100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Laagland Cursus 11 19e eeuw $4.59   Add to cart

Summary

Samenvatting Laagland Cursus 11 19e eeuw

 8 views  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

Samenvatting Laagland Literatuur geschiedenis cursus 11, de negentiende eeuw.

Preview 2 out of 11  pages

  • No
  • Cursus 11
  • June 26, 2021
  • 11
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 5
avatar-seller
1 Historische context

1.1 Nationalisme en imperialisme

Na de nederlaag van Napoleon in 1815 streefde men in Europa naar het herstel van de politieke
situatie van voor de Franse Revolutie. Maar dat mislukte doordat:

- Er veel revoluties waren
- Er veel nationalisme was (trots op eigen land)
- Er veel imperialisme was (meer gebieden veroveren.

Er waren revoluties en het nationalisme en imperialisme bepaalden de belangrijkste politieke
ontwikkelingen in Europa en in de wereld.

Het nationalisme:

- Nationale eenheid veronderstelt vaderlandsliefde en trouw aan het vaderland.
- Het nationalisme inspireerde het politieke streven naar eenwording.
- Het nationalisme leidde ook tot grote belangstelling voor het verleden van eigen volk en
volkskarakter.
- Het negentiende-eeuwse nationalisme was een fase in de totstandkoming van opkomende
moderne eenheidsstaten.
- Het nationalisme speelde een rol bij de eenwording van Italië en Duitsland.

Het imperialisme:

- Europese landen streefden naar gebied- en machtsuitbreiding in de koloniën, die
geëxploiteerd werden vanwege de grondstoffen voor de industrie in Europa.
o Ze dienden ook als afzetgebieden voor de producten van de eigen industrie.

De negentiende eeuw was de eeuw van de rijke burgerij, de bourgeoisie. Dit was een kleine,
welvarende groep van kooplieden, bankiers en industriëlen die in grote huizen woonde vol
luxegoederen en kunst.

Het kapitalisme en de industrialisatie zorgden voor nieuwe arbeidsvormen, waarbij arbeiders als
afhankelijke loonarbeiders in dienst waren van ondernemers. Hierdoor ontwikkelden steden zich tot
metropolen waar grote groepen mensen (Arbeiders) anoniem, als vreemden voor elkaar, opgingen in
de massa.

Personen:

Bismarck: De Duitse eenheid werd in 1871 na de Frans-Duitse oorlog door Bismarck tot stand
gebracht.



1.2 Nederland en de moderniteit

Na Napoleons nederlaag werden de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden herenigd in een koninkrijk
onder koning Willem I. De hereniging duurde niet lang, omdat de meningsverschillen te groot waren.
Na de Junirevolutie (1830) in Parijs kwamen de Belgen in opstand voor onafhankelijkheid. Ze werden
onafhankelijk in 1839.

In 1848 stemde koning Willem II in met een nieuwe grondwet die door de liberale politicus Johan
Rudolf Thorbecke was opgesteld. Nederland werd een parlementaire democratie waarin ministers

, verantwoording moesten afleggen tegenover de Staten-Generaal. De politieke macht lag vanaf 1848
bij de welgestelde burgerij. Na de verkiezingen van 1887 lag de politieke macht bij de meer
bescheiden burgerij. Ook de arbeiders waren nu parlementair vertegenwoordigd.

Het nationaal gevoel in Nederland werd gestimuleerd door de bevrijding van Napoleon en door de
afscheiding van de Belgen. Dit gevoel versterkte het besef van een eigen nationaal karakter met als
belangrijkste eigenschappen: huiselijkheid, godsdienstigheid, vaderlandsliefde en vrijheidsverlangen.

Nederland veranderde in de negentiende eeuw van een agrarische maatschappij naar een
geïndustrialiseerde maatschappij, gekenmerkt door een toenemende verstedelijking en de
verzwakking van regionale bindingen. De moderniteit brak door met positieve en negatieve
gevolgen: Nieuwe transportmethoden (Stoomvaart en spoorwegen) en de trek van mensen naar de
stad, waar de verpaupering groot was.

De in 1824 opgerichte Nederlandsche Handelsmaatschappij zorgde voor de import en voor de
export van producten van en naar Indië. In de koloniën werd een gedwongen koffiecultuur
doorgezet. In het kader van het cultuurstelsel moest een vijfde deel van de grond bebouwd worden
met door het gouvernement bepaalde producten. (zoals koffie en suiker)

De moderniteit:

- Bij arbeiders en kleine burgerij was er een toenemende politieke en sociale bewustwording.
- Mensen trokken naar de stad en daardoor verdwenen de banden van het gezin, wijk of de
groep, en mensen werden meer op zichzelf teruggeworpen.
- Deze vorm van individualisme was een gevolg van de opkomst van de grootindustrie.
- De massacultuur was in opkomst, gericht op amusement en ontspanning.
o Deze massacultuur werd een concurrent van de officiële burgerlijke cultuur.
o Belangrijke normen en waarden van de burgerlijke ideologie waren: eer,
deugdzaamheid, respect voor gezag en godsdienst als hoogste goed.
o Centraal stonden het gezin, de familie, de kerk, de eigen woon- en leefomgeving, het
vaderland, het vorstenhuis, veiligheid en geborgenheid.
- De ontkerkelijking nam toe.
o Een reactie op de ontkerkelijking was de versteviging van het geloof door verzuiling.
o Katholieken en protestanten gingen het dagelijkse leven in eigen kring organiseren
met eigen partijen, kranten, verenigingen en de wens om eigen scholen.
o Deze ontwikkeling in eigen kring werd beschouwd als een vorm van emancipatie.
- Het nadeel van de moderniteit was dat er veel armoede en landloperij was. Honger,
kinderarbeid, slechte werkomstandigheden.

Eind 19e eeuw kwam het feminisme op. Vrouwen gingen gelijke rechten opeisen zoals recht op
betaalde arbeid en actief en passief kiesrecht.

Personen:
Willem I: De Noordelijke en zuidelijke Nederlanden werden herenigd in een koninkrijk onder koning
Willem I. (1742-1843)
Willem II: Koning Willem II stemde in met een nieuwe grondwet die door Johan Rudolf Thorbecke
was opgesteld.
Johan Rudolf Thorbecke: Liberale politicus die een nieuwe grondwet heeft opgesteld, Nederland
werd een parlementaire democratie.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller roosvandenberg2. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.59. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73314 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.59
  • (0)
  Add to cart