PICO & DDO................................................................................................................................................... 2
Kwaliteitseisen kwantitatief onderzoek.......................................................................................................... 3
Herkennen van onderzoeksdesign.................................................................................................................. 5
Cohort – Algemeen........................................................................................................................................ 6
Cohort – Beoordelen...................................................................................................................................... 8
Cohort – Analyse.......................................................................................................................................... 10
Cohort – lezen en interpreteren van uitkomstmaten....................................................................................12
Patiënt control onderzoek – Algemeen......................................................................................................... 14
Patiënt-controle onderzoek – beoordelen.................................................................................................... 15
Patiënt-controle onderzoek – Analyse.......................................................................................................... 17
Patiënt-controle onderzoek - lezen en interpreteren van uitkomstmaten.....................................................18
Statistiek..................................................................................................................................................... 19
Diagnostisch onderzoek 2x2 tabel................................................................................................................ 21
Diagnostisch onderzoek – Algemeen............................................................................................................ 22
Diagnostisch onderzoek – Analyse................................................................................................................ 23
Diagnostisch onderzoek – lezen en interpreteren van uitkomstmaten..........................................................24
Diagnostisch onderzoek – Beoordelen.......................................................................................................... 26
Vimeo colleges............................................................................................................................................. 28
Wat is een P-waarde?........................................................................................................................................28
Wat is een betrouwbaarheidsinterval?..............................................................................................................28
Wat is effectmodificatie?...................................................................................................................................28
Wat is bias?........................................................................................................................................................28
Wat is generaliseerbaarheid?............................................................................................................................29
Wat zijn absolute en relatieve effectmaten?.....................................................................................................29
Wat is confounding?..........................................................................................................................................29
Verschil tussen prospectief en retrospectief onderzoek.....................................................................................30
Wat zijn missende waarden?.............................................................................................................................30
,PICO & DDO
P = Patiënt/ probleem/ populatie
I = interventie
C= controle (gouden standaard)
O= resultaat
D= Domein (P)
D= determinant (I&C)
O= Resultaat
PICO-vraagstelling formuleren
Leidt bij P de I tot meer/ minder O in vergelijking tot C
Leidt I bij P tot meer/ minder O dan C
, Kwaliteitseisen kwantitatief onderzoek
Criteria (praktijk)onderzoek
- Onafhankelijk en objectief
- Controleerbaar en toetsbaar
- Reproduceerbaar
- Generaliseerbaar
- Uitvoerbaar en bruikbaar
- Ethisch verantwoord
- Validiteit/ geldigheid (meet je wat je wilt meten)
- Betrouwbaarheid (meet je vrij van toevallige fouten)
- Praktische relevantie
Betrouwbaarheid gaat over precisie, nauwkeurigheid, eenduidigheid, hertoetsbaarheid. Het
heeft alles te maken met de mate waarin bij herhaald meten dit leidt tot dezelfde resultaten.
Er is afwezigheid van toevallige fouten. Je kunt dit verhogen door een grote steekproef te
nemen. Meer variabele per indicator te hebben en het testen van je meetinstrument.
Voor de data-verzameling moet je de respons verhogen. Zorgen dat je een verzorgd
meetinstrument hebt (intuïtief en gebruiksvriendelijk), herhaald meten, omstandigheden
(geluid, afleiding bij het invullen van het onderzoek)
Verder controle op de data-invoer en de controle op bewerkingen.
Op deze manier verhoog je de betrouwbaarheid.
Validiteit gaat over geldigheid. Meet je wat je wilt meten. Dit is de mate waarin de
resultaten van het onderzoek (niet) is beïnvloed door systematische fouten.
De interne validiteit/ constructvaliditeit is de geldigheid van de eigen uitkomsten.
De externe validiteit is de geldigheid van je resultaten voor de populatie.
Je kunt de validiteit verhogen door een goede operationalisatie, je steekproef duidelijk
beschrijven met inclusie en exclusie en een beproefd meetinstrument te gebruiken.
Wanneer er selectieve uitval is moet je dit verantwoorden. Het motiveren van de respons en
de omstandigheden de optimaliseren.
Verder is controle op juiste analyse belangrijk. En waak voor causaliteit bij verbanden. Als je
variabelen onderzoek en je vindt daar een verband tussen zeg dan niet dat het een oorzaak
is want hiermee suggereer je iets wat je niet hebt gemeten.
Betrouwbaarheid: de metingen liggen dicht bij elkaar.
Validiteit: metingen dicht rond bulls eye. Je meet wat je wilt meten.