Samenvatting Operations Management (18/20)

Samenvatting Operations Management


Samenvatting Operations Management
1 Hoofdstuk 1. Introductie Supply Chain & Operations
Management
1.1 Supply Chain
- toevoerketen van organisaties en processen nodig om ruwe materialen naar eindproducten te
transformeren en deze eindproducten tot bij de klant/markt/gebruiker te brengen
o = integrale goederenstroom
- SC netwerk  omschrijving link tussen organisaties
o leveranciers (suppliers)
o productiecentra (manufacturing centers)
o magazijnen (warehouses)
 meerdere producten  stockage
 uitbreidbaar
 tank/silo  1 product + moeilijker uit te breiden
 hoge kosten (bv. ook leiding naar tank)
o distributiecentra (distribution centers)
 regionaal of lokaal  logistiek en klanten beheren
 transportknooppunt
 eventueel productiefaciliteiten
 bv. bulk  verpakken, customisation  bv. logo
o verkooppunten (point of sales)
 groothandel (bv. macro) (wholesale)
 detailhandel (bv. Carrefout) (retail)
 directe verkoop (direct sales)
o verhandelde materialen
 grondstoffen
 half-afgewerkte producten (intermediates)
 producten op vrachtwagens/boten/…
 voorraad om later te gebruiken
 bv. band in autofabriek
 eindproducten
 MRO-artikelen
 Maintenance supplies
 Repair supplies
 Operating supplies
 reserveonderdelen
 vraag heel onvoorspelbaar en dringend  aparte tak binnen SC
- SCM
o design, ontwikkeling, optimaliseren en mgmt van interne en externe componenten vd SC
 aanleveren materialen, transformatie materialen, distributie eindproducten
 consistent met objectieven en strategieën bedrijf
o soms geen eigen productie  alleen coördineren
 = the orchestrated SC
 bv. Nike, Apple, …




Polle Lemmens 1

, Samenvatting Operations Management

1.2 SC Operations Reference model (SCOR)
- SCOR
o cross-industrie standaard
o source
 goederen en diensten
aankopen, juiste partners
o make
 maken eindproducten
o deliver
 transport + levering
o return
 terugname of -gave wegens teveel, defect of obsolete
 niet recyclage of afval  is SC op zichzelf
 bv. Lego & Colruyt  niet verkocht dan terug naar Lego
 is voor Lego en Colruyt allebei return (Colruyt links, Lego rechts)
o plan
 planning & coördinatie processen  evenwicht vraag-aanbod
o extended SC
 sourceproces bedrijf A sluit aan bij deliver & return proces bedrijf B, …
 plannen over meerdere bedrijven heen  grens/organisatie-overschrijdend
o 5 performance attributes en metrieken
 performance attributes  aspecten van SCM
 metrieken  manier om SC performantie van een attribute te meten
 diagnostisch =>
hoort een
objectief bij
 reliability

betrouwbaarheid /
service level naar
klant toe
 metriek = perfect
order fulfilment
 responiveness
 leveringstijd
(delivery lead-
time)
 metriek = order
fulfilment cycle
 (operationele) cost
 lager dan verkoopprijs  kost verkocht product (bv. fabricage, materiaal, …)
 metriek = cost of goods sold
 asset efficiency
 efficiënte benutting geld en resources
 geld  cash-to-cash cycle time  geld niet vast in VR
 resources  return of fixed assets  geen lege gebouwen, terrein, …
 flexibility
 wendbaarheid bij nieuwe vraagvolumes
 zie foto voor def. flexibiliteit, upside, downside, …
 BELANGRIJK: beloftes houden + 5 PA onderlinge competitie (bv. niet betrouwbaar en
snelle levering)
 zie oefening BB

Polle Lemmens 2

, Samenvatting Operations Management
- OM vs productiebeheer  verschillende talen verschillende benamingen
- OR (Operations Research)
o toepassing wiskundige modellen en technieken om processen binnen org. te verbeteren of te
optimaliseren  ondersteuning voor OM
o oorsprong in WO II
- producten vs diensten
o afhankelijk van bedrijfsoutput product of dienst
o pure goods  geen dienst aan verbonden (bv. supermarkt)
o core goods  dienstverlening (bv. garage (onderhoud, garantie, …), software (updates))
o core services  dienst met product aan verbonden (bv. vlucht (vliegtuig, luchthaven), hotel
(kamer, bed, …))
o pure services  dienst zonder product (bv. advies, onderwijs, …)
o product
 tastbaar
 onpersoonlijk
 homogeen (met variëteit tussen producten)
 op voorraad leggen mogelijk
o dienst
 ontastbaar
 persoonlijk
 op maat
 niet op voorraad leggen
 pakket van verschillende aspecten




Polle Lemmens 3