Begrippenlijst inleiding
psychodiagnostiek
Hoofdstuk 1: psychodiagnostiek en haar voorwaarden & methoden
professionele grondhouding empathisch, kritisch zijn
handelingsgerichte diagnostiek - Wat is er aan de hand?
- Het vak situeert zich in de
onderzoeksfase
psychologische dienstverlener Hoe ga je advies geven/ begeleiden?
hersenen intelligentie & creativiteit
intelligentie - normaal verdeeld
horizontale as: iedere mogelijke
score die iemand kan verkrijgen
verticale as: aantal keer dat die
specifieke score w behaald
- klopt niet helemaal: feit dat we hoge
school doen hogere intelligentie
psychodiagnostiek - probeert iemands eigenheid te situeren
binnen de interpersoonlijke
verscheidenheid
doelstelling: diagnose vh gedrag
- vertrekt bij concrete waarneembare
gedragingen (taken, opdrachten,
observatiegegevens) om een uitspraak
te doen over kenmerken (eig.,
vaardigheden) ve bepaald persoon
- deze beoordeling v eigenschappen en
vaardigheden gebeurt na vgl (al of niet
statistisch uitgewerkt) met
representatieve anderen (als norm)
methodologisch probleem - is er een verantwoorde overgang
mogelijk v concrete gedragingen nr
algemene persoonskenmerken zoals
eigenschappen of geschiktheden?
kunnen we op basis v antwoorden op
een test bv. uitspraken doen over
iemands algemene intellectuele
vaardigheden?
Ja, passende methoden zoeken
Wetenschappelijke kennis v
gedrag
psychodiagnostiek - Wat?
Bepaling & doel
- Hoe?
Criteria wetenschappelijke
methoden = psychometrische
kwaliteiten ve instrument
o Standaardisatie
, o objectief
o Ijking/ normering
o Betrouwbaar
o validiteit
- Soorten methoden?
Psychometrische methoden:
methoden die ve statische
onderbouw voorzien zijn
o Streven nr exactheid
o Statistische onderbouw
(uitdrukken in cijfers)
o Meting ve eigenschap
Niet-psychometrische
methoden
o Observatie
o Interview
o Gevalstudie
o Resultaat:
persoonsbeschrijving
Vullen elkaar aan
- Psychometrische methoden
De test en zijn onderdelen
standaardisatie Je moet letterlijk zeggen wat er in de WISC staat
objectief - Betekent dat de inter- en
intrabeoordelaars-verschillen tot een
minimum herleid moeten zijn
- Het testresultaat mag niet beïnvloed
zijn door de persoon die de methode
toepast
- Vb. stel dat Chaima & Roman een test
afnemen v Clara dan zouden ze tot
hetzelfde resultaat moeten komen
ijking/ normering vb. je wil inschatten hoe het gesteld is met
Clara’s (Vlaams meisje v 8j) intellectuele
vaardigheden. Daarvoor gebruik je een
meetinstrument dat eenheid (IQ) gebruikt dat
voor iedereen eenzelfde betekenis heeft.
Daarenboven dienen we Clara’s testresultaten
ook te vgl met een bevolkingsgroep met
dezelfde demografische kenmerken (= Vlaamse
kids v 8j/ de normgoep)
betrouwbaar - Bij gebruik ve test mag de
‘standaardfout v meting’ niet te groot
zijn
- vb. stel dat Chaima 5x de test zou
afnemen bij Clara. Nrml zouden de
testresultaten 5x dezelfde moeten zijn
(=hypothetische ware score) maar dit
kan niet omdat er meetfouten optreden
‘schatting’
validiteit - Weten wat je meet
, - Vb. als we willen inschatten hoe het
gesteld is met Clara’s verbale
intelligentie dan is het zinloos om dit via
een puzzel te doen
betrouwbaarheid is VWA voor validiteit! - vb. stel dat Chaima de test 5x afneemt
bij Clara maar telkens tot andere
resultaat komt niet betrouwbaar +
kan niet zeggen wat ze heeft gemeten
geen validiteit
- test die niet voldoende betrouwbaar is,
kan niet valide zijn
observatie - Gerichte waarneming vh gedrag
- Enkel een goed gesystematiseerde
observatieopzet kan tot geldige
resultaten leiden
Doelgericht
Passende situatie
Adequate registratie (bv.
turven)
Training vd observator
al deze VWA voldaan =
valide
doelgericht weet wat je wel/ niet wil observeren
adequate registratie hierbij is een gebruik v goed gekozen
gedragscategorieën met bijhorende codering
aangewezen
interview - Directieve methode
- Niet-directieve methode
In praktijk: volgen ze elkaar op
- Goed interviewer
Aanvaarden
Actieve ontvankelijkheid
Interviewdoelstellingen
Goede observatie
- W ook gebruikt in
Commerciële psychologie (bv.
