Samenvatting digitaal mediagebruik (J. Pierson)

Samenvatting digitaal
mediagebruik
1 Inleiding
1.1 Digitale media
Gartner hype cycle
= hoe evolueren technologische media?
 4 fasen:
1. piek in verwachtingen
= boom/doom visies
2. kloof van ontgoocheling
= beseffen dat de verwachtingen overdreven waren
3. opgang inzichten
4. volledig geïntegreerde technologie
= voor- en nadelen komen bloot te liggen (andere dan de voorspelde




Vb.: TiVo:
= mogelijkheid tot opnames zoals de digibox

Verwachtingen Realiteit
Ad skipping Mensen kijken meer tv
Einde van het adverteren op tv Mensen kijken niet enkel naar opnames
Bedreiging traditionele tv Slechts helft mensen doet aan ad skipping
 ondertussen gestegen
 nieuwe business modellen
vb.: streamingplatformen




1

,3 perspectieven om naar digitale media te kijken:
1. artefacten
= wat kunnen digitale media allemaal doen
 hun vermogen, mogelijkheden, functionaliteiten, algoritmen, privacy settings…
vb.: films downloaden; mogelijk dankzij mp 4 (bestanden verkleinen en zo doorsturen over netwerk)
vb.: fake news Facebook; je ziet het als het van iemand komt die je kent, recent is, visueel is…

2. praktijken
= hoe gaan gebruikers om met digitale media
 vaak op onverwachte manier wat leidt tot onverwachte gevolgen
vb.: succes ad skipping (niet het initiële idee, maar wel wat mensen deden)
vb.: films downloaden; sites opgezet om films te kunnen downloaden dankzij mp4
vb.: fake news Facebook; gebruik sociale media om nieuws te consulteren

3. socio-economische aspect
= hoe wordt wetgeving aangepast, business modellen, economische gevolgen…
vb.: films downloaden; wetten opgesteld voor illegaal downloaden, het streaming succes heeft er ook
toe geleid dat illegaal downloaden minder vaak gedaan werd
vb.: fake news Facebook; Facebook heeft er belang bij om nieuws te tonen want zo krijgen ze meer
inkomsten (economisch), nu boetes rond fake news wanneer Facebook het niet verwijdert

1.2 Mutual shaping
= Constante relatie tussen samenleving en digitale media
 het ene beïnvloedt het andere maar het is niet duidelijk wat wat precies beïnvloedt
 artefacten, praktijken en socio-economische omkadering beïnvloeden elkaar constant

1.3 Boom- en doom visies
- bij elke vorm van nieuwe technologie
- verwachtingen dat het grote effecten gaat hebben op samenleving
- technologisch determinisme
 belangrijk om die mythes eruit te krijgen (= demystificatie)

1.4 Kenmerken digitale media
1. complexe relatie
- kracht om dingen te veranderen
- kunnen sociale ongelijkheden versterken

2. risico
- we nemen het als vanzelfsprekend aan
- zo ingebed in dagelijks leven dat ze onzichtbaar worden

3. dynamische relatie
- relatie tussen digitale media en sociale verandering
- van informatiesamenleving naar platformsamenleving (data ipv informatie)
 kan je op 4 manieren bekijken (economisch, politiek, sociaal en cultureel)




2

, 2 Deel 1: algemene kaders
2.1 Media en digitale technologieën (H1)
- digitale media zijn deel van het alledaagse leven
- technologie is niet neutraal (worden op een bepaalde manier vormgegeven)
- constante wisselwerking tss samenleving en technologie
- dankzij CW kunnen we de samenhang tss samenleving en technologie bestuderen

2.1.1 Digitale omgeving
Media lives
= we leven niet met media, maar in media
- digitale media is alomtegenwoordig
- uitdaging is niet meer leven met digitale media, maar zonder digitale media

Mediatisering
= toenemende verspreiding van gemedieerde communicatie
- omvat ook sociale impact (verandering samenleving)

Digitale toestand
= computernetwerken zijn de kerninfrastructuur in alle aspecten van het leven
- centrale begrippen moeten herbekeken worden
vb.: Uber zonder taxi’s, Air bnb zonder hotels…

2.1.2 Nieuwe en oude media
1. oude media
= massamedia (tv, radio, kranten)

2. nieuwe media
= ICT (informatie en communicatie technologieën)
- eind 20e eeuw
- leidde tot nieuwe taal (computertaal)
 maar: hoe lang blijft nieuwe technologie nieuw? + gaat gepaard met toekomstvisies

 betere term: digitale media
- gaat ervan uit dat vormen van digitale media verschillend kunnen zijn
vb.: digitale camera, gps, smartphone…



Nieuwe media vervangen oude media niet:
- ze beïnvloeden elkaar (integreren/veranderen)

1. remediation
= hoe herwerken/bootsen nieuwe media oudere media (na)
vb.: WhatsApp bootst sms na
vb.: Wiki bootst encyclopedie na
 continu evolutie (niet lineair)




3