100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

SAMENVATTING: jeugdrecht () alle stof tentamen A

Beoordeling
-
Verkocht
2
Pagina's
70
Geüpload op
02-12-2025
Geschreven in
2025/2026

Dit is een samenvatting van de gehele leerstof voor tentamen A van het vak 'Jeugdrecht'. Dit vak is onderdeel van de minor 'Jeugrecht en Jeugdcriminaliteit'. Alle hoofdstukken (H2, H3, H4, H6, H7, H8, H10 (gedeeltelijk), H12, H13, H14, H15 en H17) en aanvullende literatuur (artikelen) staan erin. Het boek betreft de 5e druk. Succes met leren :)

Meer zien Lees minder











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
2 december 2025
Aantal pagina's
70
Geschreven in
2025/2026
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Jeugdrecht – Samenvatting
boek
Hoofdstuk 2: Minderjarigheid
1). Juridisch ouderschap
Afstammingsrecht = regelt de afstamming tussen ouders en kinderen. Daarmee krijgt het kind een
rechtsbetrekking tot zijn ouders, broers en zussen, grootouders, ooms en tantes, neven en nichten, etc. Het
afstammingsrecht is een dwingend recht, maar dit betekent in deze context alleen maar dat dit een statisch
gegeven is, want de afgelopen jaren is er veel veranderd (bv. maximaal 2 ouders of meerouderschap en het
beginsel van biologische afstamming als grondslag voor juridisch ouderschap).

Het internationale recht speelt in de ontwikkeling hiervan een belangrijke rol:
- EVRM: heeft rechtstreekse werking in Nederland.
o Rechterlijke macht moet besluiten toetsen aan de regelingen in het EVRM.
o Personen in Nederland kunnen bepalingen van het EVRM tegen beslissingen van de overheid
inroepen.
- Richtinggevende uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM)
- Kinderrechtenverdrag

1.1). Varianten van juridisch ouderschap
1. Moeder door geboorte = de vrouw die het kind ter wereld brengt wordt als juridische moeder van het
kind gezien. Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt wat betreft de relationele situatie van de
geboortemoeder en zonder dat het ertoe doet hoe de zwangerschap is ontstaan.
2. Ouder van rechtswege = het ‘huwelijksvaderschap’: de juridische vader van een kind is de man die op
het moment van de geboorte van het kind gehuwd is of een geregistreerd partnerschap heeft met de
geboortemoeder. Hierbij is een wettelijk vermoeden van vaderschap aanwezig, vanwege de formele
relatie tussen de vader en de moeder. Via deze regeling is sinds 2014 een tweede juridische moeder
ook mogelijk. Ook hierbij moet dus sprake zijn van een formele relatie (huwelijk of geregistreerd
partner) met de geboortemoeder. Daarnaast moet het kind zijn verwekt door kunstmatige
inseminatie met hulp van een onbekende donor.
3. Ouder door erkenning = naast het huwelijksvaderschap bestaat er van oudsher ook vaderschap door
erkenning. Erkenning schept een juridische relatie tussen de man die het kind erkent en het kind.
Daarvoor dient de man bij de burgerlijke stand van de gemeente te verklaren dat hij het kind erkent.
Hiervoor is toestemming van de moeder en de minderjarige van 12 jaar en ouder vereist. Vanaf 2014
is dit ook mogelijk gemaakt voor vrouwenparen om samen een kind te krijgen via erkenning.
4. Ouder via gerechtelijke vaststelling = dit is het omgekeerde van erkenning, waarbij het met name
gaat om partners die geen juridisch ouder willen zijn. Op grond van conclusie dat de man de
verwekker was, legt de rechter op verzoek van de moeder het juridisch vaderschap op aan de man.
Sinds 2014 is de ten aanzien van een vrouw die het meemoederschap ontkent mogelijk. Dit kan niet
op biologische grond worden vastgesteld, maar op ‘grond dat deze als levensgezel van de moeder
ingestemd heeft met de daad die de verwekking van het kind tot gevolg kan hebben gehad’.
5. Ouderschap via adoptie = via adoptie is het mogelijk juridisch ouder te worden. Alle gevolgen die de
Nederlandse wet verbindt aan ouderschap zijn dan ook van toepassing op de ouders die door adoptie
een kind krijgen.

Gevolgen van ouderschap:
- Het ontstaan van een familierechtelijke betrekking tussen het kind, zijn ouders en bloedverwanten.
- Gezamenlijk gezag over het kind: ouders mogen hun kind opvoeden, verzorgen, hebben zeggenschap
over hem en hebben het recht (en de plicht) op omgang met het kind. Na een scheiding betekent dit
dat de ouders het kind regelmatig mogen blijven zien.
- Onderhoudsplicht en erfrecht: de ouders zijn verplicht de kosten van het kind te dragen van de
verzorging en de opvoeding van hun kind tot het einde van diens minderjarigheid. Wat onderwijs



1

, betreft strekt dit zelf tot de 21 jaar. Kinderen zijn daarnaast erfgenaam van hun juridische ouders en
kunnen omgekeerd ouder ook van hun kinderen erven.
- Gevolgen wat betreft familienaam, nationaliteit, in fiscaal opzicht, op het gebied van sociale zekerheid
en op diverse procesrechtelijke gebieden.
1.2). Ouderlijk gezag
Juridisch ouderschap impliceert levenslange juridische banden, terwijl ouderlijk gezag uitsluitend betekenis
heeft voor de opvoedingsrelatie, welke eindigt op het 18 e jaar van de jeugdige. Alle minderjarigen staan onder
gezag van beide ouders of één ouder of van een voogd. Gezagsrecht is dwingend recht en staat niet ter vrije
bepaling van ouders of andere betrokkenen. Wel bestaat er vrijheid omtrent de invulling en uitoefening van dit
gezag. Ouderlijk gezag kan alleen worden beperkt of afgenomen met een maatregel van kinderbescherming
door de kinderrechter.
Doelbevoegdheid = de rechten en plichten die voortkomen uit gezag moeten het belang van het kind dienen.

De laatste decennia zijn er drie belangrijke veranderingen opgetreden:
- De gedachte van de toenemende autonomie van minderjarigen is versterkt. Minderjarigen hebben
een prominentere rechtspositie gekregen en ‘het belang van het kind’ is in vele opzichten leidend.
- Het gezagsrecht is stapsgewijze losgekoppeld van het huwelijk. Sinds 1995 is gezamenlijk gezag ook
mogelijk geworden als ouders niet of niet meer getrouwd zijn. Inmiddels is automatische voortzetting
van het gezamenlijk gezag na scheiding de hoofdregel en is de toekenning van eenhoofdig gezag aan
de verzorgende ouder de uitzondering.
- De kring van personen die gezag over het kind kunnen krijgen is uitgebreid. Dit betreft voornamelijk
ouders van gelijk geslacht. Sinds 1998 is gezamenlijk ouderlijk gezag door een ouder en een niet-
ouder mogelijk gemaakt. Eind 2016 heeft de Staatscommissie Herijking Ouderschap voorgesteld
ouderlijk gezag voor meer dan twee ouders mogelijk te maken.

Ouderlijk gezag = heeft volgens het Burgerlijk Wetboek betrekking op de persoon van de minderjarige, het
bewind over zijn vermogen en zijn vertegenwoordiging in burgerlijke handelingen, zowel in als buiten rechte.

In eerste plaats betreft gezag de opvoeding en verzorging van het kind. De ouders dragen zorgen voor de
lichamelijke en geestelijke gezondheid en de veiligheid van het kind en dienen de ontwikkeling van zijn
persoonlijkheid te bevorderen. Het BW schrijft expliciet voor dat ouders geen geestelijk of lichamelijk geweld
of enige andere vernederende behandeling mogen toepassen.

Ten tweede heeft ouderlijk gezag ook te maken met financiële bewindvoering, waarbij de ouder aansprakelijk
is voor schade als gevolg van slecht bewind.

Ten derde is de ouder ook de wettelijke vertegenwoordiger van de minderjarige. De minderjarige is nog
handelingsonbekwaam en heeft dus nog toestemming nodig van de ouder met gezag. Op eigen initiatief
verrichte rechtshandelingen zijn door de ouders vernietigbaar. Daarnaast is de minderjarige in het personen-
en familierecht procesonbekwaam, waardoor het niet zelfstandig in hoger beroep kan gaan. Bij conflicten
tussen ouders en kind kan de rechter kan een bijzondere curator (heeft geen gezag) benoemen om op te
komen voor de belangen van de minderjarige en indien nodig namens het kind de rechtszaak te voeren. Deze
benoeming is altijd gericht op een concreet probleem en bemoeit zich niet met andere
opvoedingsaangelegenheden.

Wie heeft het gezag:
1. Enkele categorieën worden uitgesloten van gezag:
o Personen die zelf nog minderjarig zijn
 16- en 17-jarigen kunnen hun kind wel erkennen en op deze manier juridisch
ouderschap verwerven
o Personen die onder curatele staan
o Personen van wie de geestvermogens zodanig zijn verstoord dat ze niet in staat zijn om het
gezag uit te oefenen
2. Het aantal ouders is beperkt tot twee

Wanneer een kind wegloopt van huis onttrekt het kind zich aan het ouderlijk gezag, aangezien de ouders (of
voogd) de verblijfplaats van de minderjarige bepalen. Ouders kunnen de politie daarom vragen hun kind op te

2

,sporen, aan te houden en terug naar huis te brengen (OAT-verzoek). Moet hierbij zonder toestemming een
woning worden betreden, dan gaat dit op basis van rechterlijk bevel tot afgifte van de minderjarige. Vaak is de
opsporing alleen voor kinderen onder de 12 jaar. Hulpverlening aan weglopers is strafbaar, tenzij er contact
wordt opgenomen met de Raad voor de Kinderbescherming (adres melden) of de ouders (adres niet melden).
Bij een scheiding moeten afspraken worden gemaakt over alimentatie en de wijze waarop het gezag over de
kinderen zal worden uitgeoefend. In Nederland wordt gezamenlijk gezag voortgezet na scheiding (zowel
huwelijk, geregistreerd partnerschap en samenwoonrelatie). Het kind heet recht op een gelijkwaardige
verzorging en opvoeding door beide ouders. Ouders die samen gezag hebben en uit elkaar gaan moeten een
ouderschapsplan opstellen met afspraken over hun voortgezet ouderschap na de scheiding. Dit kan co-
ouderschap zijn, waarbij de ouders een evenredig deel van de verzorging en opvoeding op zich nemen en de
kinderen meestal om de beurt bij de vader en moeder wonen (gelijkmatig verdeelde huisvesting). Als het
opstellen van het ouderschapsplan lastig blijkt, wordt vaak mediation ingezet. Indien dit ook niet werkt, wordt
de zaak voorgelegd aan de rechter. Een ouder kan daarnaast de rechtbank verzoeken om het gezag alleen aan
deze ouder toe te wijzen (eenhoofdig gezag).

In Nederland bestaan er maar twee vormen van ouderlijk gezag na een scheiding:
- Beide ouders delen het voortgezet gezamenlijk gezag
- Eén van de ouders krijgt het eenhoofdig gezag en de ander krijgt niets
 In veel andere landen zijn er tussenwegen mogelijk, maar in Nederland bestaan deze (nog) niet. Wel zijn er
specifieke zaken waarin dit voorgekomen is.

1.3). Minderjarigheid
Met oog op rechtszekerheid hanteert het jeugdrecht vaste leeftijdsgrenzen, welke onafhankelijk zijn van de
persoonlijke ontwikkeling van de jeugdige. Toch houdt het wel rekening met het dynamisch kindbeeld, oftewel
dat er zo goed mogelijk recht wordt gedaan aan de ontwikkeling richting autonomie en aan de toenemende
eigen verantwoordelijkheid van kinderen (zo wordt in het IVRK gesproken van de evolving capacities of the
child). Daarom zijn er verschillende ontwikkelingsstadia:
- Onder de 12 jaar: strafbare feiten worden niet vervolgd
- 12-18 jaar: apart jeugdstrafrecht wordt toegepast
- Boven de 18 jaar: gewone strafrecht wordt toegepast
 Deze leeftijden gelden ook voor het verrichten van arbeid en het hoorrecht (kinderen vanaf 12 jaar moeten
in de gelegenheid worden gesteld om te worden gehoord in procedures met ouderlijk gezag, terwijl dit bij
kinderen onder de 12 jaar wel mag, maar niet verplicht is).

De toegankelijkheid tot de gesloten jeugdhulp kan echter uitlopen tot 18,5 jaar, indien de jeugdige nog niet
zelfstandig genoeg wordt geacht. Ook het adolescentenstrafrecht maakt uitzonderingen, waarbij het
jeugdstrafrecht kan worden opgelegd aan 18- tot 23-jarigen.

Bij schade liggen deze leeftijden anders:
- Onder de 14 jaar: schade is niet toe te rekenen aan het kind (ouders zijn aansprakelijk).
- 14 en 15 jaar: ouders aansprakelijk (en kind), tenzij het de ouders niet kan worden verweten.
- Vanaf 16 jaar: kind is aansprakelijk.

Wanneer mogen minderjarigen arbeid verrichten:
- 13- en 14-jarigen mogen maximaal 12 uur in de week werken onder leiding (bv. oppassen en
vakkenvullen).
- 15-jarigen mogen maximaal 12 uur in de week zelfstandig werken (bv. kranten- of pizzabezorger).
- Vanaf 16 jaar mag een jeugdige werken en dus ook zelfstandig een arbeidsovereenkomst sluiten,
terwijl daarvoor nog toestemming van de ouders is vereist.

Medische behandelingen:
- Onder de 12 jaar: de mening van het kind speelt geen rol en de ouders mogen de beslissing maken.
- 12- tot 16-jarigen: toestemming van de ouders als van het kind vereist, tenzij het kind wilsonbekwaam
wordt geacht en tenzij een dergelijke ingreep zonder meer als onvermijdelijk wordt gezien om een
ernstig nadeel voor de minderjarige te voorkomen. De stem kan bij aandringen van het kind
doorslaggevend zijn om een behandeling toch uit te voeren of te weigeren.


3

, - Vanaf 16 jaar: de minderjarige mag helemaal zelf een besluit nemen over een medische handeling
(bv. contact opnemen met een arts). Abortus mag zelfs al vanaf 12 jaar zonder toestemming en
kennisneming van de ouders.


Handelingsonbekwaamheid = algemeen juridisch begrip dat is gekoppeld aan minderjarigheid.
Wilsonbekwaamheid = een oordeel over een specifieke persoon die, ongeacht de leeftijd, niet in staat blijkt
tot een redelijk afweging van zijn belang te komen.

In een jeugdstrafrechtzaak heeft een jeugdige vanaf 12 jaar hoorrecht, maar nog geen participatierecht. De
rechter heeft de vrijheid te beslissen de minderjarige al dan niet te horen. Het horen van 12-minners komt in
de praktijk zeer weinig voor, dus rechters houden zich over het algemeen strikt aan de leeftijdsgrens. De
mogelijkheid tot het recht op initiëren van een specifieke procedure hangt af van de aard van de procedure en
de leeftijd van de minderjarige. Een minderjarige kan bijvoorbeeld niet verzoeken om een
ondertoezichtstelling of een uithuisplaatsing.
Wat betreft zaken over gezag, zorg en omgang en informatie en consultatie geldt de informele rechtsgang,
waarbij de minderjarige zich op een laagdrempelige manier tot de rechter kan wenden om zijn verzoek
duidelijk te maken (bv. brief naar rechtbank sturen). De rechter is hiervoor niet verplicht een uitspraak te
doen. Dit mag vanaf 12 jaar, maar voor een minderjarige onder de 12 jaar kan de rechter wel een uitzondering
maken.




4

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
vmajanssen Universiteit Utrecht
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
39
Lid sinds
1 jaar
Aantal volgers
0
Documenten
13
Laatst verkocht
1 dag geleden

4,0

1 beoordelingen

5
0
4
1
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen