Bouwkundige basis voor makelaars
Inhoud
Lesstof: Boek A................................................................................................................. 2
Lesstof Boek B................................................................................................................ 25
Hoofdstuk 19. Staal..................................................................................................... 25
Hoofdstuk 20. Non-ferrometalen................................................................................. 26
Hoofdstuk 22. Hout..................................................................................................... 27
Hoofdstuk 23. Trap...................................................................................................... 29
Hoofdstuk 25. Houten kozijnen, ramen en deuren......................................................30
Hoofdstuk 26. Kozijnen en ramen van metaal en kunststof.........................................33
Hoofdstuk 28. Vloeren, balklagen en plafonds............................................................34
Hoofdstuk 29. Kappen, daken & dakbedekking...........................................................36
Extra stof uit
aantekeningen…………………………………………………………………………………………………
……………………… 40
1
,Lesstof: Boek A.
Voorschriften, wetten, vorderingen en vergunningen
In 1901 ontstond de woningwet. Hierin staat kwaliteitseisen voor een woning en
voorschriften voor de bouw of verbouwing van een bouwwerk.
In 1961 ontstond de Wet Ruimtelijke Ordening (WRO) dit was voor een evenwichtige
verdeling van de grond.
In 1968 werd de Nota Ruimtelijke ordening opgezet. Dit stond voor het planologisch
beleid
In de Jaren ‘80 tot ’90, kwamen PKB's, streekplannen en structuur en
bestemmingsplannen.
Ruimtelijke Ordening (WRO)
In 1874 ontstond de vestingswet. Dit maakte de uitbreiding van steden mogelijk,
waardoor de opkomst van stedenbouw bevorderd werd.
In 1962 ontstond de Wet Ruimtelijke Ordening.
- Deze had instrumenten op 3 niveaus: Rijk, Provincie en gemeente.
- Ordent de inrichting van de schaarse ruimte
- Stemde de gebiedsontwikkeling in Nederland af. In de jaren '70 kwam de
opkomst voor inspraak. Dit werd het wijzigingsbevoegdheid B&W.
nWRO (2008) & gemeenten:
Structuurvisies en bestemmingsplannen
De Rijksoverheid werkt nu met Nota’s. Bijvoorbeeld Nota Ruimte (2006)
Streekplannen en planologische kernbeslissingen zijn komen te vervallen.
“De nWro regelt hoe ruimtelijke plannen tot stand komen en welke bestuurslaag voor
welke ruimtelijke plannen
verantwoordelijk is. Ook regelt de Wro de verhoudingen tussen de verschillende
overheden en bestuursorganen in
Nederland, zoals waterschappen, gemeenten, provincies en het Rijk.
Een belangrijk onderdeel van de Wro is de digitalisering van ruimtelijke plannen.”
Beleidsdoelen van de overheid, geeft richting aan gewenste inrichting
Nota Ruimte 2020-2030
Beeldkwaliteitplan
Het beeldkwaliteitplan is een instrument voor het inzichtelijk maken van de bestaande
en/of gewenste kwaliteit van de verschijningsvorm (beeldvorming) van een bouwplan of
plangebied.
Plankaart (kaartmateriaal) met planvoorschriften (tekst) incl. vrijstellingsbevoegdheden
B&W. (Geeft bestaande situatie aan + wat waar en hoe gebouwd mag worden)
Waarop vermeld:
- De toegelaten bestemming
- Maximale bouwhoogte
- Bebouwingspercentage
- Bebouwingsgrenzen
- Rooilijn, etc.
2
, Vaste procedure om te komen tot een nieuw bestemmingsplan, met inspraakronde.
10 jaar geldig: Een bestemmingsplan dient elke 10 jaar te worden herzien en bijgewerkt
door de gemeente. Een bestemmingsplan kan ook in twee fasen worden gemaakt: van
globaal naar gedetailleerd.
Bouwbesluit
Het bouwbesluit stelt voorschriften voor een aantal eisen,. Hier kunnen geen
uitzonderingen op gemaakt worden:
- Veiligheid: Hoelang moet het gebouw brandwerend zijn etc.
- Gezondheid: Hoeveel daglicht moet er binnen komen etc.
- Bruikbaarheid: Lift, deurbreedte etc.
- Energie: Isolatie etc.
- Milieu: Duurzaamheid etc.
Gebruiksfunctie: Welke functie heeft een gebouw? Hierbij moet je letten op welke
wetten er gelden bij het herbestemmen. Mogelijke gebruiksfuncties:
- Woonfunctie;
- bijeenkomstfunctie;
- celfunctie;
- gezondheidszorg functie;
- industriefunctie;
- kantoorfunctie;
- logiesfunctie;
- onderwijsfunctie;
- Sportfunctie;
- winkelfunctie;
- overige gebruiksfunctie;
- bouwwerk, geen gebouw zijnde.
Opbouw voorschriften
Functioneel voorschrift: Een te bouwen bouwwerk biedt in een verblijfsgebed
bescherming tegen geluid van buiten.
Prestatie eis: Een uitwenige scheidingsconstructie van een verblijfsgebied heeft een
volgens de NEN 5077 bepaalde karakteristieke geluidwering met een minimum van 20
decibel.
Belangrijke begrippen
Eisen aan energie gebruik: EPC waarde van kleiner dan 0,4 voor woningen sinds 1
januari 2015.
Gebruiksfunctie van de ruimte bepaald wat de te stellen eisen zijn.
- Verblijfsruimte: Minimaal 5 m² en 2.60 hoog
- Verblijfsgebied: te maken met functies van het gebouw
- Gebruiksoppervlak: wel deel is geschikt voor het beoogde gebruik
- Verkeersruimte
De gebruiksoppervlakte van een woning is de oppervlakte gemeten op vloerniveau
tussen de opgaande muren die de woning omsluiten. De volgende ruimtes horen hier
NIET bij:
- Bergruimte
- Buitenruimte (Veranda of balkon)
- Trappenhuis buiten de woning
3
Inhoud
Lesstof: Boek A................................................................................................................. 2
Lesstof Boek B................................................................................................................ 25
Hoofdstuk 19. Staal..................................................................................................... 25
Hoofdstuk 20. Non-ferrometalen................................................................................. 26
Hoofdstuk 22. Hout..................................................................................................... 27
Hoofdstuk 23. Trap...................................................................................................... 29
Hoofdstuk 25. Houten kozijnen, ramen en deuren......................................................30
Hoofdstuk 26. Kozijnen en ramen van metaal en kunststof.........................................33
Hoofdstuk 28. Vloeren, balklagen en plafonds............................................................34
Hoofdstuk 29. Kappen, daken & dakbedekking...........................................................36
Extra stof uit
aantekeningen…………………………………………………………………………………………………
……………………… 40
1
,Lesstof: Boek A.
Voorschriften, wetten, vorderingen en vergunningen
In 1901 ontstond de woningwet. Hierin staat kwaliteitseisen voor een woning en
voorschriften voor de bouw of verbouwing van een bouwwerk.
In 1961 ontstond de Wet Ruimtelijke Ordening (WRO) dit was voor een evenwichtige
verdeling van de grond.
In 1968 werd de Nota Ruimtelijke ordening opgezet. Dit stond voor het planologisch
beleid
In de Jaren ‘80 tot ’90, kwamen PKB's, streekplannen en structuur en
bestemmingsplannen.
Ruimtelijke Ordening (WRO)
In 1874 ontstond de vestingswet. Dit maakte de uitbreiding van steden mogelijk,
waardoor de opkomst van stedenbouw bevorderd werd.
In 1962 ontstond de Wet Ruimtelijke Ordening.
- Deze had instrumenten op 3 niveaus: Rijk, Provincie en gemeente.
- Ordent de inrichting van de schaarse ruimte
- Stemde de gebiedsontwikkeling in Nederland af. In de jaren '70 kwam de
opkomst voor inspraak. Dit werd het wijzigingsbevoegdheid B&W.
nWRO (2008) & gemeenten:
Structuurvisies en bestemmingsplannen
De Rijksoverheid werkt nu met Nota’s. Bijvoorbeeld Nota Ruimte (2006)
Streekplannen en planologische kernbeslissingen zijn komen te vervallen.
“De nWro regelt hoe ruimtelijke plannen tot stand komen en welke bestuurslaag voor
welke ruimtelijke plannen
verantwoordelijk is. Ook regelt de Wro de verhoudingen tussen de verschillende
overheden en bestuursorganen in
Nederland, zoals waterschappen, gemeenten, provincies en het Rijk.
Een belangrijk onderdeel van de Wro is de digitalisering van ruimtelijke plannen.”
Beleidsdoelen van de overheid, geeft richting aan gewenste inrichting
Nota Ruimte 2020-2030
Beeldkwaliteitplan
Het beeldkwaliteitplan is een instrument voor het inzichtelijk maken van de bestaande
en/of gewenste kwaliteit van de verschijningsvorm (beeldvorming) van een bouwplan of
plangebied.
Plankaart (kaartmateriaal) met planvoorschriften (tekst) incl. vrijstellingsbevoegdheden
B&W. (Geeft bestaande situatie aan + wat waar en hoe gebouwd mag worden)
Waarop vermeld:
- De toegelaten bestemming
- Maximale bouwhoogte
- Bebouwingspercentage
- Bebouwingsgrenzen
- Rooilijn, etc.
2
, Vaste procedure om te komen tot een nieuw bestemmingsplan, met inspraakronde.
10 jaar geldig: Een bestemmingsplan dient elke 10 jaar te worden herzien en bijgewerkt
door de gemeente. Een bestemmingsplan kan ook in twee fasen worden gemaakt: van
globaal naar gedetailleerd.
Bouwbesluit
Het bouwbesluit stelt voorschriften voor een aantal eisen,. Hier kunnen geen
uitzonderingen op gemaakt worden:
- Veiligheid: Hoelang moet het gebouw brandwerend zijn etc.
- Gezondheid: Hoeveel daglicht moet er binnen komen etc.
- Bruikbaarheid: Lift, deurbreedte etc.
- Energie: Isolatie etc.
- Milieu: Duurzaamheid etc.
Gebruiksfunctie: Welke functie heeft een gebouw? Hierbij moet je letten op welke
wetten er gelden bij het herbestemmen. Mogelijke gebruiksfuncties:
- Woonfunctie;
- bijeenkomstfunctie;
- celfunctie;
- gezondheidszorg functie;
- industriefunctie;
- kantoorfunctie;
- logiesfunctie;
- onderwijsfunctie;
- Sportfunctie;
- winkelfunctie;
- overige gebruiksfunctie;
- bouwwerk, geen gebouw zijnde.
Opbouw voorschriften
Functioneel voorschrift: Een te bouwen bouwwerk biedt in een verblijfsgebed
bescherming tegen geluid van buiten.
Prestatie eis: Een uitwenige scheidingsconstructie van een verblijfsgebied heeft een
volgens de NEN 5077 bepaalde karakteristieke geluidwering met een minimum van 20
decibel.
Belangrijke begrippen
Eisen aan energie gebruik: EPC waarde van kleiner dan 0,4 voor woningen sinds 1
januari 2015.
Gebruiksfunctie van de ruimte bepaald wat de te stellen eisen zijn.
- Verblijfsruimte: Minimaal 5 m² en 2.60 hoog
- Verblijfsgebied: te maken met functies van het gebouw
- Gebruiksoppervlak: wel deel is geschikt voor het beoogde gebruik
- Verkeersruimte
De gebruiksoppervlakte van een woning is de oppervlakte gemeten op vloerniveau
tussen de opgaande muren die de woning omsluiten. De volgende ruimtes horen hier
NIET bij:
- Bergruimte
- Buitenruimte (Veranda of balkon)
- Trappenhuis buiten de woning
3
