samenvatting pathologie hart

Hart
1.Anatomie en fysiologie van het hart




 Hart is een holle spier  door samentrekking een pompfunctie
o Aanzet tot samentrekking is uit prikkel en geleidingssysteem
 Initiële prikkel vertrekt uit sinusknoop in rechter atrium
 Annulus fibrosus
o Prikkel gaat over de 2 voorkamers en wordt tussen voorkamer en kamer tegengehouden
 Ter hoogte van AV knoop wordt prikkel doorgegeven en verspreidt via bundel van His
o Linker en rechter bundeltak en purkinjevezels
 Ontlading van sinuusknoop: hartritme  sinusaal ritme (60-80 slagen/min)
 Iedere spier heeft zuurstof nodig om te functioneren
o Hartspier is gevuld met bloed
 Zuurstof komt door kransslagaderen of coronaire die ontspringen via aorta

, 1.1. Normale ECG
 Elektrocardiogram  elektrische activiteit van hartspier meten
 Door opengaan van Na kanalen zal positief geladen Na naar
binnen
 2e fase stroomt Ca naar binnen en K terug naar buiten
 Inwendig milieu wordt positief en uitwendig negatief
 Cel is gedepolariseerd
 Cel keert terug naar rusttoestand door uitstroom van K  repolarisatie



 Prikkel die ontstaat in sinusknoop gaat depolarisatie over hart
verspreiden
 Depolarisatie kan voorgesteld worden aan groot aantal pijlen
 ECG is optelsom van vectoren

ECG onderdelen

P top  Depolarisatie in voorkamers of atria
 Zo gaan atria samentrekken
 Wordt gevolgd door horizontaal lijntje – PR segment
 Depolarisatie wordt opgehouden door AV knoop
QRS complex  Naar beneden gerichte uitslag is Q of q
 Eerste positieve uitslag is R
 Negatieve uitslag die erna nog volgt is S
 Resultaat van ventrikeldepolarisatie
 Samentrekking van ventrikels
T-top  Uiting van ventrikel depolarisatie
 U top die erna nog volgt is niet altijd zichtbaar
ST segment  Iso-elektrisch  moet op zelfde hoogte als PR
 Bij hoger of lager wijst het op problemen
 ST-elevatie bij myocardinfarct (STEMI)



2.Problemen ter hoogte van het prikkel- en het
geleidingssysteem
2.1. Ritmestoornissen
 Gangmaker is sinusknoop  iedere prikkel leidt tot samentrekken van atriums
 Gevolg door samentrekking van kamers
 Als er prikkels vertrekken uit andere plaatsen krijgen we ritmestoornissen
 Afhankelijk van plaats  supraventriculaire en ventriculaire ritmestoornissen.
 Afhankelijk van de ritmefrequentie  bradycardieën (<50/’) en tachycardieën (>100/’)