Zorgverlener 1: Methodieken
1. Verzamelen/ structuren van gegevens
Klinisch redeneren -> kern verpleegkundig handelen
HOE?
- Info verzamelen-> info interpreteren, analyseren, verbanden zoeken -> interventies
plannen ->uitkomst evalueren en daarna hieruit leren
Wrm?
- Veiligheid patiënt + kwaliteit zorg
Klinisch redeneren cruciale basisvaardigheden!
- Observeren (continu alert en waakzaam – observatie= hele visie -> toestand, omgeving
context)
- Analyseren - probleeminzicht (wat gaat goed, wat niet, wat moeten we bereiken welke
interventies?)
- Communiceren – klinisch leiderschap = communiceren met andere zorgverleners –
proactief meedenken over mogelijke interventies – SBARR methode
1.1. Verpleegkundig proces
1) Informatie verzameling -
2) Vaststellen probleem – verpleegkundige diagnoses
o Zorgplan: PES – probleem, ethologie, symptomen
3) Formuleren doelen – doelstellingen/ resultaten
4) Uitvoeren interventies – verpleegkundige interventies
5) Evaluatie * - evaluatie van zorgresultaten
o PESDIE – probleem, ethologie, symptomen, diagnose, interventies en evaluatie
1.2. Informatieverzameling of Anamnese
o Doel? Totaalbeeld, wat vindt patiënt belangrijk,
o Hoe? Kijk naar alle factoren die er toe doen.
o Wanneer? Bij opnamen elk moment
1.2.1. Verschil verpleegkundige anamnese en medische anamnese
o Verpleegkundige: zorgbehoeften centraal – medische gegevens opleveren maar niet
doel
o Vb. zelfzorg tekort, te weinig sociaal contact.*
o Medische: ziekteprocessen en ziekteleer vb. longfibrose
1.2.2. Soorten verpleegkundige anamnese
Initiële : alles noteren – zorgbehoeften?- problemen? – wat kan de patiënt WEL?
,Hetero-anamnese: ondervragen personen dicht bij patiënt
o Wrm? * extra gegevens – bevestiging – is het normaal gedrag?
Vervolg-anamnese: extra info nodig
Specifieke anamnese: specifieke info verzamelen, doelgericht
LET OP! Bij de initiële anamnese draait het natuurlijk vooral om de patiënt maar het kan fijn zijn
om ook wat info te geven over de zorginstelling, andere bekomende info over de behandeling om
steun te bieden.
1.2.3. Anamnese: benaderingen
Afhankelijk van situatie
Directief; gesloten vragen, vragenlijst
Non-directief: meer open vragen, meer ruimte om te zeggen wat die wilt
o Waar? Zorgcentra langer verblijf
o Wrm? Goed gevoel Patiënt
Objectief: observatie zorgvrager – metingen – Feiten
- Dus let op: pijn is subjectief maar als we het meten via VAS schaal wordt dit objectief
Subjectief: niet observeerbaar – niet meetbaar – mening, gedachten, belevingen
o Pijn is subjectief, valt te objectiveren ( vas schaal)
Primair: Zorgvrager zelf – subjectief OF objectief
Secundair: anderen (naasten, andere zv) – subjectief of objectief
1.2.4. Onderdelen verpleegkundige anamnese
o Observatie : Kijken – voelen – ruiken – horen
o Belangrijk gedeelte is lichaamstaal*
o Metingen: Klinimetrie, score systeem
o Klinimetrie = objectieve metingen die je getalsmatig kunt waarderen – bewustzijn,
pols, saturatie, diurese
o Score systeem = objectieve manier bepalen hoe ernstig de situatie is = MEWS,
Nortonschaal
o Anamnesegesprek
o Bijkomend onderzoek
= INTERPRETATIE
o Interpretatie op objectieve observaties
, ▪ Wond is groen, pus, vocht = observeert werkelijke zaken en
interpreteert = infectie
o Interpretatie op subjectieve observaties
▪ Gebaseerd op eigen oordeel, gevoel, veronderstelling
Structureren van gegevens
o Systematische structureren: PAN – ABCDE methode – ICF model –
gezondheidspatronen van Gorden
o Welke? Afhankelijk : instelling – voorkeur – welke setting – aard situatie
1) Pan – Pro active nursing*
o Doel? Snel herkennen problemen, vroegtijdig handelen
o Wnr? Acute setting, bij identificatie gezondheidsrisico’s patiënt, preventief VK handelen
o Wat? Werken met klinisch redeneren
o Hoe? – via de beroepsvaardigheden van het klinisch redeneren
▪ Observeren (klinische blik) -> opmerken van veranderingen, analyse toestand,
constante observatie
▪ Analyseren (probleeminzicht): kijken wat goed verloopt, wat mogelijke risico’s
zijn
▪ Communiceren (klinisch leiderschap) – bevindingen communiceren SBAR
2) ABCDE-model
o Doel?
