Anatomie A onderste extremiteiten
* eerste anatomie les werden gegeven door Dokter Nicolaes Tulp. Hoge uitzonderingen kregen les
van hem door o.a. het geloof.
Anatomie in werkveld leefstijlprofessional:
Stretchen tijdens warming up
Training van spieren
Bewegingsanalyse 1 en 2
Adviezen werkhouding
Analyseren motorische ontwikkeling
Begrip blessures
a. = arteria (slagader)
aa. = arteriae (slagaderen)
v. = vena (ader)
vv. = venae (aderen)
n. = nervus (zenuw)
nn. = nervi (zenuwen)
m. = musculus (spier)
mm. = musculi (spieren)
lig. = ligamentum (band)
ligg. ligamenta (banden)
art. = articulatio (gewricht)
Richting aanduidingen:
Anterior- Posterior = voor- achter
Caudaal- Craniaal = stuitwaarts- meer naar schedel
Dexter- Sinister = rechts- links
Distaal- Proximaal = verder van de romp- meer naar ledematen van de romp
Ulnair- Radiaal = naar de ellepijp- naar het spaakbeen
Ventraal = rugwaarts- buikwaarts
Dorsaal Palmair = naar handrug- naar palm toe
Plantair = van voetzool af- naar voetzool toe
Inferior- Superior = naar beneden- naar boven
Lateraal- Mediaal = buitenkant- binnenkant
Profundes- Superficialis = naar inwendig- naar het oppervlak
,Gewrichten:
5 typen gewrichtsverbindingen:
1. scharniergewricht
2. draai of rolgewricht F B
3. eigewricht
4. zadelgewricht
5. kogelgewricht of nootgewricht
één assig:
- scharnier (A) C
- draai (B)
- rol (C)
twee assig:
- ei (D) (zit ook in de pols) E
- zadel (E)
drie assig:
- Kogel (F) A
De gewrichtsvorm bepaald dus in hoeveel
vlakken bewogen kan worden! Die bewegingen
worden beschreven aan de hand van
anatomische houding!
, Botten en gewrichten
* Het menselijk lichaam bevat 206 verschillende botten.
* Dit is 17% van het totale lichaamsgewicht.
* Werken als hefboom voor spieren.
* Vast of beweeglijk verbonden: synarthrosen en diarthrosen.
1. Synarthrosen: vaste verbinding botstukken door materiaal dat vrijwel geen beweging toelaat.
- Syndesmosis (bandverbinding) Scheen- en kuitbeen
- Synchondrosis (kraakbeenverbinding) Schaambeen
- Synostosis (botverbinding) Heiligbeen
2. Diarthrosen: beweeglijke verbinding botstukken met een
gewrichtsspleet gevuld met synovia.
- kraakbeen op uiteinde botten diarthrose
- kapsel om beide botstukken
Vlakken en assen:
Sagittaal vlak (blauw): in dit vlak
kun je bewegen door een
transversale as.
Transversaal vlak (geel): in dit vlak
kun je bewegen door een
longitudinale as.
Frontaal vlak (rood): In dit vlak kun
je bewegen door een
sagittale as.
* eerste anatomie les werden gegeven door Dokter Nicolaes Tulp. Hoge uitzonderingen kregen les
van hem door o.a. het geloof.
Anatomie in werkveld leefstijlprofessional:
Stretchen tijdens warming up
Training van spieren
Bewegingsanalyse 1 en 2
Adviezen werkhouding
Analyseren motorische ontwikkeling
Begrip blessures
a. = arteria (slagader)
aa. = arteriae (slagaderen)
v. = vena (ader)
vv. = venae (aderen)
n. = nervus (zenuw)
nn. = nervi (zenuwen)
m. = musculus (spier)
mm. = musculi (spieren)
lig. = ligamentum (band)
ligg. ligamenta (banden)
art. = articulatio (gewricht)
Richting aanduidingen:
Anterior- Posterior = voor- achter
Caudaal- Craniaal = stuitwaarts- meer naar schedel
Dexter- Sinister = rechts- links
Distaal- Proximaal = verder van de romp- meer naar ledematen van de romp
Ulnair- Radiaal = naar de ellepijp- naar het spaakbeen
Ventraal = rugwaarts- buikwaarts
Dorsaal Palmair = naar handrug- naar palm toe
Plantair = van voetzool af- naar voetzool toe
Inferior- Superior = naar beneden- naar boven
Lateraal- Mediaal = buitenkant- binnenkant
Profundes- Superficialis = naar inwendig- naar het oppervlak
,Gewrichten:
5 typen gewrichtsverbindingen:
1. scharniergewricht
2. draai of rolgewricht F B
3. eigewricht
4. zadelgewricht
5. kogelgewricht of nootgewricht
één assig:
- scharnier (A) C
- draai (B)
- rol (C)
twee assig:
- ei (D) (zit ook in de pols) E
- zadel (E)
drie assig:
- Kogel (F) A
De gewrichtsvorm bepaald dus in hoeveel
vlakken bewogen kan worden! Die bewegingen
worden beschreven aan de hand van
anatomische houding!
, Botten en gewrichten
* Het menselijk lichaam bevat 206 verschillende botten.
* Dit is 17% van het totale lichaamsgewicht.
* Werken als hefboom voor spieren.
* Vast of beweeglijk verbonden: synarthrosen en diarthrosen.
1. Synarthrosen: vaste verbinding botstukken door materiaal dat vrijwel geen beweging toelaat.
- Syndesmosis (bandverbinding) Scheen- en kuitbeen
- Synchondrosis (kraakbeenverbinding) Schaambeen
- Synostosis (botverbinding) Heiligbeen
2. Diarthrosen: beweeglijke verbinding botstukken met een
gewrichtsspleet gevuld met synovia.
- kraakbeen op uiteinde botten diarthrose
- kapsel om beide botstukken
Vlakken en assen:
Sagittaal vlak (blauw): in dit vlak
kun je bewegen door een
transversale as.
Transversaal vlak (geel): in dit vlak
kun je bewegen door een
longitudinale as.
Frontaal vlak (rood): In dit vlak kun
je bewegen door een
sagittale as.