Samenvatting Methode van Cognitieve Neurowetenschappen (alle artikelen)
Taak 1
Gazzaniga M., Ivry, R.B & Mangun, R.M. (2014). Cognitive
Neuroscience: the Biology of the Mind (4th Edition). Norton, New
York. Chapter 3, Cognitive Psychology and Behavioral Methods, pp.
74-78). (Alternatively: 5th Ed., section 3.1, pp. 74 - 78) [K]
Cognitive psychology and behavioral methods
Cognitive psychology= de studie van mentale activiteit als een informatie-verwerkingsprobleem.
hoofddoel van cognitieve psychologie om de verschillende mentale operaties of transformaties te
identificeren die nodig zijn om een taak uit te voeren.
− Geïnteresseerd in het beschrijven van menselijke prestaties, het observeerbare gedrag van
mensen (en andere dieren).
− Ze willen de interne processen identificeren (verwerven, opslaan en gebruiken van
informatie) die onderliggend zijn aan de prestaties.
− Ze doen experimenten waarbij ze info in het brein brengen, iets geheims gebeurd met die
info en daaruit komt gedrag → cognitieve psychologen willen uitzoeken wat die geheimen
zijn
− Assumptie: we doen niet direct waarnemen en handelen in de wereld
o Onze percepties, gedachten en acties zijn afhankelijk van interne transformaties of
computaties
▪ Informatie komt via onze zintuigen, maar het begrijpen en herkennen ervan
als iets wat we al eens eerder hebben meegemaakt en het kiezen van een
juiste reactie gebeurd via complexe interne processen
Cognitieve neuroscience= is onderscheidend in de studie van hersenen en gedrag, want het
combineert paradigma’s ontwikkeld in cognitieve psychologie met methoden ingezet om
hersenstructuren en functies te meten.
2 sleutelconcepten onderliggend aan de cognitieve aanpak:
1. Informatieverwerking hangt af van interne representaties (mental representations)
2. Deze mentale representaties ondergaan transformaties (Internal transformations)
1.Mental representations
Letter-matching task (Michael Posner (1986)= meet de reactietijd (figuur 3.2)
1. 2 letters worden tegelijkertijd getoond in elke trial.
2. Deelnemers taak is om te kijken of het beide klinkers, beide medeklinkers, of een klinker en
een medeklinker zijn.
3. Deelnemer duwt op 1 knop als de letters van dezelfde categorie zijn, en duwt op een andere
knop als ze van verschillende categorieën zijn.
− In een versie zijn er 5 condities:
o Physical-identity conditie → 2 letters zijn identiek
o Phonetic-identity conditie → 2 letters zijn van zelfde identiteit, maar een is
hoofdletter en andere niet
o 2 same category condities → 2 letters zijn verschillend maar van dezelfde categorie
▪ In 1 zijn beide letters klinkers
, ▪ In 2 zijn beide letters medeklinkers
o Different- category conditie → de 2 letters zijn van verschillende categorieën en
kunnen of van hetzelfde type grootte zijn of van verschillende type grootte zijn
→de eerste 4 condities hebben “dezelfde” type reactie nodig; alle 3 de type trials is de
correcte reactie dat de 2 letters van dezelfde categorie zijn
− Resultaat: reacties verschilde →suggereert dat we meerdere representaties van stimuli
afleidden
o We denken dat fysieke representaties eerst geactiveerd worden (physical-identityl
conditie), daarna phonetic representaties en later pas categorische representaties.
2.Internal transformations
Bijvoorbeeld wanneer de geur van knoflook je terug laat denken aan je oma’s huis.
− Sensorische signalen (sensaties) zijn verbonden met opgeslagen info in geheugen
(perceptuele representaties) → Brein verwerkt dit en dit kan weer zorgen voor actie
o Dit is geen sequentieel proces (sensatie → perceptie → actie)
Characterizing transformational operations
Zoals hiervoor ( 1 en 2), is het hoofddoel van cognitieve psychologie om de verschillende mentale
operaties of transformaties te identificeren die nodig zijn om een taak uit te voeren.
Memory comparison task (Saul Sternberg 1975)= taak is niet om items te herinneren die in
geheugen zijn opgeslagen, maar om sensorische info te vergelijken met representaties die actief zijn
in het geheugen. Afhankelijke variabele is reactietijd (fig. 3.3.a)
− In elke trial krijgt deelnemer eerst set letters die die moet onthouden, dit kan uit 1,2 of 4
letters bestaan
− Erna wordt 1 letter getoond. Deelnemer moet beslissen of deze letter onderdeel was van het
te herinneren set letters
− 1 knop was “ja” en de andere “nee”
,→Sternberg zei dat deelnemers aan 4 primaire mentale operaties moeten deelnemen:
1. Coderen → deelnemer moet zichtbaar target identificeren
2. Vergelijken → deelnemer moet de mentale representaties van het doel vergelijken met de
items opgeslagen in geheugen
3. Beslissen → deelnemer moet beslissen of het doel matcht met een van de herinnerde items
4. Reageren → deelnemer moet gepast reageren op de beslissing die die bij stap 3 gemaakt
heeft
→Herkenningsproces kan op 2 manieren werken:
1. Tegelijkertijd een representatie van het doel vergelijken met alle items die in memoryset
zitten
2. Herkenningsproces kan misschien maar een gelimiteerd aantal info aan op elk moment in de
tijd
→reactietijd data kan onderscheid maken tussen deze 2;
− Parallel proces= vergelijking gebeurd tegelijkertijd voor alle items → reactietijd zou dan
onafhankelijk moeten zijn van het aantal items in geheugenset
− Sequential/serial proces= vergelijking gaat sequentieel → reactietijd vertraagd omdat
geheugenset groter wordt omdat er meer tijd nodig is om een item te vergelijker met een
grote herinneringslijst dan met een kleinere lijst.
→Sternberg’s resultaten ondersteunen serial proces bij memory vergelijkingen (fig.3.3b)
Word superiority effect= we kunnen het doel (medeklinker) sneller vinden wanneer het in een
woord getoond wordt. dit suggereert dat letter en woord niveaus van representatie parallel worden
geactiveerd
− We zijn dus accurater in identificeren van doel letter wanneer stimuli een woord is
− Dit suggereert dat we niet eerst alle letters van een woord moeten identificeren voordate we
het woord kunnen herkennen
o Als we een lijst woorden lezen, worden corresponderende representaties voor de
individuele letters en voor het gehele woord parallel geactiveerd voor elk item.
, Beperkingen bij informatie verwerking
− In memory search experiment kun je niet het
tegelijkertijd het target item vergelijken met alle
items in geheugenset →verwerkingsvermogen is
beperkt
Stroop task (Stroop 1930)= tonen een lijst woorden en
vragen erna wat de kleur was van elk woord, dit moesten
ze zo snel mogelijk zeggen. (fig.3.5)
− Stimuli activeert 2 mentale representaties
tegelijk;
1. De kleur van de stimuli (dit zorgt dat de
taak uitgevoerd kan worden)
2. Kleurconcept dat bij elk woord hoort
− Deelnemers zijn langzamer in de kleur benoemen
wanneer de kleur en het woord niet overeen
komen → dan is de 2e representatie geactiveerd,
terwijl dit niet nodig is om de taak uit te voeren
→ dit gebeurd automatisch
Smulders, F.T.Y. (2020). Reaction Times: a Reader 2.0 (2nd Ed.). [K]
Reactie tijd (RT)= de tijd die een deelnemer erover doet tussen bijvoorbeeld het getoonde woord en
het drukken op de knop.
• Operationele definitie= Tijd tussen begin van stimulus en reactie op die stimulus
• Theoretische definitie= de tijd die je nodig hebt om een respons te reageren
1.meten van mentale processen
1.1 some history
Fransiscus Donders publiceerde een artikel over reactie tijd (RT) in 1868
− Mentale processen zouden geen fysieke eigenschappen hebben zoals kleur, gewicht of
grootte → maar ze hebben wel een meetbare fysieke eigenschap; de tijd
− Donders meette de tijdsduur van pure mentale processen
Taak 1
Gazzaniga M., Ivry, R.B & Mangun, R.M. (2014). Cognitive
Neuroscience: the Biology of the Mind (4th Edition). Norton, New
York. Chapter 3, Cognitive Psychology and Behavioral Methods, pp.
74-78). (Alternatively: 5th Ed., section 3.1, pp. 74 - 78) [K]
Cognitive psychology and behavioral methods
Cognitive psychology= de studie van mentale activiteit als een informatie-verwerkingsprobleem.
hoofddoel van cognitieve psychologie om de verschillende mentale operaties of transformaties te
identificeren die nodig zijn om een taak uit te voeren.
− Geïnteresseerd in het beschrijven van menselijke prestaties, het observeerbare gedrag van
mensen (en andere dieren).
− Ze willen de interne processen identificeren (verwerven, opslaan en gebruiken van
informatie) die onderliggend zijn aan de prestaties.
− Ze doen experimenten waarbij ze info in het brein brengen, iets geheims gebeurd met die
info en daaruit komt gedrag → cognitieve psychologen willen uitzoeken wat die geheimen
zijn
− Assumptie: we doen niet direct waarnemen en handelen in de wereld
o Onze percepties, gedachten en acties zijn afhankelijk van interne transformaties of
computaties
▪ Informatie komt via onze zintuigen, maar het begrijpen en herkennen ervan
als iets wat we al eens eerder hebben meegemaakt en het kiezen van een
juiste reactie gebeurd via complexe interne processen
Cognitieve neuroscience= is onderscheidend in de studie van hersenen en gedrag, want het
combineert paradigma’s ontwikkeld in cognitieve psychologie met methoden ingezet om
hersenstructuren en functies te meten.
2 sleutelconcepten onderliggend aan de cognitieve aanpak:
1. Informatieverwerking hangt af van interne representaties (mental representations)
2. Deze mentale representaties ondergaan transformaties (Internal transformations)
1.Mental representations
Letter-matching task (Michael Posner (1986)= meet de reactietijd (figuur 3.2)
1. 2 letters worden tegelijkertijd getoond in elke trial.
2. Deelnemers taak is om te kijken of het beide klinkers, beide medeklinkers, of een klinker en
een medeklinker zijn.
3. Deelnemer duwt op 1 knop als de letters van dezelfde categorie zijn, en duwt op een andere
knop als ze van verschillende categorieën zijn.
− In een versie zijn er 5 condities:
o Physical-identity conditie → 2 letters zijn identiek
o Phonetic-identity conditie → 2 letters zijn van zelfde identiteit, maar een is
hoofdletter en andere niet
o 2 same category condities → 2 letters zijn verschillend maar van dezelfde categorie
▪ In 1 zijn beide letters klinkers
, ▪ In 2 zijn beide letters medeklinkers
o Different- category conditie → de 2 letters zijn van verschillende categorieën en
kunnen of van hetzelfde type grootte zijn of van verschillende type grootte zijn
→de eerste 4 condities hebben “dezelfde” type reactie nodig; alle 3 de type trials is de
correcte reactie dat de 2 letters van dezelfde categorie zijn
− Resultaat: reacties verschilde →suggereert dat we meerdere representaties van stimuli
afleidden
o We denken dat fysieke representaties eerst geactiveerd worden (physical-identityl
conditie), daarna phonetic representaties en later pas categorische representaties.
2.Internal transformations
Bijvoorbeeld wanneer de geur van knoflook je terug laat denken aan je oma’s huis.
− Sensorische signalen (sensaties) zijn verbonden met opgeslagen info in geheugen
(perceptuele representaties) → Brein verwerkt dit en dit kan weer zorgen voor actie
o Dit is geen sequentieel proces (sensatie → perceptie → actie)
Characterizing transformational operations
Zoals hiervoor ( 1 en 2), is het hoofddoel van cognitieve psychologie om de verschillende mentale
operaties of transformaties te identificeren die nodig zijn om een taak uit te voeren.
Memory comparison task (Saul Sternberg 1975)= taak is niet om items te herinneren die in
geheugen zijn opgeslagen, maar om sensorische info te vergelijken met representaties die actief zijn
in het geheugen. Afhankelijke variabele is reactietijd (fig. 3.3.a)
− In elke trial krijgt deelnemer eerst set letters die die moet onthouden, dit kan uit 1,2 of 4
letters bestaan
− Erna wordt 1 letter getoond. Deelnemer moet beslissen of deze letter onderdeel was van het
te herinneren set letters
− 1 knop was “ja” en de andere “nee”
,→Sternberg zei dat deelnemers aan 4 primaire mentale operaties moeten deelnemen:
1. Coderen → deelnemer moet zichtbaar target identificeren
2. Vergelijken → deelnemer moet de mentale representaties van het doel vergelijken met de
items opgeslagen in geheugen
3. Beslissen → deelnemer moet beslissen of het doel matcht met een van de herinnerde items
4. Reageren → deelnemer moet gepast reageren op de beslissing die die bij stap 3 gemaakt
heeft
→Herkenningsproces kan op 2 manieren werken:
1. Tegelijkertijd een representatie van het doel vergelijken met alle items die in memoryset
zitten
2. Herkenningsproces kan misschien maar een gelimiteerd aantal info aan op elk moment in de
tijd
→reactietijd data kan onderscheid maken tussen deze 2;
− Parallel proces= vergelijking gebeurd tegelijkertijd voor alle items → reactietijd zou dan
onafhankelijk moeten zijn van het aantal items in geheugenset
− Sequential/serial proces= vergelijking gaat sequentieel → reactietijd vertraagd omdat
geheugenset groter wordt omdat er meer tijd nodig is om een item te vergelijker met een
grote herinneringslijst dan met een kleinere lijst.
→Sternberg’s resultaten ondersteunen serial proces bij memory vergelijkingen (fig.3.3b)
Word superiority effect= we kunnen het doel (medeklinker) sneller vinden wanneer het in een
woord getoond wordt. dit suggereert dat letter en woord niveaus van representatie parallel worden
geactiveerd
− We zijn dus accurater in identificeren van doel letter wanneer stimuli een woord is
− Dit suggereert dat we niet eerst alle letters van een woord moeten identificeren voordate we
het woord kunnen herkennen
o Als we een lijst woorden lezen, worden corresponderende representaties voor de
individuele letters en voor het gehele woord parallel geactiveerd voor elk item.
, Beperkingen bij informatie verwerking
− In memory search experiment kun je niet het
tegelijkertijd het target item vergelijken met alle
items in geheugenset →verwerkingsvermogen is
beperkt
Stroop task (Stroop 1930)= tonen een lijst woorden en
vragen erna wat de kleur was van elk woord, dit moesten
ze zo snel mogelijk zeggen. (fig.3.5)
− Stimuli activeert 2 mentale representaties
tegelijk;
1. De kleur van de stimuli (dit zorgt dat de
taak uitgevoerd kan worden)
2. Kleurconcept dat bij elk woord hoort
− Deelnemers zijn langzamer in de kleur benoemen
wanneer de kleur en het woord niet overeen
komen → dan is de 2e representatie geactiveerd,
terwijl dit niet nodig is om de taak uit te voeren
→ dit gebeurd automatisch
Smulders, F.T.Y. (2020). Reaction Times: a Reader 2.0 (2nd Ed.). [K]
Reactie tijd (RT)= de tijd die een deelnemer erover doet tussen bijvoorbeeld het getoonde woord en
het drukken op de knop.
• Operationele definitie= Tijd tussen begin van stimulus en reactie op die stimulus
• Theoretische definitie= de tijd die je nodig hebt om een respons te reageren
1.meten van mentale processen
1.1 some history
Fransiscus Donders publiceerde een artikel over reactie tijd (RT) in 1868
− Mentale processen zouden geen fysieke eigenschappen hebben zoals kleur, gewicht of
grootte → maar ze hebben wel een meetbare fysieke eigenschap; de tijd
− Donders meette de tijdsduur van pure mentale processen
