100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Biochemie (1017330BNR)

Rating
-
Sold
4
Pages
55
Uploaded on
24-10-2022
Written in
2021/2022

Volledige samenvatting van de cursus van Jan Steyaert (exclusief de extra 3 powerpoints die enkel voor de Bio-IRs zijn). Samengevat in . Werd in dat jaar door meerdere studenten gebruikt en verbeterd. Volledig uitgetypt met afbeeldingen die de leerstof verduidelijken. Voor 2BA Bio-ingenieurs, 2BA biologen en 2BA chemisten. Voor korting of vragen: contacteer mij rechtstreeks via messenger of de VUB mail (Stuvia claimt een deel van het bedrag)

Show more Read less
Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
October 24, 2022
Number of pages
55
Written in
2021/2022
Type
Summary

Subjects

Content preview

H2 – Protein composition and structure
Structuur van de 20 aminozuren
Zie PDF: OneDrive – Biochemie – SV aminozuren




Waarom deze 20 AZ? → ze waren toevallig aan het begin van het leven aanwezig (en zijn bij elke
soort hetzelfde gebleven), enige voorwaarde was dat ze zeer stabiel moesten zijn

pH van aminozuren
• Bij neutrale pH: aminozuren zijn netto neutraal, maar 1 element heeft een positieve lading
en een andere heeft een negatieve lading
• Als pH stijgt → aminozuur wordt negatief want amino-groep geeft H af
• Als pH daalt → aminozuur wordt positief want zuur-groep neemt H op




• Als aminozuren aan elkaar worden geschakeld → 𝐶𝑂𝑂− en 𝑁𝐻3+ wordt in beslag genomen
→ kan niet meer (de-)protoneren (maar er zijn 7 AZ met ioniseerbare zijketens → die kunnen
dus wel nog (de-)protoneren in polypeptideketens




1

,Structuur van eiwitten
Primaire structuur
• Aminozuren zijn gekoppeld aan elkaar via peptidebindingen → vormen polypeptideketens
• Peptidebindingen liggen tussen de zuurgroep (𝐶𝑂𝑂− ) van het ene AZ, en de aminogroep
(𝑁𝐻3+ ) van het andere
o Er is een constant skelet, met aan de zijkanten variërende R-groepen




o Enkel aan de uiteindes van de polypeptideketen zijn vrije 𝐶𝑂𝑂− en 𝑁𝐻3+ groepen
• Er kunnen 2 resonantiestructuren vormen → de werkelijke structuur is er tussenin →
partiële dubbele bindingen (hierdoor ligt alles in een vlak, want rond dubbele bindingen kan
niet geroteerd worden)
• Getallen die een beeld geven van de grootte:
o 1 aminozuur: 110 Da
o Peptide: minder dan 50 aminozuren
o Eiwit: 50 tot 2000 aminozuren
• Cross-linking: als 2 lineaire polypeptideketens een verbinding aangaan
o Gebeurt via zwavelbruggen tussen cysteines → vormen samen cystine
o Gebeurt niet per se altijd als twee cysteines elkaar tegenkomen
o Handig in bv insuline




Polypeptideketens zijn redelijk flexibel
• Je kan enkel rond de C-C binding roteren → er is een
zekere flexibiliteit, maar de conformatie staat vast
• Elke peptidebinding ligt in een vlak, maar rond de enkele bindingen van de aparte
aminozuren (dus rond stereocentrum C) kan wel geroteerd worden
o Toch zijn er maar bepaalde 𝜓/𝜙-combinaties mogelijk door sferische hinder → enkel
groene gebieden op de Ramachandran diagram komen voor




• De meeste peptidebindingen hebben de trans-vorm, want in cis-vorm sferische hindering
o Uitzondering: X-pro-bindingen (= bindingen met Proline): hier bij zowel trans als cis
sferische hindering → beide vormen komen voor




2

,Secundaire structuur (examenvraag)
• Polypeptideketens kunnen zichzelf opvouwen in 2 soorten secundaire structuren:
o Alpha-helices
o Beta-sheets
o Andere, zeldzame structuren (coil proteines, collageen)

Alpha helices
• De R-groepen zitten aan de buitenkant → dragen niet bij tot de secundaire structuur
• De helix wordt gevormd door waterstofbruggen tussen carbonyl-groepen (C=O) en
aminogroepen van de hoofdketen
• Eigenschappen van de helix:
o Meestal rechtshandig (loopt omhoog volgens de vouwing van de rechterhand)
o 3,6 aminozuren per ‘turn’
o Compatibel met de Ramachamdram diagram




Beta sheets
• De R-groepen dragen ook hier niet bij tot de secundaire structuur
• De sheet wordt gevormd door waterstofbruggen, dit kan op 3 manieren:
o Parallel: binding tussen 𝐻 en 𝐶𝑂𝑂− van een AZ met respectievelijk 𝐶𝑂𝑂− en 𝐻 van
twee verschillende AZ
o Antiparallel: binding tussen 𝐻 en 𝐶𝑂𝑂 − van een AZ met respectievelijk 𝐶𝑂𝑂− en 𝐻
van eenzelfde AZ
o Gemixed: afwisselend antiparallel en parallel




Coiled coil proteïnes
• Secundaire structuur waarbij meerdere helices samen een superhelix vormen
• VB1: 𝛼-keratine: 2 rechtshandige 𝛼-helices die samen een linkshandige superhelix vormen
• VB 2: Collageen: 3 verweven helices van polypeptideketens, gestabiliseerd door H-bruggen
tussen de helices




3

, Tertiaire structuur
• Wateroplosbare proteïnes kunnen zichzelf opvouwen in compacte structuren met apolaire
kernen (geladen atomen zitten aan de buitenkant) (geel = apolair, blauw = polair)




• Membraanproteïnen vouwen zichzelf anders op: apolaire delen aan de buitenkant + een
hydrofiel kanaal door de binnenkant
• Veelvoorkomende combinaties van secundaire structuren:
o Helix-turn-helix: typisch voor eiwitten die met DNA interageren → kunnen zo in de
groeven van het DNA geraken
o Rossmann-vouwing: opgebouwd uit 3 afwisselende lagen van beta-sheets en alpha-
helices → typisch voor eiwitten die met nucleotiden binden (FAD, NAD, NADP)
• Soms vouwen polypeptiden zich op in verschillende domeinen → je krijgt aparte segmenten
die volgens dezelfde regels (polair vanbuiten, apolair vanbinnen) zijn opgebouwd




Quaternaire structuren
• Als meerdere eiwitten samenkomen om een eiwitcomplex te vormen
• Is niet per se nodig om een functioneel eiwit te krijgen
• VB: hemoglobine (tetrameer): bevat 2 identieke rode sub-units en 2
identieke gele sub-units

Invloed van de aminozuursequentie op de 3D structuur
• De aminozuursequentie bepaald de volledige 3D-structuur van een eiwit
• In bepaalde oplossingen (bv: ureum) gaat de 3D-structuur volledig verloren → door de
oplossing te verwijderen, herstelt de 3D-structuur zich weer
• Het opvouwen van proteïnen gebeurt via specifieke pathways, maar we weten nog niet hoe
die pathways er uit zien → we weten wel:
o Vouwen gebeurt zeer snel, je kan dus niet een ‘half-gevouwen’ proteïne krijgen
o Het is niet zo dat 1 bepaalde sequentie altijd voor een bepaalde vouwing zorgt, de
positie van die sequentie in de AZ-code is ook van belang
o Kleine foutjes in de opvouwing heeft grote gevolgen (bv: Alzheimer of Huntington)

Verschillende manieren om proteïnen voor te stellen




4
$8.96
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached


Also available in package deal

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
kobetheylaert Vrije Universiteit Brussel
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
69
Member since
3 year
Number of followers
34
Documents
11
Last sold
1 month ago

5.0

4 reviews

5
4
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions