100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Jeugdprofessionals en transformerend jeugdbeleid, ISBN: 9789046905708 Jeugdprofessionals en transformerend jeugdbeleid $5.73   Add to cart

Summary

Samenvatting Jeugdprofessionals en transformerend jeugdbeleid, ISBN: 9789046905708 Jeugdprofessionals en transformerend jeugdbeleid

2 reviews
 80 views  8 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Gedetailleerde en duidelijke samenvatting van het boek jeugdprofessionals en transformerend jeugdbeleid . Heel veel succes met leren! (Hoofdstuk 1 t/m 7)

Preview 3 out of 27  pages

  • Yes
  • February 27, 2021
  • 27
  • 2020/2021
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: jelenaa • 1 year ago

Translated by Google

Very comprehensive and complete!

review-writer-avatar

By: zuidemawilma • 2 year ago

avatar-seller
Samenvatting jeugdprofessionals en transformerend jeugdbeleid


H1: Jeugdbeleid in Nederland
1.1 Beleid en overheid
Instellingsbeleid: naast de overheid voeren ook andere organisatie, instellingen en
bedrijven beleid.
Inzicht in het beleid van de overheid en dat van de eigen instelling is belangrijk voor een
effectieve en efficiënte taakuitvoering. Zonder dit kans groot om met weinig
doeltreffende wijze langs elkaar heen werken.

Beleid: het kiezen van doelen, het effectief (doelgericht) en efficiënt (doelmatig) inzetten
van middelen in een bepaalde tijdsvolgorde (planning).

Beleid gaat zowel over beoogde resultaten als over maatregelen en is altijd bedoeld voor
groepen mensen of is gericht op specifieke probleemvelden.

Via wet- en regelgeving middelen of
Maatschappelijk probleem Beleidsdoel
maatregelen inzetten


Beleid is niet statisch, maar altijd in beweging. Na het inzetten van maatregelen en
middelen wordt bekeken of het doel bereikt is en of het beleid moet worden voortgezet of
anders moet worden aangepakt.

Binnen jeugd- en gezinsbeleid kunnen we 3 soorten beleid onderscheiden:
 Curatief (genezend) beleid: beperken van de negatieve gevolgen van een
situatie of gebeurtenis door achteraf maatregelen te treffen.
 Preventief beleid: voorkomen van ongewenste situatie door voortijdig
maatregelen te nemen.
 Repressief (onderdrukkend) beleid: onderdrukken, beteugelen of bedwingen
van een ongewenste (acute) situatie.
De overheid vormt het hoogst bevoegde gezag op een bepaald territorium of
grondgebied en bestaat uit bestuurders, bestuursorganen en het ambtelijke apparaat.
Belangrijkste kerntaken:
 zorgen voor openbare orde en veiligheid;
 zorgen voor sociaaleconomische zaken als werkgelegenheid, sociale zekerheid en
arbeidsomstandigheden;
 zorgen voor sociaal-culturele zaken als welzijn, onderwijs, volksgezondheid en
kunst.
1.2 Jeugd als beleidsprobleem en -vraagstuk
Bestuurskundigen spreken van getemde en ongetemde beleidsproblemen.
 Getemde problemen: relatief eenvoudige kwesties waarvan deskundigen weten
hoe deze in elkaar steken -inzicht hebben in oorzaak en gevolgen- en hoe deze
door middel van beleid (doel, middelen, planning) zijn op te lossen.
 Ongetemde problemen: bij deze kwesties lopen de kennis en inzichten van
professionals uiteen en verschilt men van mening over de meest wenselijke
oplossing (jeugdcriminaliteit).
Problemen hebben veelal te maken met beleving, een subjectieve ervaringswerkelijkheid.
Soms sprake van een noodbevel: politie is bevoegd om mensen uit een openbare
ruimte te sturen als ze daar aanleiding voor ziet.

,Gedeeltelijke oorzaak overreactie in gedrag: complexere samenleving qua
bevolkingsgroei en voornamelijk de samenstelling van de bevolking (meer contrast).
1.3 Jeugdbeleid door de tijd heen
Eerste teken dat welzijn en gezondheid van jongeren de aandacht van de overheid had:
 Afschaffing kinderarbeid: kinderwetje van Van Houten in 1874
 Leerplichtwet in 1901 → toen ook Kinderwetten, hierin opvoedingsplicht ouders
geregeld. Wanneer de opvoeding tekort schoot, werd de verantwoordelijkheid van
opvoeding overgedragen aan de door de overheid gesubsidieerde Voogdijraad.
→ 1921: Maatregelen uitgebreid naar OTS en aanstelling kinderrechters (die kinderen
eventueel konden plaatsen in particulieren tehuizen (Ministerie van Justitie).
Tussen 1915-1917 werd de hoop gevestigd op de kerk en charitatieve instellingen voor
het oplossen van baldadigheid onder jongeren . Dit lukte ze niet, waarna het door de
crisis en WOII nog erger werd.
1952: Ministerie van Maatschappelijk werk opgericht (n.a.v. onderzoek). Deze hield
zich bezig met opgroeiproces van kind. Jeugd gold als startpunt voor maatschappelijke
vernieuwing en participatie. Jongeren moesten begeleid (subsidies, instellingen)worden
en niet onderdrukt.
Uit huis- en instelling lopende kinderen nam toe + OTS gestelde ouders klaagden dat zij
niet werden gehoord en geholpen → opkomst alternatieve hulpverlening: JAC’s (jongeren
advies centra) en BM (Belangenvereniging Minderjarigen).

