Instellingen
Week 1 – Hoofdstuk 1 en 3
Na WOII samenwerking van Europese landen voorkomen van een nieuwe oorlog.
Vormen van een samenwerking eerst een verdrag sluiten (overeenkomst tussen landen).
Samenwerking kan op verschillende manieren plaatsvinden:
Intergouvernementeel Organisatie kan niets doen zonder toestemming van alle lidstaten.
Supranationaal Organisatie die op een aantal gebieden kan handelen zonder toestemming van
alle lidstaten
Federaal Overkoepelende staat die op veel gebieden de handelingsbevoegdheid van de
lidstaten overneemt
Eerste samenwerking op economisch gebieden, verschillende mogelijkheden oplopend van intensiteit:
1. Vrijhandelszone onderling douanerechten afschaffen
2. Douane-unie gemeenschappelijk buitentarief ten aanzien van producten uit niet-lidstaten
3. Gemeenschappelijke markt douane-unie + vrij verkeer van personen, goederen, diensten en
kapitaal met als doel 1 Europese binnenmarkt
4. Economische en monetaire unie gezamenlijke munt, markt en begrotingsbeleid
Eerste initiatieven tot Europese samenwerking
Jaar Organisatie Doel Aard
1947 Benelux Douane-unie, later economisch Intergouvernementeel
1948 OEEC Economische samenwerking Intergouvernementeel
1949 Raad van Europa Samenwerking op diverse terreinen, vooral Intergouvernementeel
mensenrechten. Ben, Den, Fra, Eng, Ier, Zwe,
Noor.
1951 EGKS Binnenmarkt kolen en staal, onder leiden van Supranationaal
onafhankelijke instelling; Hoge Autoriteit. NL,
Fra, Dui, Bel, Lux, Ita.
1957 EEG Binnenmarkt voor gehele economie Supranationaal
EGA/Euratom 1958. Gemeenschap voor atoomenergie.
Europese gemeenschappen EGKS, EEG en EGA. D.m.v. het Fusieverdrag in 1967 waarbij de instellingen
van de EEG de taken van de anderen hebben overgenomen. De belangrijkste instellingen:
- De Commissie
- De Raad
- Het Europees Parlement
- Het Hof van Justitie
De Europese Akte (1986) en het Verdrag van Maastricht (1992) brachten ieder weer veranderingen en
aanpassingen aan in de bestaande verdragen. 3 belangrijke componenten Verdrag van Maastricht:
- Herziening EEG-verdrag
- Intergouvernementele samenwerkingsvormen
- Oprichting van de Europese Unie
Herziening EEG-verdrag
Deze herziening hield in:
- Naamsverandering EEG werd EG
- De taak om een economische en monetaire unie (EMU) tot stand te brengen 1 munteenheid
- Nieuwe bevoegdheden voor niet-economische aangelegenheden
1
Week 1 – Hoofdstuk 1 en 3
Na WOII samenwerking van Europese landen voorkomen van een nieuwe oorlog.
Vormen van een samenwerking eerst een verdrag sluiten (overeenkomst tussen landen).
Samenwerking kan op verschillende manieren plaatsvinden:
Intergouvernementeel Organisatie kan niets doen zonder toestemming van alle lidstaten.
Supranationaal Organisatie die op een aantal gebieden kan handelen zonder toestemming van
alle lidstaten
Federaal Overkoepelende staat die op veel gebieden de handelingsbevoegdheid van de
lidstaten overneemt
Eerste samenwerking op economisch gebieden, verschillende mogelijkheden oplopend van intensiteit:
1. Vrijhandelszone onderling douanerechten afschaffen
2. Douane-unie gemeenschappelijk buitentarief ten aanzien van producten uit niet-lidstaten
3. Gemeenschappelijke markt douane-unie + vrij verkeer van personen, goederen, diensten en
kapitaal met als doel 1 Europese binnenmarkt
4. Economische en monetaire unie gezamenlijke munt, markt en begrotingsbeleid
Eerste initiatieven tot Europese samenwerking
Jaar Organisatie Doel Aard
1947 Benelux Douane-unie, later economisch Intergouvernementeel
1948 OEEC Economische samenwerking Intergouvernementeel
1949 Raad van Europa Samenwerking op diverse terreinen, vooral Intergouvernementeel
mensenrechten. Ben, Den, Fra, Eng, Ier, Zwe,
Noor.
1951 EGKS Binnenmarkt kolen en staal, onder leiden van Supranationaal
onafhankelijke instelling; Hoge Autoriteit. NL,
Fra, Dui, Bel, Lux, Ita.
1957 EEG Binnenmarkt voor gehele economie Supranationaal
EGA/Euratom 1958. Gemeenschap voor atoomenergie.
Europese gemeenschappen EGKS, EEG en EGA. D.m.v. het Fusieverdrag in 1967 waarbij de instellingen
van de EEG de taken van de anderen hebben overgenomen. De belangrijkste instellingen:
- De Commissie
- De Raad
- Het Europees Parlement
- Het Hof van Justitie
De Europese Akte (1986) en het Verdrag van Maastricht (1992) brachten ieder weer veranderingen en
aanpassingen aan in de bestaande verdragen. 3 belangrijke componenten Verdrag van Maastricht:
- Herziening EEG-verdrag
- Intergouvernementele samenwerkingsvormen
- Oprichting van de Europese Unie
Herziening EEG-verdrag
Deze herziening hield in:
- Naamsverandering EEG werd EG
- De taak om een economische en monetaire unie (EMU) tot stand te brengen 1 munteenheid
- Nieuwe bevoegdheden voor niet-economische aangelegenheden
1
