Oog
, Orbita (oogkas)
Adnexen
Oogleden Binnenblad Klieren van Meiboom
- Bindweefselblad (glandula tarsalis): zorgen
(tarsus) voor lipide smeer op de
lidrand en voorkomt zo
snelle verdamping van
tranen
Buitenblad M. orbicularis oculi: sluit
- Spierweefsel het oog
(dwarsgestreept) M. levator palpebrae
- Bindweefsel superioris: optrekken
- Huid (epitheel) bovenste ooglid
Conjunctiva Bedekt binnenkant van de oogleden en loopt verder
aan de voorzijde van de sclera (conjunctiva bulbi).
De overgang wordt fornix genoemd
Traanapparaa Orbitale deel Vocht verspreidt zich door
t (glandula (lateraal) knipperen over cornea en conj.
lacrimalis in Palpebrale deel (lidslag).
fornix) (mediaal) Vocht wordt verzamelend via de
traanpuntjes in traankanaaltjes
(mediale hoek).
- Punctum lacrimale superior
- Punctum lacrimale inferior
Traanvocht vervolgens via
canaliculus lacrimale sup. of inf.
naar de saccus lacrimalis
(traanzak) en via ductus
nasolacrimalis in de neusholte.
Intrinsieke oogspieren
Oogbol (bulbus oculi)
Ø oog 24mm >30mm Kijken: blik ergens op richten (ogen)
Netvlie 0.25mm Zien: je moet naar een object kijken, begrijpen en
s interpreteren
Inhoud 6-8ml 0.1ml analyse
Anterior (voorste) segment
- Oogkamerwater
Posterior (achterste) segment
- Corpus viteum
Glasvochtholte (camera vitrea)
Cornea
Zorgt voor het breken van licht (40-45 dioptrieën) en wordt voorzien van voedingsstoffen
voor een pompmechanisme dat zorgt dat het kamerwater blijft stromen (mogelijk door corpus
cilliare). Er lopen namelijk geen bloedvaten in de cornea, maar wel zenuwuiteinden.
1. Epitheel laag
, 2. Membraan van Bowman
3. Stroma (90%)
4. Membraan van Descemet
5. Endotheel
Uvea
Iris Zorgt voor de diafragma functie
(regenboogvlies) - M. sphincter pupillae (parasymp.)
- M. dilator pulliae (symp.)
Melanine en eumaline (pigmenten) voor de kleur
Corpus cilliare Productie van oogkamervocht
(straallichamen) Zorgt voor de accommodatie van de lens (neemt af >45 jaar en verdwijnt rond 65 jaar)
- Processus ciliares (lensbandjes)
- M. ciliaris (kringspier): bij ontspannen is het lenskapsel aangespannen (platte lens;
verte kijken)
Choroidea Lamina vasculosa: grote bloedvaten en vormt de buitenkant
(vaatvlies; vanuit Lamina choriocapillaris: kleine capillairen en voorziet pigmentlaag van de retina
a. opthalmica) Membraan van Bruch: binnenstelaag en bevindt zich onder het retinaal pigmentepitheel
Retina (netvlies)
Binnenste pigment laag Wordt voorzien van zuurstof en voedingsstoffen door de choroidea en arteria
centralis retinae
Functies:
Licht absorptie
Vitamine-A-metabolisme
Instandhouding van de bloed-retina barrière
Warmte-uitwisseling met de aderen
Buitenste neurale laag Bevinden zich de fotoreceptoren
Fotoreceptoren
Staafjes 60 miljoen Niet op Licht en
(rodopsine) gelijkmatig fovea donker
verdeeld waarnemen
Kegeltjes 3,2 miljoen 50% in Rood,
gelijkmatig fovea groen en
verdeeld blauwe
golflengten
Bipolaire >10
cellen miljoen
Ganglion 1,2 miljoen 1:1 in
cellen met lange fovea
axonen (hoge
, Orbita (oogkas)
Adnexen
Oogleden Binnenblad Klieren van Meiboom
- Bindweefselblad (glandula tarsalis): zorgen
(tarsus) voor lipide smeer op de
lidrand en voorkomt zo
snelle verdamping van
tranen
Buitenblad M. orbicularis oculi: sluit
- Spierweefsel het oog
(dwarsgestreept) M. levator palpebrae
- Bindweefsel superioris: optrekken
- Huid (epitheel) bovenste ooglid
Conjunctiva Bedekt binnenkant van de oogleden en loopt verder
aan de voorzijde van de sclera (conjunctiva bulbi).