bij het peilen nr verlangens v
kopers)
Sociale psychologie (bv.
aanwervingsinterview)
Studie- en beroepsoriëntering
(bv. ‘intake’ interview)
Psychotherapie (bv. als
behandelingsmethode)
directieve methode - interviewer neemt leiding vh gesprek
- kan soms worden vervangen door een
vragenlijst (enquête)
niet-directieve methode - cliënt heeft leiding
- Carl Rogers: ‘non-directieve’ en ‘client-
centered counseling’
‘non-directieve’ en ‘client-centered counseling’ - Carl Rogers
, - Empathische ingesteldheid vd
interviewer staat centraal
aanvaarden - Aanvaarden v client zoals hij is
actieve ontvankelijkheid - Interviewer moet aandachtig luisteren
interviewdoelstellingen - Aandacht voor details
- Goed gerichte aanvullende vragen
- Client bepaald tempo vh gesprek
- Geplande doelstellingen niet uit het oog
verliezen
goede observatie van verbaal en niet-verbaal gedrag
gevalstudie/ case study - Interdisciplinair
- Ontwikkeling v iemands persoonlijkheid
- Thema’s (bv.)
Zwangerschap
Gezondheid
Familierelaties
Schoolverloop
Anamnese
interdisciplinair persoon vanuit een veelheid v opzichten
bekijken
anamnese men beschrijft de persoonlijke & familiale
geschiedenis die aan het begin vd stoornis
vooraf gingen
de test en zijn onderdelen - onderzoeker & onderzochte
- testitems
- testmateriaal
- testformulier/ testprotocol
- testhandleiding
testitems reeks vragen/ opdrachten
testmateriaal voor sommige opdrachten is er specifiek
testmateriaal nodig om een opdracht te kunnen
uitvoeren
testformulier/ protocol hierin schrijven ofwel de onderzoeker/
onderzochte de antwoorden op
testhandleiding - bevat de technische info die nodig is
voor het correct afnemen ve test, en
voor het scoren, verwerken en
interpreteren vd testscores
- onderdelen
1. beschrijving vd wetenschappelijke
achtergrond
2. testconstructie: hoe de items
werden geselecteerd
3. scoringsprocedure: aangegeven hoe
antwoorden score/ cijfer
4. richtlijnen over standaardisatie:
instructies en condities waarin de
test moet worden afgenomen
5. beschrijving vd normgroep en hoe
hij tot stand kwam
6. beschrijving op welke manier(en)
psychodiagnostiek
Hoofdstuk 1: psychodiagnostiek en haar voorwaarden & methoden
professionele grondhouding empathisch, kritisch zijn
handelingsgerichte diagnostiek - Wat is er aan de hand?
- Het vak situeert zich in de
onderzoeksfase
psychologische dienstverlener Hoe ga je advies geven/ begeleiden?
hersenen intelligentie & creativiteit
intelligentie - normaal verdeeld
horizontale as: iedere mogelijke
score die iemand kan verkrijgen
verticale as: aantal keer dat die
specifieke score w behaald
- klopt niet helemaal: feit dat we hoge
school doen hogere intelligentie
psychodiagnostiek - probeert iemands eigenheid te situeren
binnen de interpersoonlijke
verscheidenheid
doelstelling: diagnose vh gedrag
- vertrekt bij concrete waarneembare
gedragingen (taken, opdrachten,
observatiegegevens) om een uitspraak
te doen over kenmerken (eig.,
vaardigheden) ve bepaald persoon
- deze beoordeling v eigenschappen en
vaardigheden gebeurt na vgl (al of niet
statistisch uitgewerkt) met
representatieve anderen (als norm)
methodologisch probleem - is er een verantwoorde overgang
mogelijk v concrete gedragingen nr
algemene persoonskenmerken zoals
eigenschappen of geschiktheden?
kunnen we op basis v antwoorden op
een test bv. uitspraken doen over
iemands algemene intellectuele
vaardigheden?
Ja, passende methoden zoeken
Wetenschappelijke kennis v
gedrag
psychodiagnostiek - Wat?
Bepaling & doel
- Hoe?
Criteria wetenschappelijke
methoden = psychometrische
kwaliteiten ve instrument
o Standaardisatie
, o objectief
o Ijking/ normering
o Betrouwbaar
o validiteit
- Soorten methoden?
