Samenvatting artikel: Arthrokinetische reacties en musculaire
stabiliteit.
Auteur: R.A.B. Oostendorp & J.A.W. van de Sande
Bron: Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie, 93, (2), 63-72
Jaar van uitgave: 1983
Vol. 93
Nr. 2 (Februari)
Inleiding Arthrokinetische reacties.
Bij patiënten met uiteenlopende gewrichtstraumata en gewrichtsziekten kan men vaak
ernstige vermindering waarnemen van het stands- (Statesthesie) en bewegingsgevoel
(kinesthesie). Studies van Wyke lieten zien dat de synoviale gewrichten, dwarsgestreepte
musculatuur, pezen, ligamenten, bloedvaten, huid en zenuwen hier een rol bij spelen.
De Extero- en propriosensorische informatie uit een synoviaal gewricht wordt op meerdere
niveaus verwerkt:
- Spinaal niveau
- Segmentaal niveau
- Multisegmentaal niveau
- Supraspinaal niveau
De supraspinale reacties/reflexen vormen een uitgebreid systeem van feedback-kringen. Dit
is meestal via een gesloten systeem. De feedback-kring is er voor het reguleren van één of
meerdere variabelen.
De snelheid van de verandering van de gewrichtsstand komt tot uitdrukking in de snelheid
van de verandering van de impulsfrequenties.
De absolute gewrichtsstand komt tot uitdrukking in de hoogte van de impulsfrequentie.
De impulsfrequenties hebben invloed op:
- (inter)segmentaal niveau
- De activiteit van de extremiteitsmusculatuur
- (para)vertebrale musculatuur
- Respiratoire musculatuur
We spreken van arthrokinetische reacties wanneer de stands- en bewegingsveranderingen,
zowel passief als actief musculaire activiteit van spiergroepen veroorzaakt.
Het coördinatieve spel van spieren rond een gewricht en de functionele eenheid van hoofd,
romp en extremiteiten is een kwestie van (re)afferentie van de spierspoelen en pezen,
stimulatie van de propriosensoren van de gewrichten.
De propriosensoriek + de exterosensorische informatie uit de huid, ogen en oren moet
voortdurend op elkaar afgestemd zijn. Hierdoor hebben we een volledige coördinatie van
houding en beweging.
, Het sensorsysteem is een belangrijke schakel in de regelkring, de waarde van de geregelde
grootheid wordt voortdurend afgetast door de sensor. Deze sensor koppelt het weer terug
met de vergelijker. De waarde wordt vergeleken met die van het set-point en het verschil
tussen beide bepaald de activiteit van de regelaar.
Wanneer de regelkring niet voldoende functioneert, kan het gehele regelsysteem in
dysfunctie raken.
Als het propriosensorisch systeem van een synoviaal gewricht defect is, is dit systeem niet in
staat om iedere stands- en/of bewegingsverandering van het betreffende gewricht te
registreren. De geregelde grootheid wordt onvoldoende teruggekoppeld naar de vergelijker.
Hierdoor kan de geregelde grootheid onvoldoende worden vergeleken met het set-point.
Het is niet mogelijk om het proces nu adequaat te regelen. Het gevolg is dat er onvoldoende
statische en dynamische musculaire stabiliteit is van het gewricht.
Men kan zien aan de stoornis die iemand heeft, waar het defect van het systeem zit.
Neurofysiologische aspecten van de arthrokinetische reacties.
De gewrichtsinnervatie is weinig betrokken bij het stands- en bewegingsgevoel en de
houdings- en bewegingsregulatie. Er wordt vaak aangegeven dat de spier- en peessensoren
spaarzaam projecteren op de somatosensorische schors van het cerebrum.
De spier- en peessensoren leveren een belangrijke bijdrage aan de statesthesie en
kinesthesie.
Observatie, bijkomende exterosensorische informatie vanuit de huid, gelokaliseerd over de
gewrichten, spelen een rol bij stands-, houdings- en bewegingsgevoel van gewrichten.
De stroom van impulsen loopt vanuit de spieren en pezen voornamelijk naar de cortex
cerebelli, met oog op coördinatie en beweging.
Ieder synoviaal gewricht heeft een dubbele innervatie:
- Primaire articulaire zenuwen
o Bereiken het gewrichtskapsel en de ligamenten als onafhankelijke takken van
naburige perifere zenuwen. Vaak lopen ze samen met articulaire bloedvaten.
- Secundaire of accessoire articulaire zenuwen
o Zijn afkomstig van de zenuwen die de bij een gewricht behorende
musculatuur en soms huidgebieden innerveren.
Voorbeeld van het kniegewricht.
Diverse weefselstructuren rond het gewricht worden omgeven door het netwerk van
ongemyeliniseerde vrije zenuwuiteinden van het type 4, of door dun gemyeliniseerde
zenuwuiteinden van het type 3.
Het nocisensorisch systeem wordt geactiveerd door mechanische ofwel chemische
prikkeling. Bij bedreiging wordt dit nocisensorisch systeem geactiveerd.
M.b.t. het mechanosensorisch gedeelte is er sprake van een statisch en dynamisch
mechanosensorisch systeem.
stabiliteit.
Auteur: R.A.B. Oostendorp & J.A.W. van de Sande
Bron: Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie, 93, (2), 63-72
Jaar van uitgave: 1983
Vol. 93
Nr. 2 (Februari)
Inleiding Arthrokinetische reacties.
Bij patiënten met uiteenlopende gewrichtstraumata en gewrichtsziekten kan men vaak
ernstige vermindering waarnemen van het stands- (Statesthesie) en bewegingsgevoel
(kinesthesie). Studies van Wyke lieten zien dat de synoviale gewrichten, dwarsgestreepte
musculatuur, pezen, ligamenten, bloedvaten, huid en zenuwen hier een rol bij spelen.
De Extero- en propriosensorische informatie uit een synoviaal gewricht wordt op meerdere
niveaus verwerkt:
- Spinaal niveau
- Segmentaal niveau
- Multisegmentaal niveau
- Supraspinaal niveau
De supraspinale reacties/reflexen vormen een uitgebreid systeem van feedback-kringen. Dit
is meestal via een gesloten systeem. De feedback-kring is er voor het reguleren van één of
meerdere variabelen.
De snelheid van de verandering van de gewrichtsstand komt tot uitdrukking in de snelheid
van de verandering van de impulsfrequenties.
De absolute gewrichtsstand komt tot uitdrukking in de hoogte van de impulsfrequentie.
De impulsfrequenties hebben invloed op:
- (inter)segmentaal niveau
- De activiteit van de extremiteitsmusculatuur
- (para)vertebrale musculatuur
- Respiratoire musculatuur
We spreken van arthrokinetische reacties wanneer de stands- en bewegingsveranderingen,
zowel passief als actief musculaire activiteit van spiergroepen veroorzaakt.
Het coördinatieve spel van spieren rond een gewricht en de functionele eenheid van hoofd,
romp en extremiteiten is een kwestie van (re)afferentie van de spierspoelen en pezen,
stimulatie van de propriosensoren van de gewrichten.
De propriosensoriek + de exterosensorische informatie uit de huid, ogen en oren moet
voortdurend op elkaar afgestemd zijn. Hierdoor hebben we een volledige coördinatie van
houding en beweging.
, Het sensorsysteem is een belangrijke schakel in de regelkring, de waarde van de geregelde
grootheid wordt voortdurend afgetast door de sensor. Deze sensor koppelt het weer terug
met de vergelijker. De waarde wordt vergeleken met die van het set-point en het verschil
tussen beide bepaald de activiteit van de regelaar.
Wanneer de regelkring niet voldoende functioneert, kan het gehele regelsysteem in
dysfunctie raken.
Als het propriosensorisch systeem van een synoviaal gewricht defect is, is dit systeem niet in
staat om iedere stands- en/of bewegingsverandering van het betreffende gewricht te
registreren. De geregelde grootheid wordt onvoldoende teruggekoppeld naar de vergelijker.
Hierdoor kan de geregelde grootheid onvoldoende worden vergeleken met het set-point.
Het is niet mogelijk om het proces nu adequaat te regelen. Het gevolg is dat er onvoldoende
statische en dynamische musculaire stabiliteit is van het gewricht.
Men kan zien aan de stoornis die iemand heeft, waar het defect van het systeem zit.
Neurofysiologische aspecten van de arthrokinetische reacties.
De gewrichtsinnervatie is weinig betrokken bij het stands- en bewegingsgevoel en de
houdings- en bewegingsregulatie. Er wordt vaak aangegeven dat de spier- en peessensoren
spaarzaam projecteren op de somatosensorische schors van het cerebrum.
De spier- en peessensoren leveren een belangrijke bijdrage aan de statesthesie en
kinesthesie.
Observatie, bijkomende exterosensorische informatie vanuit de huid, gelokaliseerd over de
gewrichten, spelen een rol bij stands-, houdings- en bewegingsgevoel van gewrichten.
De stroom van impulsen loopt vanuit de spieren en pezen voornamelijk naar de cortex
cerebelli, met oog op coördinatie en beweging.
Ieder synoviaal gewricht heeft een dubbele innervatie:
- Primaire articulaire zenuwen
o Bereiken het gewrichtskapsel en de ligamenten als onafhankelijke takken van
naburige perifere zenuwen. Vaak lopen ze samen met articulaire bloedvaten.
- Secundaire of accessoire articulaire zenuwen
o Zijn afkomstig van de zenuwen die de bij een gewricht behorende
musculatuur en soms huidgebieden innerveren.
Voorbeeld van het kniegewricht.
Diverse weefselstructuren rond het gewricht worden omgeven door het netwerk van
ongemyeliniseerde vrije zenuwuiteinden van het type 4, of door dun gemyeliniseerde
zenuwuiteinden van het type 3.
Het nocisensorisch systeem wordt geactiveerd door mechanische ofwel chemische
prikkeling. Bij bedreiging wordt dit nocisensorisch systeem geactiveerd.
M.b.t. het mechanosensorisch gedeelte is er sprake van een statisch en dynamisch
mechanosensorisch systeem.
