100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Geschiedenis Memo Samenvatting H1 tot 12 $7.47   Add to cart

Interview

Geschiedenis Memo Samenvatting H1 tot 12

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

Hier heb ik in 33 pagina’s hoofdstukken 1 tot 12 uitgewerkt VOLLEDIG!

Preview 4 out of 34  pages

  • May 30, 2021
  • 34
  • 2020/2021
  • Interview
  • Unknown
  • Unknown
  • Secondary school
  • 5
avatar-seller
Geschiedenis samenvatting

Hoofdstuk 1
1.1

Abu Hureyra = rond 11.000 v.C. begonnen aan landbouw

Tussen 9000 en 6000 v.C. ontstonden in het Midden-Oosten landbouwsamenlevingen in het gebied
= de Vruchtbare Halvemaan.

Homo habilis = eerste mens (jager-verzamelaar)

Homo sapiens = onze soort/moderne mens.

Jagers-verzamelaars waren bijna altijd nomaden : wanneer hun leefomgeving niet eer genoeg
voedsel bood, trokken ze verder. De sociale verschillen waren niet groot. Homo sapiens maakte in
vergelijking met zijn voorgangers meer gespecialiseerde gereedschappen en wapens.

Waarom gingen ze over naar een boerenbestaan ? =

1. Doordat de ijstijd eindigde en het vruchtbaarder werd. In het Midden-Oosten na de laatste
ijstijd rond 12.000 v.C. begon het in deze regio meer te regenen en ontstond er een
vruchtbaar gebied. Op sommige plaatsen leverde de natuur zelfs zoveel voedsel op, dat
mensen zich er voor lange tijd gingen vestigen.
2. Klimaatverandering. Doordat het koud en droog werd, groeiden er volgens deze theorie
minder eetbare planten en ontstond voedseltekort. Maar ze waren nu gewend om op 1 plek
te blijven dus wilden ze niet vertrekken en gingen daarom zelf produceren.
3. Snelle bevolkingsgroei. De natuur kon het niet meer bijbenen en raakte uitgeput en
daardoor werden ze gedwongen om zelf gewassen te verbouwen.

De manier van leven veranderde zo ingrijpend dat we spreken van de agrarische revolutie.
Kenmerkend hiervan is dat de mens de natuur steeds meer naar zijn hand ging zetten.

Belangrijke gevolgen agrarische revolutie :

1. Snelle bevolkingsgroei.
2. Ontwikkeling veeteelt.
3. Uitvinding nieuwe technieken.

Waarom de agrarische revolutie niet persee een vooruitgang is :

 Mensen in de landbouw waren vaak minder gezond (ondervoeding, infectieziekten en
misvorming ruggengraat). Er was dus een achteruitgang in de gezondheid, door :
1. Voedsel was eenzijdiger
2. Zodra gewas mislukte = meteen gevaar hongersnood
3. Doordat dichter op elkaar leefden grotere kans infectieziekten
4. Het vee nam veel ziekten met zich mee
 Zorgden voor sociale ongelijkheid

1.2

Het ontstaan van (de eerste) steden in Mesopotamië heeft te maken met de zeer vruchtbare grond.
Dit kwam door de overstromingen van de Tigris en de Eufraat. Door de overvloedige oogsten in
Mesopotamië kon de bevolking groeien en er ontstond een nieuw soort samenleving = de stedelijke

,gemeenschap. Door de rijke oogsten hoefden niet iedereen zich met de voedselvoorziening bezig te
houden en gingen mensen zich specialiseren in andere dingen. Bijv. = de kooplieden vormden een
welvarende en invloedrijke groep. Ook priesters die zich specialiseerde in het contact met de goden
kregen veel aanzien. Er ontstond niet alleen een arbeidsverdeling, maar ook een hiërarchie : er
kwamen verschillende sociale lagen, die van elkaar verschilden in rijkdom en macht.

Niet lang na het ontstaan van steden in Soemerië gebeurde hetzelfde in Egypte. De omstandigheden
waren vergelijkbaar : het klimaat was overwegend heet en droog en er stroomde een belangrijke
rivier, de Nijl, die ieder jaar overstroomde.

Rond 3300 v.C. ontstonden in Soemerië niet alleen de eerste steden maar ook het eerste schrift. De
ontwikkelingen gingen eigenlijk hand aan hand wat best logisch is, want als je niets kunt noteren, is
het moeilijk om een stad te besturen. De ontwikkeling van het schrift ging in stappen van kleine
voorwerpen van klei waar ze dan goederen in registreerde naar kleine symbolen in kleitabletten te
kerven. Uiteindelijk kwam er een weergave van klanken wat een enorme vooruitgang was, want nu
kon de taal worden opgeschreven zoals het werd uitgesproken. Geleidelijk werden tekeningetjes
vervangen door abstracte tekens. (het Soemerische schrift = spijkerschrift). Met dit schrift verlieten
de Soemeriërs als eersten de prehistorie. De Egyptenaren volgden. Het ontwikkelde zich zo erg dat
het schrift ook voor andere zaken werd gebruikt. De eerste literatuur ontstond, maar ook
wetenschappelijke, biografische en historische teksten en documenten met religieuze aard. Slechts
een kleine groep mensen aan de top van de samenleving kon het in het begin lezen. Later werd het
schrift weer veranderd naar alleen klanktekens. Door het schrift konden mensen hun kennis en
gevoelens veel gemakkelijker overdragen op nieuw generaties dan via mondelinge overlevering.

1.3

Een staat is een afgebakend gebied met een centraal bestuur. Aboe Simbel (Egypte) was in 3100 v.C.
de eerste staat ter wereld. Behalve een centraal bestuur heeft een staat een rechtssysteem dat voor
het hele gebied geldt. De rechtsregels waren gebaseerd op zijn uitspraken, want hij was een god en
wist wat juist was. We zeggen dat de overheid het geweldsmonopolie heeft : alleen zij mag mensen
arresteren, opsluiten en eventueel fysiek straffen. Farao was ook verantwoordelijk voor de
verdediging van de grenzen van de staat. De afbeeldingen die de farao had gemaakt/laten maken
tonen wel aan dat farao’s zich bewust waren van hun verantwoordelijkheid en van hun
kwetsbaarheid. Zij wilden de bevolking ervan overtuigen dat de bescherming van het rijk aan hen
wel was toevertrouwd.

De rol van ambtenaren : organisatie landbouw, irrigatiesystemen onderhouden en ervoor zorgen dat
de boeren een deel van hun oogst afdroegen aan de farao. De farao was ervan bewust dat de
ambtenaren belangrijk voor hem waren en beloonde hij hen dus goed. Maar ook wanneer een
zwakke farao op de troon zat, kon hun machtsstreven zelfs leiden tot de val van het centrale gezag.

In Mesopotamië ontstond pas later een rijk : het Babylonische Rijk, maar hier grepen steeds andere
volken de macht en volgden verschillende rijken elkaar op.

De Egyptische godsdienst was polytheïstisch = dat er meerdere goden tegelijkertijd werden vereerd.
Een belangrijke kenmerk van de Egyptische godsdienst was het geloof in een leven na de dood.

De belangrijkste taak van de farao was het handhaven van ‘Maät’: de kosmische orde, de stabiliteit
en de harmonie in de samenleving. Het betekende ook gerechtigheid en waarheid. De overtuiging
dat de farao verantwoordelijk was voor de algehele orde in het land, verklaart misschien zijn
oppermachtige positie.

Ook in het Mesopotamische Rijk waren de koningen opperpriesters. Maar ze werden er niet als god
beschouwd, maar zouden wel door de goden zijn uitverkoren om te regeren. Maar hun cultuur had

,echter een veel somberdere voorstelling van het leven na de dood dan de Egyptische. Of je tijdens je
leven goed of slecht was : maakte weinig uit want iedereen kwam na zijn dood in een stoffige, grijze
onderwereld terecht. Van de voorbereiding op de dood maakten ze dus ook veel minder werk dan
de Egyptenaren.

Hoofdstuk 2
2.1

De beslissingen in Athene werden genomen door een volksvergadering. Dit ging dus door het volk en
noemen we ook wel een democratie. Maar wel een andere democratie dan nu namelijk een directe
democratie = alle Atheense mannen die geen slaaf waren, mochten rechtstreeks meebeslissen. Een
voorwaarde hiervan was dat er niet te veel burgers zijn. Deze Atheense mannen waren uit Athene
zelf afkomstig en bezaten het Atheense burgerrecht en iedereen in deze groep had gelijke rechten.

Deze gelijkheid was belangrijk want ze ware bevreesd voor een al te machtige leider. Ooit was het
aristocratie = geregeerd door adel. En het was ook ooit een tiran = 1 man die de macht greep. Om
ervoor te zorgen dat iedereen gelijk bleef, was de Atheense democratie zo ingericht dat niemand te
veel macht kon veroveren. Er was zelfs ostracisme = ze schreven een naam op die volgens hen teveel
macht had en de ‘winnaar’ werd voor een tijd verbannen.

Griekse filosofen zijn mensen die allerlei aspecten van het bestaan onderzochten. Ze richten zich
vooral op de vragen = hoe zitten de natuur en het heelal in elkaar (natuurfilosofie) ? Wat is goed
gedrag en hoe kan een mens dat leren (ethiek) ? Hoe moet een polis worden bestuurd (politiek) ?

Een van belangrijkste filosofen : Soctates die zei = Ik weet niets, behalve dat ik niets weet. Hij kon
zich ergeren aan dat mensen dachten dat ze op alles een antwoord hadden. Filosoof Plato (leerling
van Soctates) was ervan overtuigd = dat het bestuur vooral wijze mensen die onpartijdig zijn en die
alle belangen goed afwegen moest hebben. En filosoof Aristoteles (leerling Plato) = was kritisch over
de democratie en wilde het liefst een mengvorm van de verschillende 3 mogelijkheden.

2.2

Na Philippus’ dood vatte Alexander het ambitieuze plan op om het werk van zijn vader voort te
zetten en het hele Perzische Rijk te veroveren. Met een onvoorstelbare ambitie, maar met een leger
van 100.000 soldaten maakte Alexander haar volledig waar en tijdgenoten waren daarvan zwaar
onder de indruk.

Hoe kon Alexander zo’n groot gebied kon veroveren en zijn macht handhaven ?

1. Combinatie van Alexanders persoonlijke eigenschappen en militaire inzicht.
2. Alexander speelde goed in op de gewoonten in de landen waarover hij regeerde.
3. Hij doelbewust streefde naar een gemengde elite en een gemengd Macedonisch-
inheems leger. (zo voorkwam hij dat zijn rijk uit losse brokken zou bestaan).

Dood Alexander de Grote = 323 v.C. In een reeks burgeroorlogen veroverden Alexanders generaals
delen van het rijk (de diadochenrijken ontstonden) . Maar die werden al snel stuk voor stuk
ingenomen door de Romeinen. Tijdens de heerschappij van de diadochen raakte de Griekse cultuur
verspreid over het gehele veroverde gebied. Hellenisme is de Griekse ontwikkeling na de
veroveringen van het (Midden-) Oosten door Alexander de Grote. Er veranderde een aantal dingen
door de verbreiding van de Griekse cultuur :

, Politieke veranderingen : verandering bestuur. Het Grieks werd de bestuurstaal en Griekse
bestuurders werden er nu gekozen. De Griekse democratie was veranderd in een oligarchie =
bestuur door een kleine elite.

