Examen stof Marketing Communicatie Periode 2
Hogeschool Leiden 2024 Week 1 T/M 8
H25 + H8 + H5 + H10 + H20 + H21 (plus leerdoelen!!)
Week 1
H25.1
Marketing: geld verdienen
Marketingcommunicatie: ondersteunt de marketingfunctie van
organisaties, opvallen (hier ben ik)
Vertaling marketingcommunicatie: klantverleiding
Communicatie: gericht op de beïnvloeding van kennis, houding en
gedrag
Propositie: een belofte maken
Positionering: een positie creëren in het hoofd van de klant
Merkgroei en kritiek (Sharp, 2010)
- Fysieke beschikbaarheid (gemak)
- Mentale beschikbaarheid (herkenning)
Marktpenetratie: je krijgt meer klanten van concurrenten
Loyaliteit: je wilt nieuwe klanten vasthouden, ze moeten altijd naar je
terug komen
Pay-off: activerende slogan 'redbull geeft je vleugels'
3 relatie modellen:
Kano model: klanttevredenheid, (basis- prestatie-wauw!) wc papier-
handdoeken-jacuzzi
Jones & Sasser: klantloyaliteit
Li & Solis: betrokkenheid
Transformationele communicatie (reclame): een gevoel
Informatieve communicatie (reclame): een product
Keuzes van professionals in marketingcommunicatie ten aanzien van:
1. Merkpositionering: de basis, een sterk merk met een
onderscheidende positionering.
2. Fase van het productleven: producten en diensten hebben een
levensloop, ze worden volwassen en vroeger of later verminderen ze in
kracht. Bij geboorte is er vaak nog het nodige onvolledig en is veel
steun nodig om te groeien. Een deel blijkt rijp voor de markt en groeit
verder.
3. Begeleiding van de klantreis: (herhaalde) aanschaf van een product of
dienst. Tijdens verschillende fases van deze reis het contact met het
merk te onderhouden.
, 4. Dosering van informatie / emotie: communicatie van
merkpositionering is informationeel (inhoudelijk) dan wel
transformationeel (met emotionele lading).
5. Communicatiemix van middelen en media: veel
communicatiemiddelen en media waarmee een organisatie kan
communiceren met consumenten. Elk middel en medium heeft eigen
voor-en nadelen.
H8.3
Concurrentie in ruil: marketingmix 4 P’s
Relaties met klanten: terugkerend
Reputatie van een organisatie: aantrekkelijk en word geaccepteerd
De marketingmix van Jerome McCarthy 4 P’s:
1. Product: wat je aanbiedt om aan de behoeften van de klant te voldoen
2. Prijs: de waarde, afgestemd op vraag, concurrentie en positionering
3. Plaats: waar en hoe het product beschikbaar is voor de klant
4. Promotie: hoe je je product onder de aandacht brengt bij je doelgroep
5. Positionering: de unieke plek die je product inneemt in het hoofd van de
klant ten opzichte van concurrenten
3 R-en van Storm (Trompenaars & Coebergh) marketing theorieën:
1. Ruil: een organisatie bevordert het aantal transacties met de omgeving
door de juiste inzet van de marketingmix.
2. Relatie: klanten ruilen vaker geld, goederen en diensten met een
organisatie zodra er een sterke relatie is. Verleiding inzetten,
loyaliteitsprogramma’s of langetermijncontracten.
- Klanttevredenheid: afhankelijk van de beeldvorming en gewekte
verwachting
- Klantloyaliteit: invloed op omzet en winst
- Betrokkenheid van klanten: (customer engagement) stijgt in belang voor
organisaties
3. Reputatie: belangrijkere factor in de afweging om wel of niet met een
organisatie samen te werken. Reputatie is meer dan het imago (de
beeldvorming). Reputatie is ook het gedrag uit het verleden.
5 factoren volgorde belangrijke en bepalend:
1. Betrokkenheid: (met klanten en medewerkers)
2. Integriteit: (moreel kompas, ethisch bewustzijn,
verantwoordelijkheidsbesef)
3. Goede producten en diensten
4. Burgerschap: (MVO)
5. Voorbeeldige procesvoering: (leiderschap en financieel succes)
Hogeschool Leiden 2024 Week 1 T/M 8
H25 + H8 + H5 + H10 + H20 + H21 (plus leerdoelen!!)
Week 1
H25.1
Marketing: geld verdienen
Marketingcommunicatie: ondersteunt de marketingfunctie van
organisaties, opvallen (hier ben ik)
Vertaling marketingcommunicatie: klantverleiding
Communicatie: gericht op de beïnvloeding van kennis, houding en
gedrag
Propositie: een belofte maken
Positionering: een positie creëren in het hoofd van de klant
Merkgroei en kritiek (Sharp, 2010)
- Fysieke beschikbaarheid (gemak)
- Mentale beschikbaarheid (herkenning)
Marktpenetratie: je krijgt meer klanten van concurrenten
Loyaliteit: je wilt nieuwe klanten vasthouden, ze moeten altijd naar je
terug komen
Pay-off: activerende slogan 'redbull geeft je vleugels'
3 relatie modellen:
Kano model: klanttevredenheid, (basis- prestatie-wauw!) wc papier-
handdoeken-jacuzzi
Jones & Sasser: klantloyaliteit
Li & Solis: betrokkenheid
Transformationele communicatie (reclame): een gevoel
Informatieve communicatie (reclame): een product
Keuzes van professionals in marketingcommunicatie ten aanzien van:
1. Merkpositionering: de basis, een sterk merk met een
onderscheidende positionering.
2. Fase van het productleven: producten en diensten hebben een
levensloop, ze worden volwassen en vroeger of later verminderen ze in
kracht. Bij geboorte is er vaak nog het nodige onvolledig en is veel
steun nodig om te groeien. Een deel blijkt rijp voor de markt en groeit
verder.
3. Begeleiding van de klantreis: (herhaalde) aanschaf van een product of
dienst. Tijdens verschillende fases van deze reis het contact met het
merk te onderhouden.
, 4. Dosering van informatie / emotie: communicatie van
merkpositionering is informationeel (inhoudelijk) dan wel
transformationeel (met emotionele lading).
5. Communicatiemix van middelen en media: veel
communicatiemiddelen en media waarmee een organisatie kan
communiceren met consumenten. Elk middel en medium heeft eigen
voor-en nadelen.
H8.3
Concurrentie in ruil: marketingmix 4 P’s
Relaties met klanten: terugkerend
Reputatie van een organisatie: aantrekkelijk en word geaccepteerd
De marketingmix van Jerome McCarthy 4 P’s:
1. Product: wat je aanbiedt om aan de behoeften van de klant te voldoen
2. Prijs: de waarde, afgestemd op vraag, concurrentie en positionering
3. Plaats: waar en hoe het product beschikbaar is voor de klant
4. Promotie: hoe je je product onder de aandacht brengt bij je doelgroep
5. Positionering: de unieke plek die je product inneemt in het hoofd van de
klant ten opzichte van concurrenten
3 R-en van Storm (Trompenaars & Coebergh) marketing theorieën:
1. Ruil: een organisatie bevordert het aantal transacties met de omgeving
door de juiste inzet van de marketingmix.
2. Relatie: klanten ruilen vaker geld, goederen en diensten met een
organisatie zodra er een sterke relatie is. Verleiding inzetten,
loyaliteitsprogramma’s of langetermijncontracten.
- Klanttevredenheid: afhankelijk van de beeldvorming en gewekte
verwachting
- Klantloyaliteit: invloed op omzet en winst
- Betrokkenheid van klanten: (customer engagement) stijgt in belang voor
organisaties
3. Reputatie: belangrijkere factor in de afweging om wel of niet met een
organisatie samen te werken. Reputatie is meer dan het imago (de
beeldvorming). Reputatie is ook het gedrag uit het verleden.
5 factoren volgorde belangrijke en bepalend:
1. Betrokkenheid: (met klanten en medewerkers)
2. Integriteit: (moreel kompas, ethisch bewustzijn,
verantwoordelijkheidsbesef)
3. Goede producten en diensten
4. Burgerschap: (MVO)
5. Voorbeeldige procesvoering: (leiderschap en financieel succes)