100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Economie samenwerken en onderhandelen $7.46   Add to cart

Summary

Samenvatting Economie samenwerken en onderhandelen

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Level

Samengevat het boekje samenwerken en onderhandelen van economie pincode, ALLE BEGRIPPEN, UITLEG en FORMULES die je nodig hebt voor een goed cijfer voor economie! Ik heb zelf met deze samenvattingen altijd ruime voldoendes gehaald omdat ze ook zijn gecontroleerd door mijn docenten. De samenvattingen...

[Show more]

Preview 2 out of 7  pages

  • May 22, 2022
  • 7
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
Economie samenwerken en onderhandelen
1.1
Speltheorie = je bestudeert de manier waarop mensen beslissingen nemen. Hierbij ga je er wel
vanuit dat de spelers rationeel beslissen en met verstand beslissingen maken (dat is in de praktijk
natuurlijk niet altijd zo)

Twee manieren:
1. Sequentieel = spelers nemen na elkaar een beslissing, zoals bij bordspellen
2. Simultaan = spelers nemen tegelijk een beslissing eenmalig

Gevangenendilemma = een situatie of spel waarin een evenwicht ontstaat waarbij de uitkomst
voor beiden niet optimaal is
Dominante strategie = de keuze die iemand maakt ongeacht de keuze die de ander maakt
Niet-optimale uitkomst = uitkomst van een gevangendilemma die mogelijk voor beide partijen
beter zou kunnen maar niet tot stand komt
Gevangenendilemma = een situatie of spel waarin een evenwicht ontstaat waarbij de uitkomst
voor beiden niet optimaal is
Dominante strategie = de keuze die iemand maakt ongeacht de keuze die de ander maakt
Niet-optimale uitkomst = uitkomst van een gevangendilemma die mogelijk voor beide partijen
beter zou kunnen maar niet tot stand komt

1.2
In de speltheorie zijn er 2 soorten te onderscheiden:
• nul-som-spel = 3 soorten uitkomsten, namelijk 1-0, 0-1 of half half
• niet nul-som-spel = een combinatie van strategieën, waarbij beide spelers winst of verlies
hadden kunnen maken (gevangenendilemma)
Prijzenoorlog = strijd tussen concurrenten op basis van prijsverlagingen

1.3
Bedrijven kiezen vaak voor de dominante strategie bij het maken van keuzes, soms kiezen
bedrijven er bewust voor om samen te werken met het andere bedrijf om zo een betere uitkomst
te krijgen

Er zijn 3 vormen waarbij partijen niet direct de dominante strategie kiezen:
• Sociale norm: het is gebruikelijk om bepaalde keuzes te maken, of de uitkomst nu gunstig is of
niet. (denk aan stageplaatsen)
• Contract: de partijen tekenen een contract waardoor ze kiezen voor het collectief belang i.p.v.
de dominante strategie. Soms hangt er een geldboete aan vast als je de afspraak niet nakomt.
(let wel, sommige afspraken mag je niet maken zoals prijsafspraken)
• Zelfbinding: Je houdt je sowieso aan de afspraak, ongeacht wat de ander doet. (CO2-uitstoot
verminderen)

Verzonken kosten = kosten die al zijn gemaakt en niet terug kunnen worden gedraaid vanwege
het speci eke karakter van de uitgave (vb: concertkaartje, kosten voor een samenwerking,
werknemers op cursus)

1.4
Externe e ecten = gevolgen van het produceren/consumeren die niet door de veroorzaker
worden betaald. Dit kan positief of negatief zijn:
• Positief: de buren zetten hun muziek hard en ik kan er gratis van meegenieten
• Negatief: milieuvervuiling bij produceren, geluidsoverlast van vliegtuigen

De kosten voor de negatieve externe e ecten worden maatschappelijke kosten genoemd
De overheid wil deze kosten zoveel mogelijk beperken en zullen door middel van collec eve dwang
bedrijven verplichten zich anders te gedragen om zo de externe e ecten te doen afnemen.



1


fiff ff ff ti

, Sommige zaken wilt de overheid zelf produceren (collectieve goederen) om meeliftgedrag te voorkomen
(Vb: Dijken beschermen iedereen. Maar als je er niet voor wil betalen, pro teer je er toch van
(meeliftgedrag).

Goederen die de overheid betaald, omdat ze niet gesplitst kunnen worden (dijken) > collectieve goederen

Individuele/particuliere goederen = goederen die door de markt geproduceerd worden en individueel
kunnen worden afgenomen

Quasi-collectieve goederen = goederen waarvan de lasten grotendeels door de overheid worden betaald,
maar individueel kunnen worden afgenomen

2.1
Zzp’er: zelfstandige zonder personeel is een aanbieder (van werk) die voor opdrachtgevers
werkzaamheden verricht zonder in dienst te zijn.

Arbeidsovereenkomst: de overeenkomst tussen werkgever en werknemer waarin alle
arbeidsvoorwaarden worden vastgelegd. (contract)

Primaire arbeidsvoorwaarden: de zaken waar werkgever en werknemer altijd een afspraak over
maken. Denk aan loon, werktijden, vakantiedagen.

Secundaire arbeidsvoorwaarden: overige voorwaarden, zoals reiskosten, scholing, pensioen,
vakantietoeslag etc.

Een bedrijf kan zijn eigen cao hebben, maar ook een branche kan een cao hebben die voor iedere
werknemer geldt. (denk aan onderwijs, waarin het loon van een leraar met bepaalde ervaring vast
ligt)

Centraal akkoord: Als vakbonden, werkgevers en de regering op landelijk niveau afspraken maken
over looneisen.

loonruimte: de onderhandelingsruimte voor het loon.
Dit is afhankelijk van de in atie en de
arbeidsproductiviteit.

Als de loonstijging binnen de loonruimte blijft, betekent
dit dat de loonkosten voor het bedrijf procentueel niet
meer wordt van de omzet. (het bedrijf blijft
bijvoorbeeld 15% van de omzet aan loon betalen).

Als er in atie is, stijgen de prijzen en dus de omzet van
het bedrijf, waardoor de lonen kunnen stijgen

Als de arbeidsproductiviteit toeneemt, nemen de
loonkosten per product af en kan het loon stijgen. De
vraag een aanbod van de arbeidsmarkt kan als volgt
worden weergegeven:


Het snijpunt is het evenwichtloon.

Blauwe driehoek: werkgeverssurplus (= verschil tussen de
betalingsbereidheid van de werkgevers en het evenwichtsloon

Oranje driehoek: werknemerssurplus (= verschil tussen
evenwichtsloon en minimale loon waarvoor iemand bereid is te
gaan werken)


2



fl fl fi

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lotjevb. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.46. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72964 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.46
  • (0)
  Add to cart