100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting WPO bedrijfseconomie (alle oefeningen met oplossingen)

Rating
5.0
(3)
Sold
20
Pages
78
Uploaded on
22-05-2023
Written in
2022/2023

Deze samenvatting omvat alle WPO's van bedrijfskunde. Voor de theorie verwijs ik u naar mijn andere samenvatting

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
May 22, 2023
File latest updated on
June 10, 2023
Number of pages
78
Written in
2022/2023
Type
Summary

Subjects

Content preview

WPO bedrijfseconomie

Domein en methodologie

Theorie

 Boekhoudkundige winst komt niet noodzakelijk overeen met economische winst
 Boekhoudkundige winst = opbrengsten – expliciete kosten
 expliciete kosten: kosten die echt van uw rekening gaan
 Economische winst = boekhoudkundige winst – impliciete kosten
 Impliciete kosten = opportuniteitskosten = waarde van het beste alternatief waaraan
we verzaken
 Aan beslissingen zijn kosten verbonden
 Beschouw alle kosten en baten die variëren met de gevolgen van een beslissing en alleen
 de kosten en baten die variëren met de gevolgen van een beslissing. Dit zijn de relevante
kosten en relevante baten van een beslissing
 Vb.: prof koopt automaat en huurt de aula  beslissing om autonomaat te zetten
heeft niets te maken met de aula, vaste kost van huren van aula mag niet meespelen
in de beslissing of je de automaat daar zet want de aula wordt zowizo gehuurd
 Vaste kosten variëren niet met de output. (prijs aula is niet afhankelijk van hoeveelheid
blikjes er verkocht worden)
 Variabele kosten veranderen als de output verandert
 KT! Op LT zijn alle kosten variabel

 2 mogelijke fouten in ons beslissingsproces
 De fixed-cost fallacy of sunk-cost fallacy/ gezonken kost
 je houdt rekening met irrelevante kosten
 = kost die je gemaakt hebt in het verleden en waarbij uw huidige beslissing daar
geen invloed meer op kan hebben
 vb.: voetbalwedstrijd, je wilt naar huis want slechte wedstrijd maar wel 100 euro
betaald  je kan niets meer doen om die 100 euro terug te krijgen
 Overhead- of afschrijvingskosten beslissingen op korte termijn te laten beïnvloeden

 De hidden-cost fallacy
 relevante kosten negeren
 je houdt geen rekening met uw opportuniteitskost
 vb.: playstation 5 was schaars toen hij uitkwam, dus deze kon niet zo goed gekocht
worden  je ziet de playstation en je wilt ze direct kopen maar je gebruikt ze
eigenlijk niet zo veel  niet verkopen en thuis laten staan zonder te gebruiken  je
zou er nog veel geld mee kunnen krijgen
 Negeren van de opportuniteitskost van kapitaal bij het nemen van investerings- of
sluitingsbeslissingen

 Als je begint met naar de kosten te kijken, raak je altijd in de war; als je begint met de
beslissing die je overweegt, raak je nooit in de war (heeft deze beslissing invloed op deze
kost?)

,  Vb.: je gaat op roadtrip met uw auto waar je nog een lening voor hebt, je betaald de
bank voor de waarde van uw lening, niet voor aantal km  je kijkt niet naar de
beslissing maar je start met de kosten  beslissing om op roadtrip te gaan heeft
geen invloed op de kost

Oefening 1.1

Je hebt een gratis toegangskaart gewonnen voor een concert van Kygo (ervan uitgaande dat
het ticket geen doorverkoopwaarde heeft).

Ed Sheeran heeft dezelfde avond een concert. Kaartjes voor het Ed Sheeran-concert kosten
€80, maar je bent bereid tot €100 te betalen om deze artiest te zien. Je zou ook voor €25
naar de cinema kunnen, terwijl je daar €40 voor over hebt.

Neem aan dat er geen extra kosten zijn om een concert bij te wonen of naar de cinema te
gaan.

Wat zijn op basis van de hier gepresenteerde informatie de alternatieve kosten om Kygo te
zien?

Antwoord: 20 euro

Uitleg:
Ed sheeran: 20 euro blijdschap  waarde van het concert van ed sheeran
Ciname: 15 euro blijdschap (consumentensurplus)
Wat is beste alternatief voor Kygo  Ed Sheeran

Waarom tellen we beide niet op? We kunnen maar 1 plek tegelijk zijn

Oefening 1.2

Toen het concert drie maanden geleden werd aangekondigd, kon je twee kaartjes kopen
voor €100 per stuk. Onlangs zag je dat TicketSwap vergelijkbare plaatsen aanbood voor €225
per stuk. Wat kost het jou om het concert bij te wonen?

Antwoord: het kost ons 450 euro (225 x2)

Uitleg:

100 euro is een sunk-cost (gezonken kost)  gezonken kosten hebben geen invloed op uw
beslissing

Aankoopprijs van het ticket is niet gelinkt aan de marktprijs van het ticket.

Opportuniteitskosten: we verzaken aan 450 euro als we naar het concert gaan

 2 fouten:

,250 euro?  Sunk cost fallacy
200 euro?  Sunk cost fallacy (omdat je rekening houdt met de 100 euro per stuk) en
hidden cost fallacy (omdat je geen rekening houd met de opportuniteit om de kaartjes te
verkopen)

Oefening 1.3

Nu de huizenmarkt weer wat afkoelt, worden sommige huizen verkocht voor veel minder
dan hun verkoopprijs twee tot drie jaar geleden. Er zijn aanwijzingen dat eigenaren van
vrijwel identieke huizen meer vragen als ze meer voor het huis hebben betaald. Welke
denkfout maken ze?

Antwoord: Sunk-cost falacy

Uitleg:

De aankoppprijs van wat jij vroeger hebt betaald is gezonken en daarom irrelevant voro de
prijsbeslissing.

Oefening 1.4

Je stopt met bedrijfskunde




Voordelen master volgen: cognitieve ontwikkeling, meer loon,…
Nadelen master volgen: je zou ergens anders geld kunnen verdienen, studiegeld betalen,…




 Pas later uitschrijven  inschrijvingsgeld is gezonken


Oefening 1.5

Na je master bedrijfskunde besluit je nog een prestigieuze MBA te volgen die €10.000 per
semester kost. Het eerste semester is intussen achter de rug. Je hebt het studiegeld voor het

, tweede semester ook al betaald. Dit is niet terugvorderbaar. Verder tekende je een
huurcontract voor een appartement dicht bij de campus dat de komende zes maanden 1.500
euro per maand kost (niet op voorhand betaald). Het appartement vroegtijdig opzeggen zou
je 2 maanden huur kosten én je moet in dat geval een huis huren dat je €2.000 per maand
kost. Je vindt het programma niet zo interessant als je dacht, en je overweegt te stoppen. Je
schat dat het voltooien van het programma zal leiden tot een verhoging van je salaris met
€10.000 per jaar voor de komende vijf jaar. Je schat ook dat je waardevolle vaardigheden en
connecties zult opdoen die je zullen helpen je carrière op de lange termijn vooruit te helpen.
Aan de connecties kleef je een waarde van €20 000. Indien je het programma niet zou volgen
kan je vandaag gaan werken, met een jaarsalaris van €40 000. Als je afhaakt ga je meer tijd
en vrijheid hebben om alternatieven na te streven en een nieuw
carrièrepad te vinden dat beter bij je interesses en doelen past. Je schat ook dat je de stress
voorkomt die gepaard gaan met het voortzetten van het programma. Dit alles is je €5 000
waard. Welke beslissing ga je nemen?

Antwoord: MBA blijven volgen

Uitleg:




 Je wilt pas stoppen na een halfjaar MBA dus je kan pas na een halfjaar gaan stoppen
 40000 (jaarsalaris) / 2 = 20000
 Impliciete kost = opportuniteitskost: waarde van het beste alternatief waaraan we
verzaken (MBA stopzetten)
 Totaal: opbrengsten – alle kosten

Theorie

 Aan beslissingen zijn kosten verbonden
 Beschouw alle kosten en baten die variëren met de gevolgen van een beslissing en alleen
de kosten en baten die variëren met de gevolgen van een beslissing. Dit zijn de relevante
kosten en relevante baten van een beslissing
 Verwar gemiddelde en marginale kosten niet!




 De gemiddelde kosten zijn irrelevant voor een omvangbeslissing (Want vaste kosten =
LT)
 Marginale kosten (MK) zijn de extra kosten die ontstaan door het produceren en
verkopen van één extra eenheid
$9.58
Get access to the full document:
Purchased by 20 students

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Reviews from verified buyers

Showing all 3 reviews
1 year ago

2 year ago

2 year ago

5.0

3 reviews

5
3
4
0
3
0
2
0
1
0
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
jannesomers Vrije Universiteit Brussel
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
96
Member since
2 year
Number of followers
56
Documents
20
Last sold
2 months ago
Student Bedrijfskunde VUB

4.3

12 reviews

5
7
4
3
3
1
2
0
1
1

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions