Levensloopinterview
Sharita de Groot
Naam student
Studentnummer 564398
Klas SW VT1D
Domein Gezondheid, sport en welzijn
Opleiding Social Work, MWD/SPH
Variant (VT / DT / DU) VT
Jaar 1
Locatie Alkmaar
Levensloopinterview
Titel werkstuk
Naam toets Levensloopinterview
Toetscode 2314AVM31A
Naam docent: Noortje Kalb & Joost Weling
Studiejaar 2015-2016
Toetsperiode 3
Kans Regulier
Ik verklaar dat ik bij het onderzoek voor en het schrijven van dit
Verklaring student werkstuk niet heb geplagieerd, gefraudeerd of anderszins in strijd
met de Onderwijs- en Examen Regeling (OER) heb gehandeld.
Datum
Handtekening
In te vullen door de examinator: In te vullen door het servicepunt:
, Inleiding
Voor het schrijven van dit verslag heeft er een vraaggesprek over de levensloop van mw. S. plaatsgevonden. In
dit verslag staat dan ook de levensloop beschreven van mv. S. Hierbij is er gebruik gemaakt van een aantal
psychologische en sociologische theorieën. De verkregen informatie uit het vraaggesprek is verbonden met deze
theorieën. Daarnaast is er gebruikgemaakt van het thema Leefwereld.
Leeswijzer
In paragraaf 1 wordt er een inhoudelijke weergave gegeven van het vraaggesprek en wordt de informatie die
verkregen is uitgezet op een tijdbalk. Op de tijdbalk wordt de leeftijd aangegeven van mw. S. met het jaartal en
de gebeurtenissen uit haar leven. Ook wordt de persoonlijke levenslijn aangevuld met de ‘kleine’ persoonlijke
geschiedenis en de ‘grote’ geschiedenis van mw. S. Op deze manier ontstaat er een levenslijn met informatie
over het leven van mw. S. en de periode waarin haar leven zich heeft afgespeeld. Daarnaast worden de fasen van
Erikson ook weergegeven in de tijdsbalk.
In paragraaf 2 wordt er een psychologische analyse gemaakt van de gegevens die uit het vraaggesprek zijn
verkregen. De verkregen informatie wordt in deze paragraaf verbonden met de psychologische theorieën en
concepten. Het gaat hierbij om: de fasetheorie van Erikson, er wordt beschreven hoe mv. S. deze fasen heeft
doorlopen en hierbij wordt er vooral dieper ingegaan op de fasen vanaf de jongvolwassenheid. Het
biopsychosociale model tijdens de ouderdom (hierbij worden de verschillende factoren en verbanden genoemd)
en het proces van omgaan met verlies en rouw in de loop van mw. S. haar leven. Hierbij wordt een situatie uit
mw. S. haar leven benoemd en wordt er aangegeven welk rouwmodel het beste toegepast kan worden op die
situatie.
In paragraaf 3 wordt er een sociologische analyse gemaakt van de gegevens die uit het vraaggesprek zijn
verkregen. In deze paragraaf worden de antwoorden van mw. S. bestudeerd. Aan de hand van haar antwoorden
wordt er een onderbouwde keuze gemaakt voor drie sociologische onderwerpen. Als eerste wordt de theorie van
Baltes besproken, daarna de theorie van Mannheim en als laatste wordt de etiketteringstheorie toegepast.
De verzamelde informatie uit het vraaggesprek die gebruikt is voor het maken van de tijdsbalk wordt hier
opnieuw gebruikt.
In paragraaf 4 wordt er laten zien hoe er is afgestemd op de leefwereld van mw. S. en wordt er een reflectie
gegeven van Sharita de Groot. Met leefwereld wordt bedoeld: hoe iemand nu in het leven staat. Iemands
levensloop heeft een belangrijke invloed op diens leefwereld. In deze paragraaf wordt de leefwereld van mw. S.
beschreven. Daarnaast wordt er een reflectie gegeven waarin staat beschreven wat de kennis over mw. S. zou
betekenen voor Sharita de Groot als zij mw. S. zou begeleiden. Hierbij let Sharita de Groot op de
overeenkomsten en verschillen tussen haar referentiekader en het referentiekader van mw. S.
,Inhoud
Inleiding .................................................................................................................................................................... 2
Hoofdstuk 1 – Interviewverslag & Tijdbalk ............................................................................................................. 4
Hoofdstuk 2 – Psychologische analyse .................................................................................................................... 9
2.1 Fasetheorie Erik Erikson ................................................................................................................................ 9
2.2 Het biopsychosociale model ......................................................................................................................... 10
2.3 De ouderdomsperiode ................................................................................................................................... 11
2.4 Omgaan met verlies en rouw ........................................................................................................................ 11
2.4 Ontwikkelingstaken van Peck ...................................................................................................................... 12
Hoofdstuk 3 – Sociologische analyse ..................................................................................................................... 13
3.1 Theorie van Baltes ........................................................................................................................................ 13
3.2 Theorie van Mannheim................................................................................................................................. 13
3.3 Etiketteringstheorie ....................................................................................................................................... 14
Hoofdstuk 4 – Afstemmen leefwereld & Reflectie ................................................................................................ 15
Hoofdstuk 5 – Verantwoording .............................................................................................................................. 16
Bibliografie ............................................................................................................................................................. 18
Bijlage 1 – Interviewvragen ................................................................................................................................... 19
Bijlage 2 – Voor het interview ........................................................................................................................... 28
Bijlage 3 – Na het interview ............................................................................................................................... 29
, Hoofdstuk 1 – Interviewverslag & Tijdbalk
Algemeen
Naam L. S. (Nanni) Vrouw
Geboortedatum 09-01-1948 68 jaar
Geboorteplaats Commewijne, Rijnsdorp, Suriname
Nationaliteit Nederlandse en Surinaamse
Woonsituatie Koophuis, eengezinswoning, zelfstandig 41 jaar woonachtig in Nederland
Godsdienst Katholiek
Kleinkinderen 8 kleinkinderen: 4 jongens, 4 meisjes
Achterkleinkinderen 1 meisje
Burgerlijke staat Weduwe, 5 kinderen (3 meisjes, 2 jongens)
Dit verslag is gebaseerd op het afgenomen interview, voorafgaande gesprekken aan het interview en telefonische
gesprekken nadat het interview is afgenomen met mijn nanni (zie bijlage 1).
Suriname
Mijn nanni1 is geboren op 9 januari in 1948. Zij is geboren in Suriname, in het district Commewijne in het dorp
Rijnsdorp. Zij is opgegroeid in een gezin samen met vijf broers en vijf zussen. Zij is na twee broers de oudste
dochter. Haar vader deed zwaar werk en haar moeder hielp haar vader met alles. Beide ouders hadden geen
opleiding. Volgens de Surinaamse begrippen had hun gezin het niet slecht. Zij hadden een redelijk huis, maar zij
werkten er wel ontzettend hard voor.
Doordat nanni haar ouders vaak weg om te werken, zorgde nanni vanaf haar achtste voor de huishouding,
broertjes, zusjes en haar grootouders. Dit is heel normaal in de Hindoestaanse cultuur. Nu zij hieraan terugdenkt,
huivert nanni hierover. Zij zou dit haar eigen kinderen en kleinkinderen niet aan willen doen. De manier waarop
mijn nanni is opgevoed heeft wel invloed gehad op de manier waarop zij haar eigen kinderen heeft opgevoed. Zij
heeft geprobeerd haar kinderen niet het leven te geven wat zij heeft gehad. Ze vond dat haar kinderen vrijheid
moesten hebben. Wel heeft nanni haar kinderen geleerd hoe zij moesten koken en hoe zij zelfstandig de
huishouding konden draaien. Dit zou hen volgens nanni alleen maar ten goede komen.
Trouwen en kinderen krijgen
Na de basisschool op 11 jarige leeftijd menstrueerde mijn nanni voor het eerst. Dit werd gezien binnen het gezin
gezien als taboe, daarom werd zij naar haar tante gestuurd. Haar tante vertelde mijn nanni dat zij vanaf dit
moment een groot meisje was (volwassen) en dat zij niet met jongens mocht zoenen, want daar kwamen baby’s
van. Toentertijd was het de bedoeling dat nanni zo snel mogelijk zou gaan trouwen en kinderen zou gaan krijgen.
Dit is toen ook gebeurd. Op haar 15e was zij getrouwd met nanna2 en op haar 16e kreeg zij haar eerste kind. Op
haar 21e had nanni vijf kinderen. Nanni vertelde dat zij zich pas volwassen voelde zo rond haar 18 e. Op deze
leeftijd begreep nanni namelijk hoe zij bewust een kind kon krijgen en dat zij een moeder was. Op dat moment
had zij al twee kinderen. Mijn nanni vertelde dat zij de periode tussen haar 14e en 18e niet volledig, bewust heeft
meegemaakt. Zij wilde namelijk gewoon spelen.
Seksualiteit toen
Nanni ervaarde wel seksuele gevoelens, ze deed er alleen niks mee. Op school en thuis werd er namelijk nooit
gesproken over seks, seksualiteit en “het maken van kinderen”. De eerste keer seks met nanna vond nanni ook
vreemd. Zij kende nanna eigenlijk niet echt en zij heeft het ook niet als prettig ervaren.
Werk in Suriname
In de tijd in Suriname, dat nanni trouwde en kinderen kreeg, hoefde zij in principe niet te werken. Nanna
verdiende voor Surinaamse begrippen goed met zijn baan bij de Suralco (aluminiumfabriek). Hij kon het gezin
onderhouden. Toch heeft zij in de avonduren twee baantjes gehad. Zij werkte in een internaat met nonnen en
verzorgde daar de maaltijd, daarnaast werkte zij als schoonmaakster op een kleuterschool. Nanni vond het leuk
en kon op deze manier ook extra geld verdienen. Nanna zorgde dan voor de kinderen terwijl nanni aan het werk
was.
1
Nanni: in de Surinaamse cultuur wordt de moeder van mijn moeder nanni genoemd. De vader van mijn moeder wordt nanna genoemd. Als
het nou de ouders van mijn vader waren, dan werd de moeder van mijn vader adji genoemd en de vader van mijn vader adja.
2
Zie bovenstaand.
Pagina 4 van 31
Sharita de Groot
Naam student
Studentnummer 564398
Klas SW VT1D
Domein Gezondheid, sport en welzijn
Opleiding Social Work, MWD/SPH
Variant (VT / DT / DU) VT
Jaar 1
Locatie Alkmaar
Levensloopinterview
Titel werkstuk
Naam toets Levensloopinterview
Toetscode 2314AVM31A
Naam docent: Noortje Kalb & Joost Weling
Studiejaar 2015-2016
Toetsperiode 3
Kans Regulier
Ik verklaar dat ik bij het onderzoek voor en het schrijven van dit
Verklaring student werkstuk niet heb geplagieerd, gefraudeerd of anderszins in strijd
met de Onderwijs- en Examen Regeling (OER) heb gehandeld.
Datum
Handtekening
In te vullen door de examinator: In te vullen door het servicepunt:
, Inleiding
Voor het schrijven van dit verslag heeft er een vraaggesprek over de levensloop van mw. S. plaatsgevonden. In
dit verslag staat dan ook de levensloop beschreven van mv. S. Hierbij is er gebruik gemaakt van een aantal
psychologische en sociologische theorieën. De verkregen informatie uit het vraaggesprek is verbonden met deze
theorieën. Daarnaast is er gebruikgemaakt van het thema Leefwereld.
Leeswijzer
In paragraaf 1 wordt er een inhoudelijke weergave gegeven van het vraaggesprek en wordt de informatie die
verkregen is uitgezet op een tijdbalk. Op de tijdbalk wordt de leeftijd aangegeven van mw. S. met het jaartal en
de gebeurtenissen uit haar leven. Ook wordt de persoonlijke levenslijn aangevuld met de ‘kleine’ persoonlijke
geschiedenis en de ‘grote’ geschiedenis van mw. S. Op deze manier ontstaat er een levenslijn met informatie
over het leven van mw. S. en de periode waarin haar leven zich heeft afgespeeld. Daarnaast worden de fasen van
Erikson ook weergegeven in de tijdsbalk.
In paragraaf 2 wordt er een psychologische analyse gemaakt van de gegevens die uit het vraaggesprek zijn
verkregen. De verkregen informatie wordt in deze paragraaf verbonden met de psychologische theorieën en
concepten. Het gaat hierbij om: de fasetheorie van Erikson, er wordt beschreven hoe mv. S. deze fasen heeft
doorlopen en hierbij wordt er vooral dieper ingegaan op de fasen vanaf de jongvolwassenheid. Het
biopsychosociale model tijdens de ouderdom (hierbij worden de verschillende factoren en verbanden genoemd)
en het proces van omgaan met verlies en rouw in de loop van mw. S. haar leven. Hierbij wordt een situatie uit
mw. S. haar leven benoemd en wordt er aangegeven welk rouwmodel het beste toegepast kan worden op die
situatie.
In paragraaf 3 wordt er een sociologische analyse gemaakt van de gegevens die uit het vraaggesprek zijn
verkregen. In deze paragraaf worden de antwoorden van mw. S. bestudeerd. Aan de hand van haar antwoorden
wordt er een onderbouwde keuze gemaakt voor drie sociologische onderwerpen. Als eerste wordt de theorie van
Baltes besproken, daarna de theorie van Mannheim en als laatste wordt de etiketteringstheorie toegepast.
De verzamelde informatie uit het vraaggesprek die gebruikt is voor het maken van de tijdsbalk wordt hier
opnieuw gebruikt.
In paragraaf 4 wordt er laten zien hoe er is afgestemd op de leefwereld van mw. S. en wordt er een reflectie
gegeven van Sharita de Groot. Met leefwereld wordt bedoeld: hoe iemand nu in het leven staat. Iemands
levensloop heeft een belangrijke invloed op diens leefwereld. In deze paragraaf wordt de leefwereld van mw. S.
beschreven. Daarnaast wordt er een reflectie gegeven waarin staat beschreven wat de kennis over mw. S. zou
betekenen voor Sharita de Groot als zij mw. S. zou begeleiden. Hierbij let Sharita de Groot op de
overeenkomsten en verschillen tussen haar referentiekader en het referentiekader van mw. S.
,Inhoud
Inleiding .................................................................................................................................................................... 2
Hoofdstuk 1 – Interviewverslag & Tijdbalk ............................................................................................................. 4
Hoofdstuk 2 – Psychologische analyse .................................................................................................................... 9
2.1 Fasetheorie Erik Erikson ................................................................................................................................ 9
2.2 Het biopsychosociale model ......................................................................................................................... 10
2.3 De ouderdomsperiode ................................................................................................................................... 11
2.4 Omgaan met verlies en rouw ........................................................................................................................ 11
2.4 Ontwikkelingstaken van Peck ...................................................................................................................... 12
Hoofdstuk 3 – Sociologische analyse ..................................................................................................................... 13
3.1 Theorie van Baltes ........................................................................................................................................ 13
3.2 Theorie van Mannheim................................................................................................................................. 13
3.3 Etiketteringstheorie ....................................................................................................................................... 14
Hoofdstuk 4 – Afstemmen leefwereld & Reflectie ................................................................................................ 15
Hoofdstuk 5 – Verantwoording .............................................................................................................................. 16
Bibliografie ............................................................................................................................................................. 18
Bijlage 1 – Interviewvragen ................................................................................................................................... 19
Bijlage 2 – Voor het interview ........................................................................................................................... 28
Bijlage 3 – Na het interview ............................................................................................................................... 29
, Hoofdstuk 1 – Interviewverslag & Tijdbalk
Algemeen
Naam L. S. (Nanni) Vrouw
Geboortedatum 09-01-1948 68 jaar
Geboorteplaats Commewijne, Rijnsdorp, Suriname
Nationaliteit Nederlandse en Surinaamse
Woonsituatie Koophuis, eengezinswoning, zelfstandig 41 jaar woonachtig in Nederland
Godsdienst Katholiek
Kleinkinderen 8 kleinkinderen: 4 jongens, 4 meisjes
Achterkleinkinderen 1 meisje
Burgerlijke staat Weduwe, 5 kinderen (3 meisjes, 2 jongens)
Dit verslag is gebaseerd op het afgenomen interview, voorafgaande gesprekken aan het interview en telefonische
gesprekken nadat het interview is afgenomen met mijn nanni (zie bijlage 1).
Suriname
Mijn nanni1 is geboren op 9 januari in 1948. Zij is geboren in Suriname, in het district Commewijne in het dorp
Rijnsdorp. Zij is opgegroeid in een gezin samen met vijf broers en vijf zussen. Zij is na twee broers de oudste
dochter. Haar vader deed zwaar werk en haar moeder hielp haar vader met alles. Beide ouders hadden geen
opleiding. Volgens de Surinaamse begrippen had hun gezin het niet slecht. Zij hadden een redelijk huis, maar zij
werkten er wel ontzettend hard voor.
Doordat nanni haar ouders vaak weg om te werken, zorgde nanni vanaf haar achtste voor de huishouding,
broertjes, zusjes en haar grootouders. Dit is heel normaal in de Hindoestaanse cultuur. Nu zij hieraan terugdenkt,
huivert nanni hierover. Zij zou dit haar eigen kinderen en kleinkinderen niet aan willen doen. De manier waarop
mijn nanni is opgevoed heeft wel invloed gehad op de manier waarop zij haar eigen kinderen heeft opgevoed. Zij
heeft geprobeerd haar kinderen niet het leven te geven wat zij heeft gehad. Ze vond dat haar kinderen vrijheid
moesten hebben. Wel heeft nanni haar kinderen geleerd hoe zij moesten koken en hoe zij zelfstandig de
huishouding konden draaien. Dit zou hen volgens nanni alleen maar ten goede komen.
Trouwen en kinderen krijgen
Na de basisschool op 11 jarige leeftijd menstrueerde mijn nanni voor het eerst. Dit werd gezien binnen het gezin
gezien als taboe, daarom werd zij naar haar tante gestuurd. Haar tante vertelde mijn nanni dat zij vanaf dit
moment een groot meisje was (volwassen) en dat zij niet met jongens mocht zoenen, want daar kwamen baby’s
van. Toentertijd was het de bedoeling dat nanni zo snel mogelijk zou gaan trouwen en kinderen zou gaan krijgen.
Dit is toen ook gebeurd. Op haar 15e was zij getrouwd met nanna2 en op haar 16e kreeg zij haar eerste kind. Op
haar 21e had nanni vijf kinderen. Nanni vertelde dat zij zich pas volwassen voelde zo rond haar 18 e. Op deze
leeftijd begreep nanni namelijk hoe zij bewust een kind kon krijgen en dat zij een moeder was. Op dat moment
had zij al twee kinderen. Mijn nanni vertelde dat zij de periode tussen haar 14e en 18e niet volledig, bewust heeft
meegemaakt. Zij wilde namelijk gewoon spelen.
Seksualiteit toen
Nanni ervaarde wel seksuele gevoelens, ze deed er alleen niks mee. Op school en thuis werd er namelijk nooit
gesproken over seks, seksualiteit en “het maken van kinderen”. De eerste keer seks met nanna vond nanni ook
vreemd. Zij kende nanna eigenlijk niet echt en zij heeft het ook niet als prettig ervaren.
Werk in Suriname
In de tijd in Suriname, dat nanni trouwde en kinderen kreeg, hoefde zij in principe niet te werken. Nanna
verdiende voor Surinaamse begrippen goed met zijn baan bij de Suralco (aluminiumfabriek). Hij kon het gezin
onderhouden. Toch heeft zij in de avonduren twee baantjes gehad. Zij werkte in een internaat met nonnen en
verzorgde daar de maaltijd, daarnaast werkte zij als schoonmaakster op een kleuterschool. Nanni vond het leuk
en kon op deze manier ook extra geld verdienen. Nanna zorgde dan voor de kinderen terwijl nanni aan het werk
was.
1
Nanni: in de Surinaamse cultuur wordt de moeder van mijn moeder nanni genoemd. De vader van mijn moeder wordt nanna genoemd. Als
het nou de ouders van mijn vader waren, dan werd de moeder van mijn vader adji genoemd en de vader van mijn vader adja.
2
Zie bovenstaand.
Pagina 4 van 31
