Samenvatting Samenwerkingsvaardigheden Pauwels Iris
DEEL 1 – ORGANISATIES
2 DE VELE EN DIVERSE UITDAGINGEN
Bespreek 3 uitdagingen:
• Zeer veel mensen worden ziek of raken uitgeblust in het vak. Vanuit cijfers blijkt dat 1/10
werknemers een burn-out ontwikkelen. Het word steeds moeilijker om mensen voldoende
uitdagingen en werkbare jobs te bieden tot aan pensioengerechtigde leeftijd.
• De vergrijzing zorgt uiteraard ook voor een toenemend aantal zorgvragers, met een
toenemende spanning op de arbeidsmarkt als gevolg: meer doen met minder mensen zorgt
voor de uitdaging hoe we in de toekomst slimmer kunnen werken.
• Het langer werken brengt tevens met zich mee dat de diversiteit aan leeftijden en generaties
in 1 team zullen stijgen. Dit zorgt voor specifieke kansen, en uitdagingen op team- en
organisatieniveau.
3 WAT ZIJN ORGANISATIES?
Een organisatie kan gedefinieerd worden als elke vorm van menselijke samenwerking voor een
gemeenschappelijk doel.
3.1
Organisaties:
• Een interne roldifferentiatie* (taak- en rolverdeling)
• Gericht op een bepaald doel of nut
• Met een structuur om het doel te bereiken
Kenmerken:
• Doelgerichtheid, via taak- en rolverdeling
• In wisselwerking met de omgeving, contact met de buitenwereld
• Tendens tot zelfbehoud
• Tendens tot integratie van hun strategie
3.2
Organisaties bestaan uit mensen en activiteiten om doelen te bereiken.
Binnen organisaties worden de activiteiten dus geknipt en geplakt*:
• We knippen, we delen de arbeid in stukken (=arbeidsindeling)
• We plakken de stukjes die we verkrijgen en hierdoor ontstaan functies (=arbeidsverdeling)
→ Keuzes maken <-> kiezen voor een bepaalde structuur
,Samenvatting Samenwerkingsvaardigheden Pauwels Iris
3.3 HET 7S-MODEL (MC KINSEY)
Is gemaakt om de kwaliteit te meten
van de prestaties die een bedrijf levert.
1. Shared values (Significante waarden)
➢ De kernwaarden staan centraal en zorgen voor verbinding met visie en missie.
2. Strategy (Strategie)
➢ Dit zijn de acties en de doelen van de organisatie, alsook de middelen om deze te bereiken.
SMARTIE: Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdsgebonden, Inspirerend en
Engagerend.
➢ Het strategisch plan beschrijft hoe de in de visie gestelde inzichten en doelstellingen bereikt
gaan worden en geeft een samenhangende reeks acties aan.
3. Structure (Structuur)
➢ Met structuur wordt de inrichting van de organisatie bedoeld.
➢ De niveaus en de taakverdeling.
➢ Geconcretiseerd in een organigram en de functieprofielen.
4. Systems (Systeem)
➢ Systeem is het geheel van…
o de werkwijzen, bv. uurroosterplanning
o de procedures, bv. intakeprocedure
o de communicatiestromen, bv. vergaderingen
5. Style (Stijl van management)
➢ Door de vele veranderingen en uitdagingen moet er ook anders gekeken worden naar
managementstijlen.
➢ Ook hier gaat het om keuzes maken.
➢ We illustreren aan de hand van twee modellen:
o het concurrerende waardenmodel van Quinn
o het leiderschapscircumplex
, Samenvatting Samenwerkingsvaardigheden Pauwels Iris
6. Staff (Medewerkers)
➢ Het gaat hier om functieprofielen en taakomschrijvingen.
➢ Bij medewerkers komen heel wat boeiende deelthema’s kijken:
o demografische gegevens (vorming)
o training en opleiding
o motivatie en tevredenheid
o mobiliteit
o inzetbaarheid (ziekteverzuim)
o beschikbaarheid gewenste profielen
o competenties en talenten
➢ We gaan dieper in op twee deelaspecten:
o competentiemanagement
o talentenmanagement
7. Skills (Sleutelvaardigheden)
➢ De taakomschrijvingen en de functieprofielen.
4 MISSIE EN VISIE
4.1 MISSIE
→ datgene waarvoor we staan
• Elke organisatie heeft doelen. Soms één doel, maar meestal meerdere.
• De doelen vormen het bestaansrecht of de bestaansredenen van de organisatie.
• Het is belangrijk dat we ons niet enkel richten op ons doel, maar dat we ook zicht hebben op
het waarom, de reden waarom dat doel belangrijk is.
• Wat we ondernemen binnen de organisatie, moet gericht zijn op deze doelen, dus op onze
missie.
4.2 VISIE
→ datgene waarvoor we gaan
• In een visie zijn we hiertoe visionair, we hebben het over ons toekomstbeeld, waar we
naartoe willen – wat willen we bereiken?
• Het gaat dus over de ‘hogere doelen’ van de organisatie.
4.3 FUNCTIE VAN MISSIE EN VISIE
• Binnen de organisatie is kennis van missie en visie cruciaal. Het zorgt voor duidelijkheid over
waar we ons dienen op te richten, waarom we de handelingen stellen die we stellen, en het
creëert interne verbinding.
• Missie en visie werken dus als een soort kompas én toetssteen.
• Buiten de organisatie, dus in de maatschappij, zorgen missie en visie voor het beeld dat men
heeft van de organisatie. Het zorgt dus voor een bepaald imago.
