1. De m. biceps femoris is betrokken bij retroflexie in het heupgewricht.
Juist – Onjuist
De m. biceps femoris is gelegen aan de achterkant van het been en heeft als functie
retroflexie.
Promotheus
2. De m. sartorius is mono-articulair.
Juist – Onjuist
De sartorius loopt zowel over het heupgewricht als over het kniegewricht.
Promotheus
Meerkeuze
3. Welke stellingen zijn juist?
Het gewrichtskraakbeen:
I. Dient voor de absorptie van stoot- en compressiekrachten
II. Heeft een goede bloedcirculatie
III. Zorgt ervoor dat afvalstoffen uit de gewrichten wordt afgevoerd
IV. Zorgt voor het reduceren van de wrijvingskrachten van de verschillende
botstukken in een gewricht.
a. Stelling II en zijn juist
b. Stelling III en IV zijn juist
c. Stelling I en IV zijn juist
d. Stelling II en III zijn juist
Stelling I en IV zijn juist omdat de functie van kraakbeen is om het bot te beschermen tegen
stoot en compressie krachten maar ook tegen wrijvingskrachten zodat het bot intact blijft en
hierdoor niet verslijt.
4. Synoviaalvloeistof wordt geproduceerd door:
a. De botten
b. De spieren
c. Het gewrichtskapsel
d. Het gewrichtskraakbeen
Het kapsel is verantwoordelijk voor de productie van het synovia.
,5. De collagene vezels van het gewrichtskraakbeen bestaan vooral uit collagene fibrillen
van:
a. Type I
b. Type II
c. Type III
d. Er zitten geen collagene vezels in gewrichtskraakbeen
Collageen type II komt overeen met het type collageen in ons eigen bindweefsel waar ook het
kraakbeen uit bestaat. Collageen type II zorgt voor soepele gewrichten door middel van het
ondersteunen van het immuunsysteem. Het helpt het lichaam bij het correct onderscheiden
van vreemde en lichaamseigen moleculen. Hierdoor wordt het afweersysteem ondersteund en
blijft de natuurlijke beweeglijkheid van de gewrichten behouden.
6. Artrose is een aandoening waarbij primair:
a. Het kraakbeen in gewrichten is aangedaan
b. Het synoviaal vloeistof in gewrichten is aangedaan
c. Het bot in gewrichten is aangedaan
d. Het kapsel om de gewrichten is aangedaan
Artrose is een degeneratief proces dat het kraakbeen in het gewricht aantast. Het kraakbeen is
een zeer kwetsbare structuur.
www.fysiotherapie-amsterdam.nl
7. De belangrijkste functie van de m. iliopsoas in het heupgewricht is:
a. Abductie
b. Anteflexie
c. Adductie
d. Exorotatie
De m.iliopsoas licht diep in het bekken, waar de oorsprong licht en de aanhechting is de
trochantor minor femoris.
Promotheus
8. Een synergist is:
a. De spier die een bepaalde beweging maakt
b. De spier die de tegengestelde beweging maakt als de spier die is
aangespannen
c. De spier die bij een krachtige beweging de spier, die een bepaalde
beweging maakt, helpt
d. De spier die ontspannen is bij een bepaalde beweging.
Agonist is de spier de een beweging maakt, de antagonist is de spier die de tegenovergestelde
beweging maakt en de synergist is de spier die de agonist helpt bij een krachtige beweging.
,Praktijk
Juist/onjuist
9. Kraakbeen is goed doorbloed.
Juist – Onjuist
Kraakbeen bevat weinig bloedvaten en heeft daarom een lage stofwisseling.
http://dier-en-natuur.infonu.nl/
10. Uitgaande van flexie van de heup zijn de mm. gluteus de agonisten.
Juist – Onjuist
De mm. Gluteus maken de tegenovergestelde beweging en zijn dus antagonisten
11. De beschadigingen aan het gewricht die veroorzaakt worden door artrosis deformans
zijn onomkeerbaar.
Juist – Onjuist
De beschadigingen die artrose veroorzaakt zullen nooit meer herstellen.
Meerkeuze
12. De stabiliteit van het heupgewricht wordt voornamelijk verzorgd door:
a. De pezen van de spieren en de spieren die over het heupgewricht
liggen
b. De diepe kom en de ligamenten
c. De diepe kom
d. De ligamenten en de spieren
Het heupgewricht is door de diepe kom en stevige ligamenten eromheen een stabiel gewricht.
www.heup.info
13. Flexie in de heup is mogelijk tot:
a.ca. 65° flexie
b.ca. 90° flexie
c.ca. 115° flexie
d.ca 130º flexie
De heup kan ongeveer 115 graden flexie maken.
Joint motion, method of measuring and recording
14. Een positieve proef van Trendelenburg kan worden veroorzaakt door:
a. Parese van de endorotatoren van de heup
b. Parese van de abductiemusculatuur van de heup
c. Parese van de adductiemusculatuur van de heup
d. Parese van extensoren van de heup
Wanneer de abductie musculatuur niet goed functioneerd zal de heup wegzakken wanneer de
patient op 1 been staat. Wat duidt op een positieve trendelenburgh’s sign.
, 15. Welke spier zorgt niet voor retroflexie in de heup:
a. m. gluteus medius
b. m. semitendinosus
c. m. gluteus minimus
d. m. gluteus maximus
Gluteus minimus is een spier die aan de buitenkant van het bekken ligt en zorgt voor abductie.
Promotheus
16. De insertie van de m. piriformis is:
a. Crista intertrochanterica femoris
b. Trochanter major femoris
c. Tractus iliotibialis
d. Trochantor minor femoris
De insertie van de piriformes is de trochantor major femoris.
promotheus.
17. Door een patiënt op 1 been te laten staan test je de:
a. Mobiliteit van de heup
b. De spierkracht van de heup
c. De stabiliteit van de heup
d. Het uithoudingsvermogen van de spieren rondom de heup
Door de patiënt op 1 been te laten staan kan je zien of de heup aan beide kanten ook goed
wordt gestabiliseerd. Dus of de stabiliteit goed is in de heup. Dit is 1 van de vele testen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller esther4. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.35. You're not tied to anything after your purchase.