100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Taal, Communicatie en Media $8.51   Add to cart

Summary

Samenvatting Taal, Communicatie en Media

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit is een samenvatting van de delen A en B van het boek “Language and Media: A Resource Book for Students” geschreven door Sylvia Jaworski. De samenvatting bevat ook veel belangrijke informatie die in hoorcolleges van het vak Taal, Communicatie en Media werd gegeven. Veel studenten aan de fa...

[Show more]

Preview 4 out of 43  pages

  • November 17, 2023
  • 43
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Hoofdstuk 1

A Language and mediation

Medium: hulpmiddel, in dit geval hulpmiddel voor de interactie en communicatie met andere
mensen en hun omgeving
Mediation: de mate waarin een medium communicatie tussen mensen helpt


Taal is complex
- Het is meer dan verbaal taalgebruik, ook andere modaliteiten
- Het hangt altijd samen met andere modaliteiten, en genereert betekenis
- Gebruik van taal leidt tot taalhandelingen: we doen dingen met taal
- Taal is altijd subjectief, is altijd vanuit een perspectief


Media(ties) zijn complex
- Alles kan een medium zijn: zelfs meubelen, gebouwen, kleren, ... (“Man kann nicht
nicht Kommunizieren”)
- Hangen vaak samen met andere modaliteiten en media
- Beïnvloeden hoe we andere media interpreteren,
- Bepalen hoe we de wereld interpreteren
- Mensen hebben gevoelens, meningen, subjectieve normen over mediagebruik


Paul Watzlawick → “Mann kann nicht nicht kommunizieren.”
- Alles is communicatie en iedereen kan communiceren


Enkele belangrijke punten:
- Taalgebruik (“discourse”) is niet neutraal, maar gebeurt altijd in een context,
waardoor bijna alle uitingen wel een ideologie overbrengen of vooronderstellen
- Taalgebruik gebeurt altijd via een medium (stem is bv ook een medium)
- Elk medium veronderstelt zijn eigen media-ideologie (bv. over hoe het hoort in een
medium) en biedt zowel mogelijkheden (telefoon: communicatie op afstand) als
beperkingen (telefoon: vooral op geluidsoverdracht gericht) voor communicatie. Dit
bestaat ook voor taal: taalideologie




1

, - Technologisch determinisme: de opvatting dat media bepalen wat we kunnen doen,
denken, en communiceren
- Pragmatics: hoe mensen ‘dingen met woorden doen’ (dreigen, verontschuldigen)
- Gespreksanalyse: hoe gesprekken zijn samengesteld (turn-taking)
- Interactionele sociolinguïstiek: hoe mensen taal gebruiken om identiteiten en
relaties met elkaar op te bouwen
- Kritische discoursanalyse: om te onthullen hoe taal kan worden gebruikt om mensen
te manipuleren
- Je begrijpt meer over de relatie tussen taal en media als je bestudeert wat taal in media
bewerkstelligt (d.m.v. discoursanalyse)

B Language, mediation, and sites of engagement

Technologie-ontwikkeling en gevolgen voor communicatie

- Van embodied naar disembodied naar embodied media
- Ontwikkelingen als de ontdekking van het schrift en van de boekdrukkunst hebben
gezorgd voor de disembodiment van communciatie (‘disembodied media’)
- Mondelinge overdracht (‘oraal’) & gezichtsuitdrukking & gebaren = onmiddellijke,
lichamelijke communicatie
- Technologieën:
- Schrift (opslag, documenteren, decontextualiseren (explicieter, abstracter), niet meer
memoriseren, hogere status)
- Boekdrukkunst (groter bereik) – rotatiepers (massaproductie creëert vraag naar
nieuws)
- Elektronische media (telefoon, telegraaf, radio, tv)
- Technologie:
- Digitale media (iedereen ‘zendgemachtigde’, alles tweezijdig, alles weer
gecontextualiseerd) = reembodiement


Affordances and constraints

- De dingen die de media ons toestaan om te doen, worden affordances genoemd.
Schrijven, bijvoorbeeld, maakt het mogelijk om te communiceren, en de telefoon en
de radio maken de overdracht van de menselijke stem over lange afstanden mogelijk.



2

, - De beperkingen die media aan ons handelen opleggen, worden constraints genoemd.

Als het om taal en andere vormen van communicatie gaat, hebben de mogelijkheden en
beperkingen van de media grotendeels invloed op drie dingen:
1. wat we kunnen communiceren, inclusief de semiotische middelen waarover we
beschikken om betekenis te geven;
2. met wie we kunnen communiceren, inclusief met hoeveel mensen, waar ze zich in
relatie tot ons bevinden, of de communicatie eenrichtingsverkeer of wederkerig is, en
of het één-op-één, één-op-veel of veel is -te-veel-communicatie; en
3. hoe we verschillende aspecten van communicatie kunnen combineren, waaronder
verschillende talen, verschillende teksten en teksttypen, de woorden van verschillende
mensen en verschillende modi.


Media verschillen op punten als:
- communicatie wel/niet over afstand
- communicatie wel/niet over tijd
- communicatie wel/niet met een groot publiek (1-1/1-many/many-1/many-many)
- communicatie wel/niet met onmiddellijke reactie (eenzijdig/tweezijdig)(feedback)
- communicatie wel/niet met woord EN beeld (stilstaand/bewegend)
- communicatie met integratie andere media (rijk, arm)


- Positieve (positivistische) opvatting over nieuwere media (iedereen gelijk, iedereen
participeert, voor elk wat wils, ‘Global Village’)
- Later: trollen, fake-nieuws, echo-kamers: shittification (‘verteringisering’)



- Media biases: de theorie dat verschillende media verschillende soorten relaties tussen
gebruikers bevorderen, verschillende percepties van tijd en ruimte, en verschillende
vormen van bewustzijn.
- Media creëren verschillende ‘sites of engagement’ (ontmoetingsplekken); bv.
huiskamer met tv, telefoons, krant etc.
- Nieuwe media leiden tot remediation (het hergebruik van een oud medium in een
nieuw medium; fotografie ontstond uit schilderijen)




3

, - Nieuwe media leiden tot mediaconvergentie (het samenkomen van verschillende
media in bv. een smartphone)
- Immediacy verwijst naar het verschijnsel dat media zo meeslepend worden dat ze
bijna transparant worden (een film voelt bijna echt).
- Hypermediacy verwijst naar het feit dat media altijd aandacht op zich vestigen, vaak
door ons aan oude media te herinneren (de manier waarop we informatie invoeren in
tekstverwerkingssoftware lijkt op de manier waarop we typemachines gebruikten)




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annajanssen2207. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.51. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73314 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.51
  • (0)
  Add to cart