De overgang wordt fornix genoemd
Traanapparaa Orbitale deel Vocht verspreidt zich door
t (glandula (lateraal) knipperen over cornea en conj.
lacrimalis in Palpebrale deel (lidslag).
fornix) (mediaal) Vocht wordt verzamelend via de
traanpuntjes in traankanaaltjes
(mediale hoek).
- Punctum lacrimale superior
- Punctum lacrimale inferior
Traanvocht vervolgens via
canaliculus lacrimale sup. of inf.
naar de saccus lacrimalis
(traanzak) en via ductus
nasolacrimalis in de neusholte.
Intrinsieke oogspieren
Oogbol (bulbus oculi)
Ø oog 24mm >30mm Kijken: blik ergens op richten (ogen)
Netvlie 0.25mm Zien: je moet naar een object kijken, begrijpen en
s interpreteren
Inhoud 6-8ml 0.1ml analyse
Anterior (voorste) segment
- Oogkamerwater
Posterior (achterste) segment
- Corpus viteum
Glasvochtholte (camera vitrea)
Cornea
Zorgt voor het breken van licht (40-45 dioptrieën) en wordt voorzien van voedingsstoffen
voor een pompmechanisme dat zorgt dat het kamerwater blijft stromen (mogelijk door corpus
cilliare). Er lopen namelijk geen bloedvaten in de cornea, maar wel zenuwuiteinden.
1. Epitheel laag
, 2. Membraan van Bowman
3. Stroma (90%)
4. Membraan van Descemet
5. Endotheel
Uvea
Iris Zorgt voor de diafragma functie
(regenboogvlies) - M. sphincter pupillae (parasymp.)
- M. dilator pulliae (symp.)
Melanine en eumaline (pigmenten) voor de kleur
Corpus cilliare Productie van oogkamervocht
(straallichamen) Zorgt voor de accommodatie van de lens (neemt af >45 jaar en verdwijnt rond 65 jaar)
- Processus ciliares (lensbandjes)
- M. ciliaris (kringspier): bij ontspannen is het lenskapsel aangespannen (platte lens;
verte kijken)
Choroidea Lamina vasculosa: grote bloedvaten en vormt de buitenkant
(vaatvlies; vanuit Lamina choriocapillaris: kleine capillairen en voorziet pigmentlaag van de retina
a. opthalmica) Membraan van Bruch: binnenstelaag en bevindt zich onder het retinaal pigmentepitheel
Retina (netvlies)
Binnenste pigment laag Wordt voorzien van zuurstof en voedingsstoffen door de choroidea en arteria
centralis retinae
Functies:
Licht absorptie
Vitamine-A-metabolisme
Instandhouding van de bloed-retina barrière
Warmte-uitwisseling met de aderen
Buitenste neurale laag Bevinden zich de fotoreceptoren
Fotoreceptoren
Staafjes 60 miljoen Niet op Licht en
(rodopsine) gelijkmatig fovea donker
verdeeld waarnemen
Kegeltjes 3,2 miljoen 50% in Rood,
gelijkmatig fovea groen en
verdeeld blauwe
golflengten
Bipolaire >10
cellen miljoen
Ganglion 1,2 miljoen 1:1 in
cellen met lange fovea
axonen (hoge
