gevoeligheid
1 Inleiding
Sensomobiliteit = proces dat in het zenuwstelsel plaatsheeft en dat de normale bewegingen van de
spieren leidt.
Bewegen is reageren op sensorisch ‘feedback’- en ‘feedforward’-mechanismen. Bij sensorische uitval
is dus ook de motoriek verstoord. Dit is vnl. duidelijk bij proprioceptie.
2 Enkele basisconcepten
2.1 Functionele anatomische basis
Sensibele neuronen van een bepaalde dorsale wortel komen van een bepaald dermatoom. De
axonen die in het ruggenmerg komen, geven ascenderende en descenderende zijtakken af die een
segment hoger en lager via de fasiculus van Lissauer verlopen deze overlap dient als
beschermingsmechanisme zodat er bij problemen aan de wortel de andere niveaus het overnemen.
2.2 Ruggenmerg
= lange cilindervormige structuur die van het foramen magnum tot de 2 e lumbale wervel reikt. De
perifere bezenuwing is verbonden met het centraal zenuwstelsel d.m.v. 31 paar wortels.
Op dwarsdoorsnede ziet men:
Centraal de grijze stof
o Bestaat vnl. uit cellichamen
o 2 dorsale en 2 ventrale hoorns
Witte stof eromheen
o Bestaat uit gemyeliniseerde axonen.
o Onderverdeeld in dorsaal, lateraal en ventraal hierin lopen de stijgende
(sensorische) en dalende (motorische banen)
Een groep axonen = bundel (baan) of fasiculus, lemniscus of funiculus.
1
, 2.3 Ascenderende banen
sensibele functie
Belangrijkste banen: spinothlamische baan, het dorsale en het spinocerebellaire systeem
2.3.1 Spinothalamische baan
Het perifere sensibele neuron maakt contact met de pijn- en temperatuurreceptoren. Het
cellichaam ligt in de spinale ganglia. Het 2 e neuron ligt in het dorsale deel van de achterhoorn. De
axonen voor pijn- en temperatuur kruisen over 2 segmenten naar de tractus spinothalmicus lateralis
in de zijstreng en de tractus spinothalamicus anterior in de voorstreng.
Een laesie van de spinothlamische baan verlies pijn- en temperatuurzin contralateraal 1 of 2
segmenten onder de laesie.
Er is een vaste schikking waarbij het been vnl. in het laterale deel en de arm vnl. in het mediale deel
van de baan gelokaliseerd zijn. Thv de medulla oblongata verenigen de banen terug. Veel vezels
eindigen thv de formatio reticularis. Het 2e neuron eindigt in de thalamus. Het 3 e neuron gaan naar
verschillende gebieden in de gyrus postcentralis van de pariëtale kwab, waar het lichaam omgekeerd
geprojecteerd is in de homunculus.
De spinothalamische baan is ook de geleidingsbaan voor druk en eenvoudige aanraking.
Wanneer de axonen het ruggenmerg binnenkomen bifurceren ze. 1 tak gaat naar het 2e neuron en
kruist naar de tractus spinothalamicus anterior. De andere stijgt homolateraal in de achterstreng en
maakt synaps met het 2e neuron bij een unilateraal letsel thv de tractus spinothalamicus anterior
is er niet noodzakelijk uitval van druk- en ruwe tastzin doordat de lange stijgende tak van het 1 e
neuron (niet-aangetaste zijde) stijgt tot boven het letsel en kruist.
Bij een letsel thv sensorische cortex, capsula interna of thalamus vallen perceptie van druk en ruwe
tastzin uit contralateraal.
Pijn en temperatuur Druk en ruwe tast
2.3.2 Dorsaal systeem
geleiden gnostische of epikritische sensibiliteit. Drie sensaties:
2