100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting podcasts FAT $3.90   Add to cart

Summary

Samenvatting podcasts FAT

 18 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van de podcasts FAT

Preview 3 out of 16  pages

  • January 9, 2022
  • 16
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Hoofdstuk 1: Introduction
Eerste hoofdstuk begint met wat het doel is van het boek en de cursus. Dat is om te kijken hoe
externe verslaggeving en haar omgeving werkt, en hoe daarin de belangen van de externe gebruikers
en de interne belangen van de managers vertegenwoordigd zijn. Want als je kijkt naar financial
accounting, is het eigenlijk een soort communicatieproces van de onderneming (management) met
de buitenwereld (externe gebruikers). Die externe gebruikers kunnen zijn aandeelhouders, banken,
of andere stakeholders. Hoe werkt dat proces en welke wetenschappelijke onderliggende modellen
en theorieën kunnen we daarbij gebruiken om die wereld beter te begrijpen?

Belangrijkste wat hierin gebruikt wordt is dat het boek is gebaseerd op de ‘informatie economie’.
Daarin zijn twee soorten informatie asymmetrie belangrijk, te weten adverse selection en moral
hazard. Eigenlijk is het hele boek vanuit dat perspectief opgebouwd, waarbij er een informatie
achterstand is tussen de gebruiker van de jaarrekening en de opsteller. Bij het adverse selection is
dat het probleem voordat er een transactie heeft plaatsgevonden, bijvoorbeeld een investering of
aanschaf van een aandeel. Bij moral hazard is wanneer de transactie is aangegaan en je wil weten of
de manager wel zijn best doet in het belang van de investeerder. De termen die we daarbij met name
gebruiken is dat bij het adverse selection probleem sprake is van ‘hidden information’, informatie die
wel voor de manager beschikbaar is, maar niet voor de andere partijen. Bij moral hazard spreken we
van ‘hidden action’, acties van het management die niet zichtbaar zijn voor de andere partijen. In het
boek wordt dat verder uitgewerkt, maar houd in de gaten dat dit heel belangrijk is.

Het boek begint met een stukje historisch perspectief, goed om een keer door te lezen. Belangrijkste
boodschap die we daaruit kunnen meenemen is dat als we kijken naar het communicatieprobleem
tussen management en stakeholders, zie je dat dit niet vanzelf gaat. In dat proces kan er ook veel
misgaan, daar staat de geschiedenis bol van. Als reactie daarop zien we:
1. Regels: die door de standaardzetters worden opgesteld en betrekking hebben op hoe
externe verslaggeving wordt opgesteld (wat en hoe komt in de jaarrekening)
2. Controlerend accountant: uit de historie is gebleken dat controle nodig om na te gaan of de
regels nageleefd worden

Dat vormgeven van de regels kan op 2 manieren gebeuren, daarin zie je een groot verschil tussen
Amerikaanse en Europese wetgeving.
- Rules based accounting (USA): is een soort kookboek waarin van A tot Z staat aangegeven
hoe de regels gevolgd moeten worden, als je dat doet heb je een jaarrekening die helemaal
aan de eisen voldoet. Als er geen regel is, mag je het verwerken zoals jij denkt dat goed is.
Dat is het verschil met Europese wetgeving.
- Principle-based accounting (EU): betekent dat volgens de principes, zitten ook uitbreidingen
in wet- en regelgeving achter, onze jaarrekening opstellen. Als we een transactie nog niet
kennen, kun je terugvallen op die principes. Die maken dat je alsnog weet hoe je het in de
jaarrekening moet verwerken.

Dat grote verschil vertaald zich ook in een tweetal andere termen, namelijk relevantie en
betrouwbaarheid. Relevantie wordt vertaald naar ‘wat voor toekomstige kasstromen kunnen we
verwachten bij een onderneming’? Voor de investeerder is dat heel belangrijk, want die toekomstige
kasstromen bepalen zijn rendement. Hetgeen wat in het verleden is gebeurt zegt daar wel iets over,
maar is zoals ook de reclames ook aangeven ‘geen garantie voor de toekomst’.

