Fusies, reorganisaties en insolventie (RB41)
All documents for this subject (29)
Seller
Follow
marijkemichielsen
Reviews received
Content preview
College 1
De fusie/overname is meer een economisch begrip: samenvoeging onafhankelijke ondernemingen
tot economisch geheel.
Fusiecode art. 1: verkrijging of overdracht van de zeggenschap, direct of indirect, over een
onderneming of een onderdeel daarvan, alsmede de vorming van een samenstel van ondernemingen.
Bij de fusie verliezen de betrokken ondernemingen hun zelfstandigheid niet en zijn beide partijen
overdrager. Bij overname behoudt alleen de overnemende partij de zelfstandigheid.
Motieven voor fusie: synergievoordelen en kostenreductie; schaalvergroting; wapenen tegen
disruptie
Bedrijfsfusie: ziet op overdracht van de
onderneming.
- Overdracht van activa en passiva, per
vermogensbestanddeel
- Partijen: overnemende en overdragende
vennootschap. Het bestuur is bevoegd,
maar moet aan AV worden voorgelegd
(structuur (2:107a BW))
- Tegenprestatie: contanten of aandelen
Voordeel: selectie mogelijk van welke vermogensbestanddelen (let op 7:663 BW).
Nadeel: overdracht per vermogensbestanddeel (zie 3:155 BW (schuldoverneming) en 6:159 BW
(contractsoverneming).
Stakeholders: arbeiders bescherming ex 7:663 BW en art. 25 lid 1 sub a WOR.
Aandeelhouders: Het bestuur is bevoegd te beschikken over de afzonderlijke vermogensbestanddelen
van de vennootschap, desondanks moet worden aangenomen dat de beslissing om de volledige
onderneming of een belangrijk deel daarvan te vervreemden gezien moet worden als een beslissing
die de structuur van de vennootschap aantast en derhalve door de aandeelhouder moet worden
genomen (2:107a BW).
Aandelenfusie: ziet op aandelen.
Verwerving van aandelen leidt immers tot
verwerving van zeggenschap. Het is het
concentreren, van de rechten en plichten die
zijn verbonden aan de aandelen in twee of
meer vennootschappen en dus een fusie van
controle.
- Koop/verkooptransactie (boek 6 BW).
- Men koopt twee zaken: de onderneming en
de vennootschap waarin de onderneming
wordt gedreven.
- Partijen: overnemende vennootschap en
aandeelhouders over te nemen vennootschap.
- Rol bestuur target is dat zij advies zal geven en om mening worden gevraagd. Bij de open
aandelenfusie is de vennootschap belangrijker omdat het onmogelijk is voor de
overnamekandidaat om direct met de aandeelhouders te onderhandelen. Hierom is deze
kandidaat verplicht met het bestuur van de betrokken onderneming het voorgenomen bod en de
motieven te bespreken (art. 9d besluit toezicht effectenverkeer).
- Aandelen kunnen ook in een derde vennootschap (op te richten) geplaatst worden.
- Tegenprestatie: contanten of aandelen in overnemende vp
,Voordeel: goederenrechtelijk eenvoudig. Wanneer je de top vennootschap verkrijgt, verkrijg je ook
meteen de hele groep. Ook bestaat er een beperking van het risico, want de onderneming in de bv is
afgeschermd: als je via een bedrijfsfusie een bedrijf koopt kan het zijn dat je grote claims mee koopt
en je uiteindelijk meer verliest dan dat je ervoor terugkrijgt.
Nadeel: geen selectie vermogensbestanddelen, hetgeen weer tot meer risico leidt;
minderheidsaandeelhouders die ‘tussen’ kunnen komen te zitten; en minderheidsaandeelhouders die
dwars kunnen zitten. Resterende aandeelhouders heeft als nadeel dat aan de oproepingsformaliteiten
voldaan moet worden; jaarrekeningen vollediger moeten zijn; dochter moet at-arms-length worden
behandeld; de winst moet ook uitgekeerd worden aan aandeelhouders; fiscale eenheid niet mogelijk;
en de overdracht van de dochter aan een ander concern wordt bemoeilijkt. De radicale oplossing is de
uitkoopregeling uit 2:201/92a BW.
Stakeholders: Voor de werknemers verandert er niets, het bedrijf blijft formeel in handen van B. Voor
de OR van A is art. 25 lid 1 sub b van belang, voor B is dit sub a (PUEM, overdracht van zeggenschap).
Juridische fusie: ziet op onderneming en rechtspersoon (2:309 BW) . Het is een bij notariële akte tot
standgekomen meerzijdige rechtshandeling, die
een volledige juridische samenstelling
teweegbrengt.
- Onder algemene titel overgaan van
vermogen.
- Een fusie van zowel de onderneming als de
vennootschap.
- Belangrijkste wezenskenmerken: vermogen
gaat onder algemene titel over; verdwijnende
vennootschappen houden op te bestaan;
aandeelhouders worden door de fusie overeenkomstig de ruilverhouding van de verkrijgende
vennootschap. De toekenning van de aandelen vindt plaats op het moment dat de fusie van
kracht wordt.
- Uitzonderingen op dat aandeelhouders aandeelhouder worden in de verkrijgende fusie: moeder-
dochterfusie (vaak rolluikfusie) uit 2:325 BW; door ruilverhouding slechts fractie en dus
contanten 2:311 lid 2 jo. 2:325 lid 2 BW; stem- of winstrechtloze aandelen met NV als
verkrijgende vennootschap ex 2:326b BW.
Voordeel: vermogen gaat over onder algemene titel en dus geen leveringshandelingen vereist, geen
medewerking/toestemming derden, en geen vereffening van de verdwijnende vennootschap (2:311
BW).
Nadeel: gehele vermogen gaat over, onzekerheid van de gevolgen in het buitenland en een
gedetailleerde procedure. En een groter vermogen voor de crediteuren om zich op te verhalen. s
N.b.: Het is niet toegestaan in het geval de rechtspersoon ontbonden is, of in faillissement dan wel
surseance verkeerd. Ook is het niet toegestaan bij verschillende rechtsvormen (NV en BV worden
gelijk geacht).
Stakeholders: arbeidersbescherming ex 7:663 BW en art. 25 lid 1 sub a WOR.
Stappenplan fusie
1. Eisen waaraan te voldoen: art. 2:310 BW, zoals dezelfde rechtsvorm; geen ontbinding; en geen
faillissement en surseance.
2. Voorstel tot fusie (2:312 jo. 2:326 BW); moet in ieder geval de ruilverhouding bevatten. Besluit tot
fusie mag hier niet van afwijken (2:317 lid 1 BW). Nieuwe vennootschap dan moet het voorstel
ook ontwerp voor akte van oprichting bevatten. Anders statutenwijziging opnemen. Ook moet
een schriftelijke toelichting worden toegevoegd ex 2:313 BW. Ook moeten de mededelingen over
de methode ex. 2:327 BW worden toegevoegd.
3. Accountantsverklaring: accountant moet oordeel inhouden over redelijkheid van de
ruilverhouding en moet verklaren dat de som van de eigen vermogens van de verdwijnende
, vennootschappen ten minste gelijk is aan het nominaal gestorte bedrag op de gezamenlijk nieuw
te verkrijgen aandelen met bijbetalingen (2:328 BW). Ook toelichting over de in 2:327 BW
opgesomde mededelingen.
4. Neerleggen voorstel en verklaringen (zie ook 2:314 BW) ten kantoren vp en Handelsregister.
5. Crediteurenverzet (2:316 BW): crediteuren kunnen binnen een maand opkomen voor zekerheiden,
dan wel waarborgen.
6. Besluit tot fusie: 2:317 BW. Dit kan na een maand na neerleggen, om crediteuren voldoende
waarborgen te bieden.
7. Notariële akte: finalising de fusie. Het voorschrift volgt uit 2:318 BW. Is de fusie eenmaal
vastgelegd in akte dan is nietigheid van rechtswege uitgesloten. Vernietiging kan nog, maar
alleen op de in 2:323 BW genoemde gronden binnen zes maanden. 2:318 lid 2 BW: notaris laat na
om te verklaren dat alle vormvoorschriften in acht zijn genomen (controlerende taak notaris).
8. Rechtsgevolgen: 2:311 BW. M.u.v. de verkrijgende rechtspersoon, houden de fuserende
rechtspersonen op met bestaan en de aandeelhouders aandeelhouder worden aandeelhouder in
de verkrijgende vennootschap.
Let op: vereenvoudigde voorschriften van toepassing bij concernfusie (2:333 lid 1 BW) of zusterfusie
(2:333 lid 2 BW).
Fusiecode bevat gedragsregels ter bescherming van de belangen van wernemers bij een fusie, dit is
een vorm van zelfregulering. Het is ook geen wet in materiële zin. Overtreden niet strafbaar en
naleving afdwingen niet mogelijk. Het is van toepassing ongeacht de rechtsvorm.
De kernbepaling is artikel 4: het behartigen van belangen van werknemers: vereniging van werknemer
moeten tijdig worden ingelicht; en zij zijn verplicht tot strikte geheimhouding. De vereniging van
werknemers kan de fusie niet tegenhouden, wel beïnvloeden.
Geschillencommissie Fusiegedragsregels kan op verzoek een oordeel vellen over naleving van de
Fusiecode.
Een openbare bieding is alleen toegestaan wanneer de Wft is nageleefd. De regels hieromtrent
volgen uit art. 5:74 e.v.
De verkrijger van overwegende zeggenschap (30% of meer van de stemrechten) in een Nederlandse
NV met effecten die zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt is verplicht een bod
uit te brengen op alle overige aandelen. In geschillen over deze verplichting en de te betalen prijs
oordeelt de Ondernemingskamer. Zie hierover 5:80a Wft.
Preventieve, materiële fusiecontrole: door ACM krachtens Mededingingswet: aanmelding
concentraties van een zekere omvang.
Leidt de concentratie tot (versterking van) een machtspositie of tot significante belemmering van de
mededinging: geen vergunning (de Minister kan het alsnog doen; weigert hij ook dan staat beroep
open bij de Rechtbank Rotterdam met hoger beroep bij het College van beroep voor het bedrijfsleven.
Heeft de concentratie een ‘communautaire dimensie’ dan is de Europese Commissie bevoegd. Zij
kan de concentratie onverenigbaar verklaren met de gemeenschappelijke mark
Splitsing heeft als motieven het aanbrengen van focus; het afstoten van niet-kern onderdelen; een
beursgang van slechts een deel van de onderneming en een ruziesplitsing.
Het verschil met de juridische fusie is dat het vermogen van de splitsende rechtspersoon niet
noodzakelijkerwijs ophoudt te bestaan. Ook wordt de figuur niet altijd in het buitenland erkend, soms
zijn aanvullende handelingen noodzakelijk.
Soorten splitsing:
, 1. Zuivere splitsing (2:334a lid 2 BW: de rechtshandeling waarbij het vermogen van een
rechtpsersoon die bij de splitsing ophoudt te bestaan onder algemene titel overeenkomstig de
beschrijving wordt verkregen door twee of meer rechtspersonen
Dus: splitsende rechtspersoon houdt op te bestaan en het gehele vermogen gaat onder algemene titel
over.
2. Afsplitsing (2:334a lid 3 BW): dit is de rechtshandeling waarbij het vermogen of een deel
daarvan van een rechtspersoon die niet ophoudt te bestaan onder algemene titel
overeenkomstig de beschrijving wordt verkregen door een of meer andere rechtspersonen
waarvan ten minste één aandelen toekent aan de aandeelhouders van de splitsende
rechtspersoon of waarvan ten minste één bij de splitsing door de splitsende rp wordt
opgericht. (ABN AMRO).
Dus: slechts een deel van het vermogen gaat over, splitsende vennootschap blijft nog bestaan.
Rechtsgevolgen:
- Vermogen splitsende vp gaat onder algemene titel over.
- Zuivere splitsing: splitsende vp houdt op te bestaan.
- Aandeelhouders splitsende vp worden van rechtswege aandeelhouder alle verkrijgende vp (2:334e
BW).
Uitzonderingen op het laatste rechtsgevolg zijn bij een ruziesplitsing (2:334cc BW, wel bestaan hier
extra eisen met als belangrijkste eis voor de besluitvorming een 3/4 e meerderheid met een 95%
quorum.); schadeloosstelling (2:334ee lid 1 BW); hybride splitsing (2:3343 lid 3a en 2:334hh BW,
wanneer alle verkrijgende vennootschap bij splitsing worden opgericht en splitsende vp daarvan bij
splitsing enig aandeelhouder wordt) en bij de driehoeksplitsing uit 2:334ii BW, dan worden
aandeelhouders van de splitsende vennootschap de aandeelhouder va een groepsmaatschappij
vaneen verkrijgende vennootschap en dus niet van de verkrijgende vennootschap zelf. Zie verder ook
334e lid 2 en 3.
Ook kennen we de vereenvoudigde zijsplitsing uit 2:334hh BW. Een andere vorm is de hybride
splitsing (afsplitsing). Dit is de overgang van het gehele vermogen tegen verkrijging van alle
aandelen in de verkrijgende vennootschappen die bij de splitsing worden opgericht, waarbij de
splitsende rechtspersoon blijft bestaan.
Een dochter kan geen vermogen afsplitsen naar haar moedermaatschappij. Wel is een upstream
splitsing mogelijk bij een joint venture met toepassing van 2:334cc op twee (nieuwe) entiteiten.
Indien de entiteiten niet nieuwe zijn moet art. 2:334e lid 2 worden toegepast.
Procedure (lijkt heel erg op fusie)
I. 2:334b BW:
a. Lid 1: partijen moeten dezelfde rechtsvorm hebben
b. Lid 3: nv/bv zijn de zelfde rechtsvorm
c. Lid 5: ontbonden rechtspersoon geen partij indien uitkering is gedaan
d. Lid 6: geen partij gedurende faillissement (uitzondering: lid 7 hybride splitsing)
II. Voorbereidingsfase:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marijkemichielsen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.48. You're not tied to anything after your purchase.