MIAZ, Centraal zenuwstelsel
Hoofdstuk anatomie en fysiologie
Het zenuwstelsel is een orgaansysteem dat prikkels opvangt uit het inwendige en uitwendige milieu
via de zintuigen, deze informatie verwerkt en coördineert zodat het lichaam bewust en onbewust kan
reageren.
Het zenuwstelsel bestaat uit twee delen:
Centrale zenuwstelsel (CZS): omvat de hersenen en het ruggenmerg. Hier vindt verwerking
van informatie plaats en worden impulsen naar spieren gestuurd. Ook spelen de hersenen
een rol bij hogere functies zoals geheugen, emoties en intelligentie.
Perifere zenuwstelsel (PZS): vormt de verbinding tussen het CZS en de rest van het lichaam.
Het bestaat uit 12 paar hersenzenuwen en 30 paar ruggenmergzenuwen, die signalen
doorgeven tussen organen, spieren en het CZS.
Cerebrum
Het cerebrum (grote hersenen) is het grootste gedeelte van de hersenen. In het cerebrum worden
bewuste gedachten gevormd en verstandelijke functies uitgevoerd, zoals: denken, verstand,
geheugen, emoties, zelfbewustzijn en creativiteit. Het cerebrum bestaat uit twee helften, hemisferen,
die met elkaar in verbinding staan. De buitenste laag van het cerebrum is de hersenschors, cortex
cerebri.
Functie cerebrum:
Motorische aansturing en sensorische informatie
Elke hersenhelft is via motorische en sensorische banen verbonden met de
tegenoverliggende zijde van het lichaam.
De rechterhersenhelft stuurt de linkerzijde aan en de linkerhersenhelft stuurt de rechterzijde
aan.
Hersenschors
In de hersenschors is er een motorisch en sensorisch deel. In de hersenschors wordt informatie uit de
rest van het lichaam ontvangen, geanalyseerd en geïnterpreteerd. Vervolgens wordt deze
geïnterpreteerde informatie omgezet in gedachten of aansturingen van het lichaam.
Motorische schors (3) Deze bevindt zich in de
frontaalkwab. Neuronen in dit gebied wekken
willekeurige bewegingen op door aansturing
van neuronen in de hersenstam en het
ruggenmerg.
Sensorische schors (1) Deze bevindt zich in de
pariëtaalkwab. Neuronen in dit gebied
ontvangen informatie van pijn-, druk-, tast- en
temperatuurzintuigen.
,Hersenkwabben
Pariëtaalkwab (2) De pariëtaalkwab is verantwoordelijk voor de motoriek, de sensibiliteit, en het
ruimtelijke inzicht.
Gevolg van een laesie in de pariëtaalkwab: hemiparese contralateraal, apraxie,
sensibiliteitsstoornissen contralateraal en stoornissen in
het ruimtelijk inzicht (ook links-rechts).
Frontaalkwab (4) De frontaalkwab is verantwoordelijk
voor het denkvermogen, het initiatief, het blikcentrum en
sommige primaire functies. Het centrum van Broca is
gelokaliseerd in de dominante hemisfeer.
Gevolg van een laesie in de frontaalkwab: initiatiefverlies,
ontremming, gedragsstoornissen en in de dominante
hemisfeer een onvermogen tot spraak.
Occipitaalkwab (5) De occipitaalkwab is verantwoordelijk
voor de visuele waarneming.
Het gevolg van een laesie in de occipitaalkwab: eenzijdige
contralaterale gezichtsvelduitval, visuele hallucinaties en soms het niet kunnen herkennen van
gezichten.
Temporaalkwab (6) De temporaalkwab is verantwoordelijk voor de concentratie, het geheugen en
taalbegrip. In de dominante hemisfeer ligt het taalbegripcentrum van Wernicke.
Het gevolg van een laesie in de temporaalkwab: denk- en concentratiestoornissen en in de dominante
hemisfeer sensorische afasie.
Centrum van broca en wernicke
Het centrum van Broca (1)
Het centrum van Broca wordt ook het spraakcentrum van
Broca genoemd. Het zorgt voor de spraak en de mogelijkheid
om in stilte tegen jezelf te praten.
Een laesie veroorzaakt afasie, ook wel motorische afasie
genoemd. Er is sprake van een motorisch probleem, de spraak
is vaak stoterig.
Het centrum van Wernicke (2)
Het centrum van Wernicke wordt ook het sensorisch
spraakcentrum genoemd. Het is verantwoordelijk voor het
begrijpen van taal.
Een laesie kan dyslexie en een sensorische afasie veroorzaken.
Sensorische afasie betekent dat er een verstoord taalbegrip is.
,Diencephalon (tussenhersenen)
Het diencephalon ligt tussen de grote hersenen en de hersenstam en
bestaat uit de thalamus en hypothalamus.
Het achterste deel bevat de epifyse (pijnappelklier), die het hormoon
melatonine afscheidt.
Het diencephalon zorgt voor de filtering van binnenkomende signalen,
de regeling van bewegingen en de homeostase.
Een laesie kan leiden tot verlamming, pijnsyndromen, tremoren en
verstoring van temperatuurregeling en andere primaire functies.
Mesencephalon (middenhersenen)
De sensorische kernen van het mesencephalon verwerken visuele en
auditieve informatie en zorgen voor reflexen zoals het sluiten van de
ogen bij fel licht.
Een belangrijke structuur hier is de reticulaire formatie, waarin het
reticulaire activerende systeem (RAS) ligt, dat een rol speelt bij het
bewustzijn.
Als het RAS niet actief is, is er sprake van een verlaagd bewustzijn.
Ook bevindt zich hier de substantia nigra, die betrokken is bij de
productie van dopamine en het initiëren van bewegingen.
Pons
De pons verbindt het cerebellum (kleine hersenen) met het diencephalon, mesencephalon, cerebrum
en ruggenmerg.
In de pons liggen sensorische en motorische kernen van vier hersenzenuwen.
Daarnaast speelt de pons een rol bij de regulering van de ademhaling.
Cerebellum (kleine hersenen)
Het cerebellum ligt in de achterste schedelgroeve.
Het zorgt voor aanpassing van houdingsspieren en het behouden van
evenwicht.
Daarnaast regelt het de coördinatie, nauwkeurigheid en timing van
bewegingen.
Een laesie kan leiden tot nystagmus (oogtrillingen), dronkemansgang, ataxie
(onhandige bewegingen) en dysartrie (spraakstoornis).
Medulla oblongata (verlengde merg) (1)
De medulla oblongata is het gedeelte van de hersenen dat de hersenstam verbindt met het
ruggenmerg.
Het bevat veel sensorische en motorische kernen die als schakelstation fungeren tussen de
hersenen en het ruggenmerg.
Hier kruisen de zenuwbanen, waardoor de rechter hersenhelft informatie verwerkt van de
linker lichaamshelft en omgekeerd.
, Andere functies:
Het reticulaire systeem binnen de medulla reguleert vitale autonome functies, zoals de ademhaling
en hartslag.
Het ontvangt signalen van hersenzenuwen, hersenschors en hersenstam en stuurt de activiteit van
hart en bloedvaten aan.
Het hartregulatiecentrum past de contractiekracht, hartslag en bloedstroom aan.
Het ademhalingscentrum bepaalt het standaardritme van de ademhaling en werkt samen
met het centrum in de pons.
Ruggenmerg
Het ruggenmerg wordt beschermd door de wervelkolom. De
wervelkolom bestaat uit wervels die door tussenwervelschijven en
gewrichten met elkaar verbonden zijn.
7 cervicale wervels (C1 t/m C7)
12 thoracale wervels (T1 t/m T12)
5 lumbale wervels (L1 t/m L5)
5 sacrale wervels (S1 t/m S5) die samengegroeid zijn tot het
os sacrum
Een wervel bestaat uit het wervellichaam (3), de wervelboog (4) en
aan de achterzijde het doornuitsteeksel (5).
Het ruggenmerg bevat, net als de hersenen, grijze (1) en witte (2)
stof, alleen is de locatie precies andersom;
de grijze stof wordt hier omringd door witte stof.
Het wervelkanaal is niet helemaal gevuld met ruggenmerg; dit loopt
namelijk door tot het niveau van L1/L2.
Ter hoogte van L1/L2 verlaten een groot aantal zenuwen de wervelkolom en vormen een bundel als
een paardenstaart, de cauda equina.
In het ruggenmerg zijn de zenuwen gerangschikt in banen (verticaal).
Een voorbeeld hiervan is de piramidebaan, die verantwoordelijk is voor het voortgeleiden van
motorische opdrachten.
Hersenvliezen
Om de hersenen te beschermen, zijn deze omgeven door een aantal hersenvliezen (meningen).
Van buiten naar binnen zijn dit de dura mater, het arachnoïdea en de pia mater.
Deze vliezen zijn ook aanwezig in het ruggenmerg.
Hoofdstuk anatomie en fysiologie
Het zenuwstelsel is een orgaansysteem dat prikkels opvangt uit het inwendige en uitwendige milieu
via de zintuigen, deze informatie verwerkt en coördineert zodat het lichaam bewust en onbewust kan
reageren.
Het zenuwstelsel bestaat uit twee delen:
Centrale zenuwstelsel (CZS): omvat de hersenen en het ruggenmerg. Hier vindt verwerking
van informatie plaats en worden impulsen naar spieren gestuurd. Ook spelen de hersenen
een rol bij hogere functies zoals geheugen, emoties en intelligentie.
Perifere zenuwstelsel (PZS): vormt de verbinding tussen het CZS en de rest van het lichaam.
Het bestaat uit 12 paar hersenzenuwen en 30 paar ruggenmergzenuwen, die signalen
doorgeven tussen organen, spieren en het CZS.
Cerebrum
Het cerebrum (grote hersenen) is het grootste gedeelte van de hersenen. In het cerebrum worden
bewuste gedachten gevormd en verstandelijke functies uitgevoerd, zoals: denken, verstand,
geheugen, emoties, zelfbewustzijn en creativiteit. Het cerebrum bestaat uit twee helften, hemisferen,
die met elkaar in verbinding staan. De buitenste laag van het cerebrum is de hersenschors, cortex
cerebri.
Functie cerebrum:
Motorische aansturing en sensorische informatie
Elke hersenhelft is via motorische en sensorische banen verbonden met de
tegenoverliggende zijde van het lichaam.
De rechterhersenhelft stuurt de linkerzijde aan en de linkerhersenhelft stuurt de rechterzijde
aan.
Hersenschors
In de hersenschors is er een motorisch en sensorisch deel. In de hersenschors wordt informatie uit de
rest van het lichaam ontvangen, geanalyseerd en geïnterpreteerd. Vervolgens wordt deze
geïnterpreteerde informatie omgezet in gedachten of aansturingen van het lichaam.
Motorische schors (3) Deze bevindt zich in de
frontaalkwab. Neuronen in dit gebied wekken
willekeurige bewegingen op door aansturing
van neuronen in de hersenstam en het
ruggenmerg.
Sensorische schors (1) Deze bevindt zich in de
pariëtaalkwab. Neuronen in dit gebied
ontvangen informatie van pijn-, druk-, tast- en
temperatuurzintuigen.
,Hersenkwabben
Pariëtaalkwab (2) De pariëtaalkwab is verantwoordelijk voor de motoriek, de sensibiliteit, en het
ruimtelijke inzicht.
Gevolg van een laesie in de pariëtaalkwab: hemiparese contralateraal, apraxie,
sensibiliteitsstoornissen contralateraal en stoornissen in
het ruimtelijk inzicht (ook links-rechts).
Frontaalkwab (4) De frontaalkwab is verantwoordelijk
voor het denkvermogen, het initiatief, het blikcentrum en
sommige primaire functies. Het centrum van Broca is
gelokaliseerd in de dominante hemisfeer.
Gevolg van een laesie in de frontaalkwab: initiatiefverlies,
ontremming, gedragsstoornissen en in de dominante
hemisfeer een onvermogen tot spraak.
Occipitaalkwab (5) De occipitaalkwab is verantwoordelijk
voor de visuele waarneming.
Het gevolg van een laesie in de occipitaalkwab: eenzijdige
contralaterale gezichtsvelduitval, visuele hallucinaties en soms het niet kunnen herkennen van
gezichten.
Temporaalkwab (6) De temporaalkwab is verantwoordelijk voor de concentratie, het geheugen en
taalbegrip. In de dominante hemisfeer ligt het taalbegripcentrum van Wernicke.
Het gevolg van een laesie in de temporaalkwab: denk- en concentratiestoornissen en in de dominante
hemisfeer sensorische afasie.
Centrum van broca en wernicke
Het centrum van Broca (1)
Het centrum van Broca wordt ook het spraakcentrum van
Broca genoemd. Het zorgt voor de spraak en de mogelijkheid
om in stilte tegen jezelf te praten.
Een laesie veroorzaakt afasie, ook wel motorische afasie
genoemd. Er is sprake van een motorisch probleem, de spraak
is vaak stoterig.
Het centrum van Wernicke (2)
Het centrum van Wernicke wordt ook het sensorisch
spraakcentrum genoemd. Het is verantwoordelijk voor het
begrijpen van taal.
Een laesie kan dyslexie en een sensorische afasie veroorzaken.
Sensorische afasie betekent dat er een verstoord taalbegrip is.
,Diencephalon (tussenhersenen)
Het diencephalon ligt tussen de grote hersenen en de hersenstam en
bestaat uit de thalamus en hypothalamus.
Het achterste deel bevat de epifyse (pijnappelklier), die het hormoon
melatonine afscheidt.
Het diencephalon zorgt voor de filtering van binnenkomende signalen,
de regeling van bewegingen en de homeostase.
Een laesie kan leiden tot verlamming, pijnsyndromen, tremoren en
verstoring van temperatuurregeling en andere primaire functies.
Mesencephalon (middenhersenen)
De sensorische kernen van het mesencephalon verwerken visuele en
auditieve informatie en zorgen voor reflexen zoals het sluiten van de
ogen bij fel licht.
Een belangrijke structuur hier is de reticulaire formatie, waarin het
reticulaire activerende systeem (RAS) ligt, dat een rol speelt bij het
bewustzijn.
Als het RAS niet actief is, is er sprake van een verlaagd bewustzijn.
Ook bevindt zich hier de substantia nigra, die betrokken is bij de
productie van dopamine en het initiëren van bewegingen.
Pons
De pons verbindt het cerebellum (kleine hersenen) met het diencephalon, mesencephalon, cerebrum
en ruggenmerg.
In de pons liggen sensorische en motorische kernen van vier hersenzenuwen.
Daarnaast speelt de pons een rol bij de regulering van de ademhaling.
Cerebellum (kleine hersenen)
Het cerebellum ligt in de achterste schedelgroeve.
Het zorgt voor aanpassing van houdingsspieren en het behouden van
evenwicht.
Daarnaast regelt het de coördinatie, nauwkeurigheid en timing van
bewegingen.
Een laesie kan leiden tot nystagmus (oogtrillingen), dronkemansgang, ataxie
(onhandige bewegingen) en dysartrie (spraakstoornis).
Medulla oblongata (verlengde merg) (1)
De medulla oblongata is het gedeelte van de hersenen dat de hersenstam verbindt met het
ruggenmerg.
Het bevat veel sensorische en motorische kernen die als schakelstation fungeren tussen de
hersenen en het ruggenmerg.
Hier kruisen de zenuwbanen, waardoor de rechter hersenhelft informatie verwerkt van de
linker lichaamshelft en omgekeerd.
, Andere functies:
Het reticulaire systeem binnen de medulla reguleert vitale autonome functies, zoals de ademhaling
en hartslag.
Het ontvangt signalen van hersenzenuwen, hersenschors en hersenstam en stuurt de activiteit van
hart en bloedvaten aan.
Het hartregulatiecentrum past de contractiekracht, hartslag en bloedstroom aan.
Het ademhalingscentrum bepaalt het standaardritme van de ademhaling en werkt samen
met het centrum in de pons.
Ruggenmerg
Het ruggenmerg wordt beschermd door de wervelkolom. De
wervelkolom bestaat uit wervels die door tussenwervelschijven en
gewrichten met elkaar verbonden zijn.
7 cervicale wervels (C1 t/m C7)
12 thoracale wervels (T1 t/m T12)
5 lumbale wervels (L1 t/m L5)
5 sacrale wervels (S1 t/m S5) die samengegroeid zijn tot het
os sacrum
Een wervel bestaat uit het wervellichaam (3), de wervelboog (4) en
aan de achterzijde het doornuitsteeksel (5).
Het ruggenmerg bevat, net als de hersenen, grijze (1) en witte (2)
stof, alleen is de locatie precies andersom;
de grijze stof wordt hier omringd door witte stof.
Het wervelkanaal is niet helemaal gevuld met ruggenmerg; dit loopt
namelijk door tot het niveau van L1/L2.
Ter hoogte van L1/L2 verlaten een groot aantal zenuwen de wervelkolom en vormen een bundel als
een paardenstaart, de cauda equina.
In het ruggenmerg zijn de zenuwen gerangschikt in banen (verticaal).
Een voorbeeld hiervan is de piramidebaan, die verantwoordelijk is voor het voortgeleiden van
motorische opdrachten.
Hersenvliezen
Om de hersenen te beschermen, zijn deze omgeven door een aantal hersenvliezen (meningen).
Van buiten naar binnen zijn dit de dura mater, het arachnoïdea en de pia mater.
Deze vliezen zijn ook aanwezig in het ruggenmerg.