Aan de andere kant, dat is in de toekomst kijken, niemand weet precies hoe dat zit, dus bevat veel
schattingselementen. Daar staat dus betrouwbaarheid tegenover, wat inhoudt vrij van management
bias, van vooringenomenheid. Dat vertaalt zich in de regels als we kijken naar de accounting
modellen, dat we verschillende modellen kennen. Belangrijkste is historische kostprijs model. Die is
relatief makkelijk: als we een pand hebben aangeschaft hebben we een factuur, bepaalde

,afschrijvingstermijn en de accountant controleert of e.e.a. aansluit. Daar tegenover staan de
zogeheten ‘fair value’ accounting methodes, ook wel current values. Daarin kijken we juist naar
toekomstige kasstromen en dat vertalen we naar een waarde die dat representeert. Je voelt al aan:
in de ene zit meer ruimte dan in de ander voor schattingen en dus voor management bias.

Er wordt dus een trade-off gemaakt tussen betrouwbaarheid en relevantie, dat zien we ook terug in
het mixed measurement systeem. Aan dat systeem ligt historische kostprijs ten grondslag. Maar we
willen de jaarrekening wel meer relevantie meegeven. Dat vertaalt zich bijvoorbeeld in het opnemen
van fair values, wat je terugziet in toekomstige pensioenverplichtingen, impairment en bij gas- en
oliemaatschappijen ‘reserved recognition accounting’ (RRA, volgend hoofdstuk). Dat zijn allemaal
onderdelen die de trade-off tussen betrouwbaarheid en relevantie handen en voeten geven. Dat is
ook waar de standaardzetter continu mee bezig is. Relevantie = toekomstige kasstromen goed in
kunnen schatten, betrouwbaarheid = zonder dat daar aan management bias wordt gedaan. Dat is
eigenlijk als je kijkt naar de historie een continue beweging. Als er weer een crisis of incident is wordt
er weer een bepaalde kant op bewogen, dan weer beweging naar relevantie, tot het volgende
incident weer leidt naar betrouwbaarheid vanuit de wet- en regelgeving.

Als we dan wat verder kijken in H1 komen we nog 1 belangrijke issue tegen, namelijk het
fundamentele probleem van financial accounting theorie. Dat is als we alle grondslagen hebben
toegepast en de jaarrekening is opgesteld, komt er onder aan de streep een netto resultaat uit. Op
dat resultaat hebben we allerlei grondslagen losgelaten die dat adverse selection en moral hazard
probleem moeten oplossen. Wat het lastige is dat de oplossing voor het adverse selection probleem,
niet per se leidt tot een oplossing voor het moral hazard probleem. Er zitten dus concessies in het
netto resultaat.

De oplossing voor het fundamentele probleem zijn 2 manieren voor
1. We laten het over aan de markt, die bepaald wat de juiste trade-off
2. We laten het over aan de regelgever


Hoofdstuk 2 Ideale condities
Hoofdstuk 3 t/m 7 Adverse selection probleem
Hoodstuk 8 t/m 11 Moral hazard probleem
Hoofdstuk 12 en 13 Oplossing adverse selection en moral hazard komen samen

Hoofdstuk 2: Accounting Under Ideal Conditions
Accounting onder ideale condities betekent dat we gaan kijken naar het present value model, naar
de toekomstige kasstromen die een onderneming voort gaat brengen en hoe die vervolgens vertaald
worden naar een income statement en balance sheet.

Als we het hebben over toekomstige kasstromen, hebben we het over relevante informatie. Want in
de ideale wereld zijn die toekomstige kasstromen allemaal met zekerheid bekend. Daarnaast zijn de
rentepercentages bekend. Dat werkt zich als volgt uit (voorbeeld):

Firma heeft een machine die 2 jaar achter elkaar een cash flow van $150 op gaat leveren en een
rentepercentage van 10%. Er wordt op basis daarvan bepaald wat de waarde van het actief op
tijdstip 0 is (zie boek voor berekening). Vervolgens wordt er een ‘accretion of discount’ berekend, die
de income statement voor jaar 1 bepaald. Dat is als je het kapitaal hebt over een jaar gaat inzetten, is
de verwachting dat je daar 10% rendement op gaat halen. Als je vervolgens de balans op gaat maken
na jaar 1, zijn er allerlei present values die je kan opnemen. Allereerst de $150 die je met zekerheid
hebt geïnd. Vervolgens kun je de present value van de asset weer opnieuw uitrekenen voor het
resterende jaar. Aan de rechterkant van de balans staat de openingsbalans van je eigen vermogen en

, je netto income wat je hebt behaald. Wat je ziet is dat de accretion of discount en de realisatie van
de cash flow en het herzien van de present value van het actief, leidt tot een balans die in evenwicht
is.

Er is 1 voorwaarde die wordt meegegeven: dat de onderneming geen dividend uitkeert, maar
eigenlijk doet het er niet toe. Er is namelijk sprake van dividend irrelevantie. Dat komt voor uit de
ideale condities. Je hebt dezelfde rentevoet voor je eigen vermogen als voor je actief. In de echte
wereld zal dat natuurlijk een andere waarde vertegenwoordigen.

Samenvattend: present value model onder zekerheid, dat houdt in dat de toekomstig kasstromen en
rentevoet publiekelijk en met zekerheid bekend. Er is sprake van relevantie en dividendrelevantie, en
er kan geen management bias plaatsvinden. Dit maakt het mogelijk om onder deze condities een
volledige relevante en betrouwbare financial statement op te kunnen stellen.

Vervolgens gaat we naar een tweede present value model, onder onzekerheid. Nog steeds ideale
wereld, maar er wordt een variabele toegevoegd: we weten niet of de economie in een goede of
slechte staat is. Dat heeft impact op de realisatie van de cash flow. In een bad economie is de
verwachting dat de cash flow $100 is, in een goede staat $200. Als we dat niet weten, is er dus geen
zekerheid. Maar wel ideale wereld, want we kunnen objectief van tevoren inschatten wat de kans is
op goed op slecht weer in de economie. Alle informatie is publiekelijk bekend, dus we kunnen dat
achteraf ook vaststellen. En dat geeft de ideale wereld, in het echt is sprake van subjectiviteit.

Belangrijk bij het income statement is dat we ook weer werken met accretion of discount (10% van
actief per 1-1), maar dat zien we als expected net income. Na jaar 1 kijken we wat de abnormal
earnings zijn geweest. Twee zaken:
- Wat er daadwerkelijk is gerealiseerd aan cashflows, afhankelijk van good of bad state
- Herziening van de toekomstige kasstromen

Net income onderaan de streep is de gerealiseerde income. In dit model is realized en expected dus
verschillend. Later in hoofdstuk 5 en 6 zien we hoe dit terugkomt in de werkelijke wereld.

Samenvattend: present value onder onzekerheid. Daarin zijn weer toekomstige kasstromen en
rentevoet die publiek bekend, verschil is dat de state probabilities niet bekend zijn maar wel objectief
in te schatten en achteraf vast te stellen.

We gebruiken de theorie en modellen om de werkelijkheid beter te begrijpen. Maar waar komen we
de present value in de praktijk tegen? Eén daarvan is in de olie en gasindustrie (reserve recognition
accounting, RRA). Die laat een present value in de statement zien m.b.t. olie en gasreserves. Dit
wordt standardized measure genoemd. In het boek wordt aangegeven hoe die wordt berekend. Het
is de methodiek zoals uit het voorbeeld.

Het boek is ook kritisch ten opzichte van RRA en standardized measure, want waar we in H1 al iets
zeiden over relevantie en betrouwbaarheid: de SM wordt gebruikt om relevantie toe te voegen in de
jaarrekening. Stel je hebt een aandeel Shell, maar ze hebben geen olie / gas meer tot hun
beschikking, dan kan de jaarrekening er prachtig uit zien, maar dan zegt dat iets over de toekomstige
kasstromen en is het niet verstandig te investeren. Maar hoe geef je die toekomstige reserves nu een
maatstaf mee? Hoeveel zijn ze waard? Als je dat vraagt aan de opsteller van de jaarrekening van
Shell, zitten daar heel veel subjectieve inschattingen in. De regelgeving rondom RRA geeft daarin dus
een trade-off: aan de ene kant wil men relevantie toevoegen, en dus gebruikt men PV, aan de andere
kant zijn er hele strakke voorschriften over hoe je die reserves moet waarderen. Zo is er een interest
percentage meegegeven en de waarde van de olie, welk tijdstip je daarvan mag gebruiken en er zijn

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Sannee1990. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.90. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73314 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.90  1x  sold
  • (0)
  Add to cart