5.1 Visual Coding
Lichtstralen weerkaatsen van objecten af en komen op jouw netvlies, en dat is wat je
ziet.
Je hersenen coderen informatie, vooral door welke neuronen actief zijn, en in welke
mate. Impulsen in sommige neuronen indiceren licht, andere geluid of andere
gevoelens the law of specific nerve energies (Johannes Müller).
Als je je ogen dicht doet, en in je ogen wrijft, zie je vlekken. Dit komt omdat de
receptoren voor licht gestimuleerd worden, terwijl je je ogen dicht hebt. Alles wat
deze receptoren stimuleert wordt als licht waargenomen.
Licht komt binnen door de pupil (opening
in het midden van de iris) en wordt gefocust
door de lens en het hoornvlies (cornea),
en geprojecteerd op het netvlies (retina).
Informatie gaat van de receptoren achter in
het oog naar bipolaire cellen, vanaf daar
naar ganglioncellen, en de axonen van de
ganglioncellen bundelen en gaan naar de
hersenen.
Er zijn ook nog amacrine cellen, deze
verfijnen informatie van bipolaire cellen en
geven dit aan de ganglioncellen.
Blinde vlek: de axons van de
ganglioncellen bundelen samen om de
optische zenuw te vormen, die het oog uit
gaat, hier zijn dus geen receptoren, en licht
wat op deze plek valt zie je daardoor niet.
Licht dat op de blinde vlek in je ene oog
valt, is wel gewoon zichtbaar voor het
andere oog, dus hier heb je dagelijks geen
last van.
De fovea is een kleine plek in het oog
specifiek voor acute gedetailleerde visie,
door veel receptoren dicht op elkaar. En
elke receptor is hier verbonden aan één
bipolaire cel, die weer verbonden is met
één ganglioncel dat een axon naar de
hersenen heeft. Deze ganglioncellen in de fovea worden midget ganglion cells
genoemd. Het perifere van het netvlies is gevoeliger voor zwak licht.
Het netvlies heeft twee soorten receptoren:
- Kegeltjes
Vooral in de fovea
Minder actief bij zwak licht
Reageert goed op fel licht
Kleur
- Staafjes:
Vooral in het perifere
Reageert op zwak licht
, Fel licht slecht voor staafjes
Vooral voor donker
Kegeltjes en staafjes bevatten allebei fotopigmenten: bestaan uit 11-cis-retinal,
gebonden aan opsins (eiwit), die de gevoeligheid van de fotopigmenten modificeren.
Licht zet 11-cis-retinal om in all-trans-retinal en geeft energie die second messengers
activeren.
Kleur:
We nemen kleur waar door de reacties van drie soorten kegeltjes (lange-, medium-
en korte golflengte kegeltjes), die gevoelig zijn voor verschillende golflengtes, samen
te voegen trichromatic/ Young-Helmholtz theory.
Er zijn veel meer lange- (rood) en medium (groen) golflengte kegeltjes dan korte
(blauw).
Visueel veld = het deel van de wereld dat je ziet.
Negative color afterimage: staar langere tijd naar een plaatje dat in
tegenovergestelde kleuren wordt gegeven, en als je dan naar een witte muur
bijvoorbeeld kijkt, zie je het plaatje in de tegenovergestelde kleuren op de muur.
Opponent process theory: we nemen kleur waar in termen van omgekeerden, de
hersenen heeft een mechanisme dat kleur waarneemt op een continuum van rood –
groen, blauw – geel en wit – zwart. De de activiteit van receptoren kunnen op een
bepaalde golflengte toenemen en op een andere golflengte afnemen, en hierdoor op
de ene sterker reageren dan op de ander.
Color constancy = de mogelijkheid om kleur te herkennen ondanks verandering in
licht.
Retinex theory: de cortex combineert informatie van verschillende delen van het
netvlies om de helderheid en kleur van elk deel te bepalen. Hoe je een kleur
waarneemt hangt af van hoe de omgeving wordt waargenomen.
Color vision deficiency = kleurenblindheid. Mensen ontwikkelen één soort
kegeltjes niet, of een abnormale versie hiervan.
Groen-rood blindheid: de lange- en medium golflengte kegeltjes hebben hetzelfde
fotopigment, in plaats van verschillende.
Meeste genen (voor lange golflengte kegeltjes) coderen voor het aminozuur serine,
maar sommige voor alanine. Dit gen ligt op het X chromosoom, dus mannen hebben
altijd één van de twee. Vrouwen kunnen de twee verschillende hebben, en hierdoor
beter kleuren van elkaar onderscheiden.
5.2 How the Brain Processes Visual Information
Staafjes en kegeltjes horizontale cellen inhibite bipolaire cellen amacrine
cellen en ganglioncellen. De axonen van de ganglioncellen vormen de optische
zenuw en gaat het oog uit.
De optische zenuwen van beide ogen komen samen in de optic chiasm, en hier kruist
de helft van de axonen naar de andere kant van de hersenen.
De meeste axonen gaan naar de lateral geniculate nucleus van de thalamus.
Laterale inhibitie: informatie van receptoren in
het netvlies naar bipolaire cellen, en horizontale
cellen die de bipolaire cellen en cellen om hen
heen inhiberen. Hierdoor is er een vergroting van
het contrast tussen een verlicht gebied en de
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pleunvandenboogaart. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.35. You're not tied to anything after your purchase.