100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Inleiding Publiekrecht $10.35   Add to cart

Summary

Samenvatting Inleiding Publiekrecht

 14 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

In dit document staat een samenvatting van de hoofdstukken 9 t/m 12 van het boek Hoofdlijnen Nederlands Recht. In het bestand staan ook documenten in die niet uit het boek komen, maar vanuit de colleges die de stof wat gemakkelijker maken.

Preview 4 out of 60  pages

  • No
  • Hoofdstuk 9 t/m 12
  • November 2, 2022
  • 60
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Inleiding Publiekrecht
Hoofdstuk 9 Staatsrecht
§9.1 Staat
Wat is staatsrecht?
De overheid en de verhouding tussen de overheid en de burger. En wanneer de staat wetten
mogen maken.

Binnen het publiekrecht staat de verticale verhouding tussen de overheid en burger centraal,
dat houdt in dat de overheid boven de bevolking staat.

Kenmerken van de staat:
Om een staat te kunnen zijn heb je een:
 Volksgemeenschap nodig
 Een grondgebied, afgebakend door grenzen
 Een orgaan dat de hoogste macht heeft, of gezag uitoefent (de overheid)

Bronnen van het staatsrecht:
 Grondwet
 Statuut
 Verdragen
 EU-recht
 Provinciewet
 Gemeentewet
 Wet op de Rechtelijke Organisatie
 Reglementen van Orde
 Kieswet

Binnen deze bronnen is er een hiërarchie (sommige bronnen hebben meer te zeggen dan de
ander):
1. Europese recht
2. Statuut
3. Grondwet
4. aMvB (geen formele wet, maar wel door de overheid gemaakt)
5. Provinciale verordening




§9.2 Spreiding van macht: Montesquieu

,De scheiding der machten (trias politica):
1. Wetgevende macht (Staten-Generaal) H3 Grondwet
2. Uitvoerende macht (bestuur) H2 Grondwet
3. Rechtsprekende macht (rechters) H6 Grondwet

Het systeem van checks and balances:
Houdt in dat elke macht elkaar controleert dat niet 1 macht alle macht krijgt.
Let op!: geen absolute scheiding tussen de staatsmachten

Wet in formele zin komt tot stand door samenwerking regering (=bestuur) en Staten-
Generaal (-wetgever)  Art. 81 Gw


Regering heeft bij sommige gevallen besluiten de Staten-Generaal nodig  art. 105 en 91
Gw:
 Bij Prinsjesdag komt de regering met een verdrag, alleen dit moet door de Staten-
Generaal gecontroleerd worden. Hierbij kun je zien hoe ze elkaar nodig hebben

De wetgevende macht:
Vanuit de grondwet kan je vinden via de hoofdstukken dat de machten van elkaar
gescheiden zijn.

De uitvoerende macht (het bestuur):
Welk orgaan heeft de bestuurlijke macht op centraal niveau?
 Staten-Generaal

Waar zie je deze macht terug in de Grondwet?
 Hoofdstuk 2

En in welke wetsartikelen zie je de machtenscheiding concreet?
 Art. 42 lid 1 Gw

Rechtsprekende macht (rechters):
Grondwetgever heeft expliciet de zelfstandige en onafhankelijke positie van de rechtelijke
macht t.o.v. de andere staatsmachten willen vastleggen in de Grondwet! Waar?
Art 117 lid 1 Gw = basis onafhankelijkheid:
 Benoeming voor het leven (lid 1)
 Schorsing en ontslag rechter door gerecht van rechtelijke macht (lid 3)
 Wet op rechtelijke organisatie = organieke wet
Een wet die in opdracht van de grondwet gemaakt moet worden en die gaat over de
inrichting en samenstelling van de organen die we in Nederland kennen.

Art 123 lid 1 Gw is ook een voorbeeld van een organieke wet
 Bij de wet kunnen provincies en gemeentes worden opgeheven en nieuwe ingesteld.
 Als dit plaatsvindt moet er ook nieuwe Gemeentewet en Provinciewet gemaakt
worden waarvan ook de inrichting en samenstelling van de raad instaat.

,Legaliteitsbeginsel
Elk overheidsoptreden moet op een wettelijke grondslag berusten.
 Om iemand te straffen moet er een wet daarover zijn. (Art. 1 Wetboek van
Strafrecht)

In de wet staat wat wel en niet mag, en dit biedt rechtszekerheid. Zo weet je als burger waar
je aan toe bent

Onder het staatsrechtelijke beginsel vallen de onderstaande beginselen:
1. Democratiebeginselen
2. Legaliteitsbeginselen
3. Machtenscheidingsbeginselen

Soevereiniteit betekent als land de zelfstandigheid hebben om zelf straffen op te leggen
zonder dat een ander land hierop invloed uitoefent. Dit werkt zowel extern en intern,
tegenover andere staten en eigen burgers.


§9.19 Rechtsbronnen van staatsrecht: het verdrag
Verdrag 
Overeenkomst gesloten tussen twee of meer staten. I

In het eerste geval is er sprake van een bilateraal, in het tweede geval van een multilateraal
verdrag.
Bilateraal  geldend tussen twee staten
Multilateraal  geldend tussen meer dan twee staten

Hoe komt een verdrag tot stand?
Onderhandelingen over de inhoud van een nieuw te sluiten verdrag. Deze onderhandelingen
vinden namens de regering plaats.

Zijn de onderhandelaars tot overeenkomst gekomen, dan zal het verdrag door de regering
moeten worden geratificeerd.

Voordat er tot ratificatie kan worden overgegaan moet het eerst goed gekeurd worden door
de Staten-Generaal.  art. 91 Gw

Daarmee is het verdrag niet in werking gestart. Het tijdstip hangt af van wat het betreffende
verdrag daarvoor stelt. Zo kan het zijn dat een verdrag mag in gaat wanneer alle 10 de
landen het hebben goedgekeurd.

Bepalingen in een verdrag kunnen namelijk verschillende soorten normen bevatten:
- Instructienormen
Houdt in dat de inhoud van de verdragsbepaling binnen een bepaalde tijd in een
nationale wet moet zijn opgenomen.

- Self-executingnormen of normen met directe werking

, Een verdragsbepaling heeft directe werking als zij zich rechtstreeks tot de burger
richt.




§9.4 Organen van de centrale overheid
De centrale overheid
Wie of wat is de centrale overheid of rijksoverheid?
1. De Staten-Generaal
2. De regering
3. De minister (en de staatssecretarissen)

De Staten-Generaal
De Staten-Generaal zijn ook wel de volksvertegenwoordigers en/of het parlement (Art. 50
Gw)

De Staten-Generaal bestaat uit de eerste en tweede kamer (Art. 51 lid 1 Gw)

In Nederland hebben de burgers de macht om hun eigen volksvertegenwoordiging te kiezen,
hierom noemen we Nederland een parlementaire democratie
Er zijn twee soorten kiesrechten:
 Actief kiesrecht stemmen voor een volksvertegenwoordiger (Art. 56 Gw)
 Passief kiesrecht gekozen kunnen worden (Art. 54 Gw)


De tweede kamer
 De Tweede Kamer telt 150 leden, deze leden noemen we parlementariërs (Art. 51 lid
2 Gw)
 De zittingsduur van het parlement is vier jaar (Art. 52 lid 1 Gw)
 In Nederland word je gekozen op basis van evenredige vertegenwoordiging (Art. 53
Gw)
Kiesdeler = aantal stemmen/ 150 zetels
Aantal zetels = aantal stemmen op politieke partij/ kiesdeler

In de Tweede Kamer kiezen de parlementariërs zelf de voorzitter van de Tweede Kamer (Art.
61 lid 1 Gw)
Het is vanzelfsprekend dat de politieke partij met de meeste zetels ook de voorzitter levert

Vroeger gelde in Nederland een ander soort kiesstelsel, districtenstelsel
 Diegene die het meeste stemmen krijgt per district zal de volksvertegenwoordiger
worden van dat district in het parlement
Ook bestaat het absolute meerderheidsstelsel:
 Je moet minimaal 50% van alle stemmen hebben behaald om de
volksvertegenwoordiger te worden

De Eerste Kamer
 De eerste kamer kent 75 leden, oftewel senatoren (Art. 51 lid 3 Gw)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mirabeissel. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.35. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73314 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$10.35  1x  sold
  • (0)
  Add to cart