• Missie en visie zorgen dus ook voor duidelijkheid bij buitenstaanders, duidelijkheid over de
verwachtingen die ze kunnen hebben over het aanbod, de waarden…
DEEL 1 – ORGANISATIES
2 DE VELE EN DIVERSE UITDAGINGEN
Bespreek 3 uitdagingen:
• Zeer veel mensen worden ziek of raken uitgeblust in het vak. Vanuit cijfers blijkt dat 1/10
werknemers een burn-out ontwikkelen. Het word steeds moeilijker om mensen voldoende
uitdagingen en werkbare jobs te bieden tot aan pensioengerechtigde leeftijd.
• De vergrijzing zorgt uiteraard ook voor een toenemend aantal zorgvragers, met een
toenemende spanning op de arbeidsmarkt als gevolg: meer doen met minder mensen zorgt
voor de uitdaging hoe we in de toekomst slimmer kunnen werken.
• Het langer werken brengt tevens met zich mee dat de diversiteit aan leeftijden en generaties
in 1 team zullen stijgen. Dit zorgt voor specifieke kansen, en uitdagingen op team- en
organisatieniveau.
3 WAT ZIJN ORGANISATIES?
Een organisatie kan gedefinieerd worden als elke vorm van menselijke samenwerking voor een
gemeenschappelijk doel.
3.1
Organisaties:
• Een interne roldifferentiatie* (taak- en rolverdeling)
• Gericht op een bepaald doel of nut
• Met een structuur om het doel te bereiken
Kenmerken:
• Doelgerichtheid, via taak- en rolverdeling
• In wisselwerking met de omgeving, contact met de buitenwereld
• Tendens tot zelfbehoud
• Tendens tot integratie van hun strategie
3.2
Organisaties bestaan uit mensen en activiteiten om doelen te bereiken.
Binnen organisaties worden de activiteiten dus geknipt en geplakt*:
• We knippen, we delen de arbeid in stukken (=arbeidsindeling)
• We plakken de stukjes die we verkrijgen en hierdoor ontstaan functies (=arbeidsverdeling)
→ Keuzes maken <-> kiezen voor een bepaalde structuur
,Samenvatting Samenwerkingsvaardigheden Pauwels Iris
3.3 HET 7S-MODEL (MC KINSEY)
Is gemaakt om de kwaliteit te meten
van de prestaties die een bedrijf levert.
1. Shared values (Significante waarden)
➢ De kernwaarden staan centraal en zorgen voor verbinding met visie en missie.
2. Strategy (Strategie)
➢ Dit zijn de acties en de doelen van de organisatie, alsook de middelen om deze te bereiken.
SMARTIE: Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdsgebonden, Inspirerend en
Engagerend.
➢ Het strategisch plan beschrijft hoe de in de visie gestelde inzichten en doelstellingen bereikt
gaan worden en geeft een samenhangende reeks acties aan.
3. Structure (Structuur)
➢ Met structuur wordt de inrichting van de organisatie bedoeld.
➢ De niveaus en de taakverdeling.
➢ Geconcretiseerd in een organigram en de functieprofielen.
4. Systems (Systeem)
➢ Systeem is het geheel van…
o de werkwijzen, bv. uurroosterplanning
o de procedures, bv. intakeprocedure
o de communicatiestromen, bv. vergaderingen
5. Style (Stijl van management)
➢ Door de vele veranderingen en uitdagingen moet er ook anders gekeken worden naar
managementstijlen.
➢ Ook hier gaat het om keuzes maken.
➢ We illustreren aan de hand van twee modellen:
o het concurrerende waardenmodel van Quinn
o het leiderschapscircumplex
, Samenvatting Samenwerkingsvaardigheden Pauwels Iris
6. Staff (Medewerkers)
➢ Het gaat hier om functieprofielen en taakomschrijvingen.
➢ Bij medewerkers komen heel wat boeiende deelthema’s kijken:
o demografische gegevens (vorming)
o training en opleiding
o motivatie en tevredenheid
o mobiliteit
o inzetbaarheid (ziekteverzuim)
o beschikbaarheid gewenste profielen
o competenties en talenten
➢ We gaan dieper in op twee deelaspecten:
o competentiemanagement
o talentenmanagement
7. Skills (Sleutelvaardigheden)
➢ De taakomschrijvingen en de functieprofielen.
4 MISSIE EN VISIE
4.1 MISSIE
→ datgene waarvoor we staan
• Elke organisatie heeft doelen. Soms één doel, maar meestal meerdere.
• De doelen vormen het bestaansrecht of de bestaansredenen van de organisatie.
• Het is belangrijk dat we ons niet enkel richten op ons doel, maar dat we ook zicht hebben op
het waarom, de reden waarom dat doel belangrijk is.
• Wat we ondernemen binnen de organisatie, moet gericht zijn op deze doelen, dus op onze
missie.
4.2 VISIE
→ datgene waarvoor we gaan
• In een visie zijn we hiertoe visionair, we hebben het over ons toekomstbeeld, waar we
naartoe willen – wat willen we bereiken?
• Het gaat dus over de ‘hogere doelen’ van de organisatie.
4.3 FUNCTIE VAN MISSIE EN VISIE
• Binnen de organisatie is kennis van missie en visie cruciaal. Het zorgt voor duidelijkheid over
waar we ons dienen op te richten, waarom we de handelingen stellen die we stellen, en het
creëert interne verbinding.
• Missie en visie werken dus als een soort kompas én toetssteen.
• Buiten de organisatie, dus in de maatschappij, zorgen missie en visie voor het beeld dat men
heeft van de organisatie. Het zorgt dus voor een bepaald imago.
• Missie en visie zorgen dus ook voor duidelijkheid bij buitenstaanders, duidelijkheid over de
verwachtingen die ze kunnen hebben over het aanbod, de waarden…
