Diagnostisch proces: staat centraal binnen de hulpverlening
Normatieve modellen en procedures:
Regulatieve cyclus door Tak et al. (2014)
Diagnostische cyclus volgens de Bruyn en
Ruijssenaars (2003): HGD
Hulpverleningscyclus volgens van Leeuwen en
Geeraets (2022) (zie afbeelding)
Modellen en procedures geven inzicht in het redeneerproces (transparant voor anderen) en
voorkomt bias. NVO-richtlijnen zijn een compromis van verschillende modellen.
(maar alleen gebruiken bij complexe diagnostiek, met combinaties van vraagstellingen!)
Verschillende diagnostische vraagstellingen:
1. Beschrijvend – wat is er aan de hand?
2. Verklarend – waarom is dit aan de hand?
3. a. Indicerend (in enge zin) – welke van deze behandelingen is het meest geschikt
b. Indicerend (in ruime zin) – hoe kunnen deze problemen worden aangepakt?
4. Evaluatief – heeft de aanpak het gewenste effect gehad?
NVO-richtlijnen vs HGD
.
Uitgangspunten NVO (inhoudelijke richtlijnen) HGD
sluiten erg op 1. Dialogisch 1. Doelgericht
2. Systematisch en transactioneel 2. Gericht op behoeften kind en opvoeders
elkaar aan
3. Veranderingsgericht 3. Transactioneel referentiekader
4. Gericht op samenwerking met school, ouders en kind
5. Aandacht voor beschermende factoren
6. Systematisch en transparant
Verschillen tussen NVO richtlijnen en HGD:
NVO-richtlijnen Handelingsgerichtde Diagnostiek (HGD)
= Vorm van (redeneren bij) diagnostisch proces = Inhoud van het diagnostisch proces
Omvat diagnostiek én behandeling Omvat diagnostiek
Is een opleidingsmodel Is een praktijkmodel
Gaat ervan uit dat onderzoek altijd plaatsvindt Gaat er niet vanuit dat onderzoek (altijd) plaatsvindt
Vooral gericht op verklaringsgerichte en Onderscheid meer typen hypothesen; richt zich ook op
veranderingsgerichte hypothesen beschrijvende en adviserende hypothesen
X Uitgewerkt voor verschillende contexten: jeugdzorg (oranje boek)
en onderwijs (fragmenten)
Verder is een verschil dat HGD ook de Fasen NVO versus HGD
adviesfase beschrijft; in dit vak wordt NVO HGD
1. Vraagstelling en klachtanalyse 1. Intakefase
er gericht op NVO richtlijnen 1 t/m 5.
2. Probleemanalyse
(wat overeenkomt met HGD 1 t/m 4). 2. Strategiefase
3. Diagnostisch perspectief
4. Toetsing 3. Onderzoeksfase
4. Integratie- en aanbevelingsfase
5. Diagnostische conclusie
5. Adviesfase- (en evaluatiefase)
, De intakefase (HGD fase 1)
Sluit aan bij ‘Vraagstelling en klachtanalyse’ (NVO-fase 1)
1. Reden van aanmelding, wensen, hulpvragen en verwachtingen van cliënten
2. Klachten (zorgen, ervaren problemen) en positieve aspecten
a. En aansluitend: gedragingen waarmee klachten en positieve aspecten te objectiveren
zijn
3. Attributies van kind, ouders en school
4. Eerder genomen maatregelen en effecten
5. Doelen en gewenste oplossingen
6. Aspecten van de onderwijsleer- en opvoedingssituatie
7. Inschatten van de veiligheid geen bijzonderheden? Dan niet uitgebreid bespreken
8. Afstemming tussen diagnosticus en cliënt: diagnostische vraagstellingen en werkafspraken
Van intake- naar strategiefase
Klachtanalyse = cliënt
Probleemanalyse = professional
De strategiefase (HGD fase 2)
Onderverdeeld in de ‘Probleemanalyse’ en het ‘diagnostisch perspectief’ ( NVO-fase 2+3)
Probleemanalyse (NVO fase 2):
De probleemanalyse is onder te verdelen in vier stappen:
Stap 1: Beschrijven en inventariseren van probleemgedragingen van het kind in objectieve termen:
Geobjectiveerde informatie uit het intakegesprek
Geobjectiveerde informatie uit gestandaardiseerde instrumenten (zoals LVS,
screeningsvragenlijsten zoals CBCL/TRF/YSR)
+ daarnaast aandacht geven aan geobjectiveerde positieve factoren en risicofactoren van
opvoedings- en onderwijsleersituatie
+ Eindigen met kort chronologisch overzicht (anamnese)
Stap 2: Ordenen van probleemgedrag en benoemen van clusters:
Indien mogelijk classificeren het toewijzen van individueel probleemgedrag aan vooraf
gegeven categorieën:
o Klinisch/psychiatrisch systeem (categoriaal): bijv. DSM 5
o Empirisch/statistisch systeem (dimensioneel): bijv. CBCL/TRF (ASEBA)
Diagnosticus kan ook een ander systeem van clustering kiezen of zelf ontwikkelen:
o Wij gaan uit van
systeem van Pameijer Clustering gedragingen kind:
& Draaisma/Pameijer 1. Schoolse vaardigheden
2. Werkhouding a. Taakgedrag
& van Beukering b. Schooltaakgerichte competentiebeleving
(2015): c. Aandacht
.
3. Cognitief a. Intelligentie
Classificaties van lijsten als functioneren b. Executieve functies
CBCL/TRF zijn hierin te integreren 4. Sociaal-emotioneel a. Gedragsmatig functioneren
Bij ieder cluster probleemgedrag, functioneren b. Emotioneel functioneren
positieve gedragingen én ernsttaxatie! c. Sociaal functioneren
(Zie stap 3) 5. Lichamelijk (fysiek) functioneren