Culturele veranderingen : de steden in het oosten kregen een Grieks uiterlijk. De Griekse mythen en
literatuur raakten bekend en ook verrezen in de steden Grieks vormgegeven tempels. Ook was er
een verspreiding van de Griekse beeldende kunst.

2.3

de behoefte aan veiligheid en de wens van macht en roem stimuleerden steeds nieuwe generaties
Romeinen om gebieden te veroveren. De vernietiging van Carthago vormt onderdeel van de
ontstaansgeschiedenis van het Romeinse Rijk zoals een aaneenschakeling van gebeurtenissen. Het
Romeinse Rijk omvatte in de 3 eeuw v.C. het hele Middellandse Zeegebied.
e




Op welke manier wisten de Romeinen hun wereldrijk (het Romeinse imperium) enkele eeuwen bijeen
te houden ? =

Ze maakten gebruik van 2 middelen : diplomatie en oorlogvoering. De diplomatie bestond vooral uit
het sluiten van bondgenootschappen met lokale heersers. Het Romeinse leger bestond aanvankelijk
uit gewone boeren, maar ontwikkelde zich later tot een bijna onverslaanbare beroepsleger. Om hun
macht te bestendigen gaven de Romeinen de verslagen volken meestal een fatsoenlijke behandeling
en hoopten dan dat ze zich niet zouden verzetten.

In 1 opzichtt was het Romeinse Rijk uniek = het werd eeuwenlang niet geleid door 1 (erfelijke) vorst,
maar door magistraten, mensen die tijdelijk een hoog ambt vervulden. We noemen Rome in deze
tijd een republiek, een staat die door de burgers gemeenschappelijk wordt bestuurd.

Centraal in republiek stond = de senaat : een permanente vergadering van ongeveer 300 leden, die
afkomstig waren uit de rijkste en machtigste families. Hij benoemde elk jaar 2 leden tot consul.

In de vroege republiek hetten de leden van de regerende klasse patriciërs, de gewone burgers
plebejers. Die werden uiteindelijk samen een nieuwe elite. De macht van deze elite werd nog
versterkt door patronage = het verschijnsel dat een machtige man (de patroon) burgers van lage
afkomst (zijn cliënten) beschermt in ruil voor politieke steun. Maar sommige mannen bleken in staat
zoveel macht naar zich toe te trekken, dat zij de senaat konden passeren en in feite alleen (of met
zijn 3en) het rijk regeerden. Maar uiteindelijk zou de Romeinse Republiek niet overleven.

2.4

Rome werd verscheurd door grootschalige conflicten en burgeroorlogen wat ertoe leiden dat
machtige mannen streden om de macht. Een van de bekendste mannen = Gaius Julius Caesar die
uiteindelijk een eind maakte aan de republiek. Hij had heel Noord-Gallië veroverd en hij versterkte
zijn machtspositie dmv slimme bondgenootschappen. Hij slaagde erin dictator te worden. Maar toen
hij zich liet uitroepen tot dictator van het leven riep dat weerstand op en hij werd vermoord in 44
v.C. Zijn achterneef Octavianus was zijn opvolger en versloeg zijn vijanden en liet zichzelf Augustus
noemen. Hij werd de eerste keizer van het Romeinse keizerrijk.

Augustus trok bijna alle macht naar zich toe. Hij en zijn opvolgers konden efficiënt maatregelen
treffen om de situatie in het rijk te verbeteren, maar soms pakte hun bestuur ook wreed en
meedogenloos uit. Een van de meer positieve gevolgen = het rijk kende een lange periode van
afgedwongen rust (Romeinse vrede). Het meest opmerkelijke aan het keizerschap is = dat de elite
zich neerlegde bij de heerschappij van 1 man. De voornaamste reden hiervoor was dat de keizers de
republikeinse instellingen en functies lieten voortbestaan. Door de leden van de senatoriale elite

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daniquebuijs. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.47. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72964 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.47
  • (0)
  Add to cart