 1965-1982: Ministerie van CRM- NL verzorgingsstaat; jeugdbeleid kenmerkte
zich door curatieve en preventieve aanpak. Beleid verschoof zich naar
achterstandsproblemen onder jongeren.
 1982: Ministerie van WVC- Nieuwe visie en missie → van verzorgingsstaat naar
zorgzame samenleving.
 1989: Wet op Jeugdhulpverlening → heikel punt: versnipperde financiering.
Uitgangspunt wet: tijdige, bij voorkeur preventieve, kortdurende hulpverlening
dicht bij huis.

Hiervoor diende de jeugdsector op de schop genomen te worden door: Softe aanpak
Jaren 60/70

 Jeugdhulp naar lager beleidsniveau te brengen (decentralisaties)
 Andere financiering (functie i.p.v. instellingsgerichte subsidie) Nieuwe strengheid en
zorgelijkheid
 Het rechtvaardiger herverdelen van hulpverleningscapaciteit Jaren 80

 Te streven naar schaalvergroting
Aanhoudende
 1987: welzijnsbeleid, waaronder jeugdbeleid → gedecentraliseerd naar Reden economische recessie

gemeenten → leiden tot efficiënter en effectiever werk.

Succes en mislukking niet langer aan overheid toegeschreven, maar aan de inzet v.h.
individu zelf en zijn directe sociale omgeving. Nadruk gelegd op probleemjongeren.
 Scholing en deelname aan arbeidsmarkt waren en zijn belangrijke
integratiemiddelen en kunnen maatschappelijk afglijding voorkomen.
 1993: Kabinet-Lubbers III zet in op risicojeugd (bleef uiteindelijk beleid op
papier). Drie categorieën baarden het ministerie zorgen:
1. jongeren die hard opvoedingsondersteuning nodig hadden
2. jongeren die maatschappelijk niet participeerden
3. zwerfjongeren (dak- en thuislozen).

 1994-1998: Kabinet Kok I: WVC → VWS (huidig). Overheid maakte terugtrekkende
beweging, specifiek gezinsbeleid werd niet noodzakelijk geacht.

,  1998-2002: Kabinet Kok II: nieuw regeerakkoord → Wet op jeugdzorg, gebaseerd op
internationale verdrag van rechten van het kind.
 2005: Wet op jeugdzorg treedt in werking (kabinet-Balkenende). Het recht op
jeugdzorg is verankerd in deze wet en kreeg een toegangsbasis in Bureau Jeugdzorg.
Doel: komen tot een integrale aanpak van de jeugdzorg.
Intrede 21e eeuw: koers opnieuw verlegd → Jeugdbeleid moest meer decentraal worden
georganiseerd/uitgevoerd en werd beschouwd als de primaire verantwoordelijkheid van
de gemeentelijke overheid. → Gemeenten moesten een lokaal, integraal jeugdbeleid tot
stand brengen → Dit ketenbeleid raakte in beweging.

 Gemeenten hoorden te beschikken over een nota lokaal integraal jeugdbeleid
waarin visie, beleid en samenhang tussen de diverse beleidsvelden voor telkens
een periode van vier jaar werd vastgesteld.
 2006: Alle gemeenten kijken een Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) → 1e lijnszorg.
 2007: Operatie Jong (kabinet Bakenende IV): Richtte zich op samenwerken en het
afstemmen van jeugdbeleid met zes ministeries met als doel een stevig en
resultaatgericht, meetbaar jeugdbeleid om uitval van jeugdigen terug te dringen.
Kabinet Rutte I en II: Veiligheid, arbeid en zelfredzaamheid staan centraal in het
jeugdbeleid.
 2014: Nieuwe Jeugdwet in werking.
 2015 (1 jan): Gemeenten primair verantwoordelijk voor alle zorgtaken om zo de tot
dan toe sterk versnipperde jeugdzorg meer te bundelen en te voorkomen dat
signalen rond zorggezinnen en -jeugdigen niet tijdig worden opgepikt en
doorgeschoven.

H2: Jeugdbeleid binnen bestuurlijke organisaties
2.1 Bestuurslagen
Drie territoriale bestuurslagen → De nationale overheid, de provincies en de gemeenten.
 De Nederlandse overheid is een
gedecentraliseerde eenheidsstaat.

Dit houdt in dat Nederland een:
 Centraal geregeerd land is vanuit het binnenhof (regering en parlement);
 en hierbij een groot aantal taken en bevoegdheden van de centrale overheid heeft
overgeheveld aan lagere bestuurslagen: gemeenten/provincies
(gedecentraliseerd).
Nationale overheid (1e bestuurslaag) Medebewind:
Algemene verantwoordelijkheid jeugdbeleid (voornamelijk VWS) landelijk
Zorgt voor wet- en regelgeving, stimuleert innovaties, volgt trends en nieuwe ontwikkelingen en is
verantwoordelijk voor zaken die PR & GE niet of moeilijk kunnen vervullen.
vastgestelde
regels en
wetten, bv op
Provincies (2e bestuurslaag) het gebied
Voor 2015 het financieren, regisseren jeugdhulpverlening (curatieve JZ) om regionale en grootstedelijke van uitkering
instituties en organisaties te ondersteunen en leerplicht,
Na 2015 is dit vervallen en zijn de gemeenten verantwoordelijk voor de jeugdhulp
op dezelfde
manier
worden
Gemeenten (3e bestuurslaag)
toegepast.
Voornamelijk bezig met het vaststellen een aansturen v.h. lokale jeugdbeleid, het subsidiëren en financieren
van lokale instelling en organisaties en de samenwerking hiertussen
Autonomie en medebewind ← balans hiertussen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller as1999dr. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.73. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73314 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.73  8x  sold
  • (2)
  Add to cart