleerde associaties.
Stimulus-generalisatie treedt op wanneer stimuli vergelijkbaar maar niet identiek zijn aan de CS die
de CR produceren. Het is adaptief. Door verschillende soorten percepties leren dieren reageren op
variaties in de CS. Bij stimulus discriminatie leren dieren onderscheid te maken tussen 2 vergelijkbare
stimuli als de ene consistent wordt geassocieerd met de US en de andere niet. Een voorbeeld is bij
het onderscheiden van planten. Want de ene kan giftig zijn. Maar dieren moeten soms ook leren dat
associaties niet zinvol meer zijn. Dit proces heet uitsterven. De CR wordt gedoofd als de CS niet
langer de onvoorwaardelijke stimulus voorspelt. Maar er is ook een proces waarin de eerder
uitgedoofde CR weer opkomt na de presentatie van de CS. Dit noemen we spontaan herstel. Dit
herstel is echter tijdelijk. Uitsterven vervangt dus de associatieve band, maar het elimineert die band
niet.

6.5 leren is gebaseerd op evolutionaire betekenis
Pavlov zei dat elk object kan worden omgezet in een geconditioneerde stimulus wanneer het wordt
geassocieerd met een US. Ook zei hij hoe intenser de stimuli, hoe groter het leerproces. John Garcia
toonden aan dat bepaalde paren van stimuli eerder geassocieerd worden dan andere. Zo zou een
dier niet 2 keer hetzelfde giftige eten eten. Ook mensen hebben dit. Dat je iets hebt gegeten en er
echt ziek van bent geworden. Hier tonen mensen dan een geconditioneerde smaakaversie op.
Sommige mensen kunnen de geur al koppelen aan misselijk worden. Als je een smaak associeert met
ziek worden, heeft dit een evolutionair voordeel. Je zult overleven en je genen doorgeven. Martin
Seligman heeft betoogd dat dieren genetisch zijn geprogrammeerd om specifieke objecten te vrezen.
Hij noemt dit biologische paraatheid. Dit helpt verklaren waarom dieren bang zijn voor gevaarlijke
dingen (bv vuur) in plaats van objecten die weinig bedreiging vormen (baby). De bedreigingen
kunnen ook van binnen de eigen dierensoort komen.

, 6.6 leren brengt verwachtingen en voorspellingen met zich mee
Klassieke conditionering is een manier waarop dieren het optreden van gebeurtenissen gaan
voorspellen. Als we donkere wolken zien, hebben we de neiging om regen te voorspellen. Robert
Rescorla zei dat om te leren, de CS vóór de US moet komen, waardoor er een verwachting voor
wordt gewekt. Het Rescorla-Wagner-Model stelt dat een dier de verwachting leert dat sommige
voorspellers (potentiële CSs) beter zijn dan andere. Volgens dit model wordt leren bepaald door de
mate waarin een US onverwacht of verassend is. We noemen het verschil tussen de verwachte en
werkelijke resultaten voorspellingsfout. Een positieve voorspellingsfout versterkt de associatie tussen
de CS en de US. Er gebeurd iets beters dan verwacht. Stel nu dat een verwachte gebeurtenis niet
plaatsvindt, dit leidt tot negatieve voorspellingsfouten. Het verzwakt de CS-US associatie. Positief en
negatief betekenen niet perse goed of slecht. Het is meer een toevoeging of een ontbreking. Kijk blz.
219 voor een voorbeeld (de hond en de blikopener). Dit vind in de beloningsregio’s van je hersenen
plaats. Bij een voorspellingsfout is er een uitbarsting van dopamine activiteit. Hoe minder de fout,
hoe minder het dopamine activiteit. Bij een negatieve voorspellingsfout is het precies andersom, een
afnamen van het dopamine-activiteit. Ze waarschuwen ons dus voor belangrijke gebeurtenissen.

6.7 fobieën en verslavingen hebben aangeleerde componenten
Klassieke conditionering helpt bij het verklaren van veel gedragsverschijnselen, vooral fobieën en
verslavingen. Een fobie is een verworven angst die niet in verhouding staat tot de werkelijke dreiging
van een object of situatie. Denk aan hoogtevrees, vliegangst. Ze ontwikkelen door de generalisatie
van een angstervaring. Dieren kunnen klassiek geconditioneerd worden om bang te zijn voor
neutrale objecten. Dit proces heet angstconditionering. Een reactie hierop kan bevriezen of stilzitten
zijn. John B. Watson deed dit experiment op little Albert. Toen hij 9 maanden was liet hij de neutrale
objecten zien (konijn, witte wol en een witte rat). Toen hij 11 maanden was, deden ze dit opnieuw
alleen sloeg John met een hamer op ijzer. Dit geluid maakte het kind bang. Dit herhaalde hij een paar
dagen, totdat de baby begon met huilen als alleen de rat werd aangeboden. Het knal geluid (US)
leidde tot een angstreactie (UR). Uiteindelijk leidde de combi van de rat (CS) en het geluid (US) ertoe
dat alleen de rat op zichzelf een angstreactie (CR) produceerde. Uiteindelijk werd Albert voor alles
dat wit was bang. Klassieke conditionering is dus een methode om een fobie op te wekken. Als een
persoon aan een fobie leidt, kan de arts de persoon blootstellen aan een kleine doses van de
gevreesde stimuli terwijl de persoon zich bezig houdt met een plezierige taak. Dit wordt
tegenconditionering genoemd.
Ook speelt drugsverslaving een belangrijke rol bij klassieke conditionering. Zo kan alleen de geur van
koffie al leiden tot opwinding, alsof ze al cafeïne hebben gedronken. Dit is ook zo bij heroïne
verslaafde. Alleen bij het zien van een naald kan het gevoel naar boven komen. Veel verslaafden
vallen vaak terug, omdat ze weer geconditioneerde hunkering ervaren. Daarom is het belangrijk om
ze bloot te stellen aan drugsignalen. Dit helpt namelijk de reactie hierop te doven. Hierdoor zal er in
de toekomst geen signalen meer opwekken bij een onbedwingbare trek. Ook is de tolerantie
(hoeveel drugs je nodig heb voor hetzelfde effect) het grootst wanneer de drugs wordt ingenomen
op dezelfde fysieke locatie, als waar eerder druggebruik plaatsvond.

Hoe beïnvloeden de gevolgen van een handeling het gedag?
Ons gedrag vertegenwoordigt vaak middelen voor een bepaalde doeleinden (voedsel kopen om op te
eten). We leren dat ons gedrag op een bepaalde manier tot een beloning leidt. Een bepaald gedrag
leidt tot een bepaald resultaat.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MaraBünoHeslinga. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.91. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73314 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.91  1x  sold
  • (0)
  Add to cart