Psychometrische methoden:
methoden die ve statische
onderbouw voorzien zijn
o Streven nr exactheid
o Statistische onderbouw
(uitdrukken in cijfers)
o Meting ve eigenschap
Niet-psychometrische
methoden
o Observatie
o Interview
o Gevalstudie
o Resultaat:
persoonsbeschrijving
Vullen elkaar aan
- Psychometrische methoden
De test en zijn onderdelen
standaardisatie Je moet letterlijk zeggen wat er in de WISC staat
objectief - Betekent dat de inter- en
intrabeoordelaars-verschillen tot een
minimum herleid moeten zijn
- Het testresultaat mag niet beïnvloed
zijn door de persoon die de methode
toepast
- Vb. stel dat Chaima & Roman een test
afnemen v Clara dan zouden ze tot
hetzelfde resultaat moeten komen
ijking/ normering vb. je wil inschatten hoe het gesteld is met
Clara’s (Vlaams meisje v 8j) intellectuele
vaardigheden. Daarvoor gebruik je een
meetinstrument dat eenheid (IQ) gebruikt dat
voor iedereen eenzelfde betekenis heeft.
Daarenboven dienen we Clara’s testresultaten
ook te vgl met een bevolkingsgroep met
dezelfde demografische kenmerken (= Vlaamse
kids v 8j/ de normgoep)
betrouwbaar - Bij gebruik ve test mag de
‘standaardfout v meting’ niet te groot
zijn
- vb. stel dat Chaima 5x de test zou
afnemen bij Clara. Nrml zouden de
testresultaten 5x dezelfde moeten zijn
(=hypothetische ware score) maar dit
kan niet omdat er meetfouten optreden
‘schatting’
validiteit - Weten wat je meet
, - Vb. als we willen inschatten hoe het
gesteld is met Clara’s verbale
intelligentie dan is het zinloos om dit via
een puzzel te doen
betrouwbaarheid is VWA voor validiteit! - vb. stel dat Chaima de test 5x afneemt
bij Clara maar telkens tot andere
resultaat komt niet betrouwbaar +
kan niet zeggen wat ze heeft gemeten
geen validiteit
- test die niet voldoende betrouwbaar is,
kan niet valide zijn
observatie - Gerichte waarneming vh gedrag
- Enkel een goed gesystematiseerde
observatieopzet kan tot geldige
resultaten leiden
Doelgericht
Passende situatie
Adequate registratie (bv.
turven)
Training vd observator
al deze VWA voldaan =
valide
doelgericht weet wat je wel/ niet wil observeren
adequate registratie hierbij is een gebruik v goed gekozen
gedragscategorieën met bijhorende codering
aangewezen
interview - Directieve methode
- Niet-directieve methode
In praktijk: volgen ze elkaar op
- Goed interviewer
Aanvaarden
Actieve ontvankelijkheid
Interviewdoelstellingen
Goede observatie
- W ook gebruikt in
Commerciële psychologie (bv.
bij het peilen nr verlangens v
kopers)
Sociale psychologie (bv.
aanwervingsinterview)
Studie- en beroepsoriëntering
(bv. ‘intake’ interview)
Psychotherapie (bv. als
behandelingsmethode)
directieve methode - interviewer neemt leiding vh gesprek
- kan soms worden vervangen door een
vragenlijst (enquête)
niet-directieve methode - cliënt heeft leiding
- Carl Rogers: ‘non-directieve’ en ‘client-
centered counseling’
‘non-directieve’ en ‘client-centered counseling’ - Carl Rogers
, - Empathische ingesteldheid vd
interviewer staat centraal
aanvaarden - Aanvaarden v client zoals hij is
actieve ontvankelijkheid - Interviewer moet aandachtig luisteren
interviewdoelstellingen - Aandacht voor details
- Goed gerichte aanvullende vragen
- Client bepaald tempo vh gesprek
- Geplande doelstellingen niet uit het oog
verliezen
goede observatie van verbaal en niet-verbaal gedrag
gevalstudie/ case study - Interdisciplinair
- Ontwikkeling v iemands persoonlijkheid
- Thema’s (bv.)
Zwangerschap
Gezondheid
Familierelaties
Schoolverloop
Anamnese
interdisciplinair persoon vanuit een veelheid v opzichten
bekijken
anamnese men beschrijft de persoonlijke & familiale
geschiedenis die aan het begin vd stoornis
vooraf gingen
de test en zijn onderdelen - onderzoeker & onderzochte
- testitems
- testmateriaal
- testformulier/ testprotocol
- testhandleiding
testitems reeks vragen/ opdrachten
testmateriaal voor sommige opdrachten is er specifiek
testmateriaal nodig om een opdracht te kunnen
uitvoeren
testformulier/ protocol hierin schrijven ofwel de onderzoeker/
onderzochte de antwoorden op
testhandleiding - bevat de technische info die nodig is
voor het correct afnemen ve test, en
voor het scoren, verwerken en
interpreteren vd testscores
- onderdelen
1. beschrijving vd wetenschappelijke
achtergrond
2. testconstructie: hoe de items
werden geselecteerd
3. scoringsprocedure: aangegeven hoe
antwoorden score/ cijfer
4. richtlijnen over standaardisatie:
instructies en condities waarin de
test moet worden afgenomen
5. beschrijving vd normgroep en hoe
hij tot stand kwam
6. beschrijving op welke manier(en)