o Wanneer? Levensbedreigende problemen, spoed
o Wat? Geen uitgebreide anamnese wel:
o A -> airway – luchtweg vrij?
o B -> Breathing – ademhalingspatroon?
o C-> circulatie – huidskleur, bloeddruk, pols
o D->dissability - bewustzijn, reacties?
o E->exposure – huidafwijkingen verwondingen
▪ Op volgorde van belang!
3) Icf-Model – international classification of functioning disability and Health
o Wat? Holistisch model
o Hoe? Vier componenten:
o Lichaamsfuncties en structuren – fysieke en mentale
o Activiteiten – wat kan de persoon wel/niet
o Participatie – deelname maatschappij, werk, sociaal contact, hobby
o Contextfactoren – omgevingsfactoren (ondersteuning, barrière) en individuele
factoren (motivatie, opleiding leeftijd)
o Wrm?
o Functioneren van ZV breed en systematisch beoordelen
o Zorg en hersteldoelen formuleren – interdisciplinair kunnen samenwerken
o Impact ziekte inzichtelijk maken – zorgplan op maat
4) Patronen van Gorden
, o Wat? 11 gezondheidspatronen
o Doel?: integraal (lichamelijk, psychisch, sociaal, spiritueel) gestructureerd beeld van
zorgvrager krijgen
o Wanneer? Verpleegkundig anamnese, opname/ start zorg – opstellen zorgplan –
Didactische setting
o Extra: altijd verbanden tussen patronen + Ook zoals ICF Holonistisch visie
STAAT IN CARPENDITO BLZ. 784
1.3. Verpleegkundige diagnoses
Verpleegkundige diagnose -> GEEN medische diagnose
Voordelen VK en Patiënt:
o Zorg individu afstemmen – bevorderen autonomie VK – communicatie tussen VK en
zorgverleners
Medische diagnose Verpleegkundige diagnose:
o Ziekteprocessen - zorgbehoeften centraal
o Ziekteleer
- medische gegevens opleveren maar niet het doel
o Gezondheidsproblemen
- menselijke reactie op gezondheidsproblemen
*oplossing casus
Verpleegkundige diagnose via: PES model
o P => probleem
o E=> etiologie (oorzaak van het probleem) –
➔ let op we communiceren dit als waarschijnlijke oorzaak, of gerelateerd aan NOOIT ten gevolge van –
VK kan niet precies aantonen waardoor het probleem tot stand komt.
➔ Etiologie kan onbekend/ onduidelijk zijn -> vermeld dit dan.
➔ Enkel een vermoeden maar niet zeker = mogelijks gerelateerd aan
o S=> symptomen kenmerken/ bewijzen van het probleem,
Ik schrijf de PES op? Probleem gerelateerd aan etiologie gekenmerkt door symptomen
= > : verpleegkundige diagnose
Oplossing casus Janssen*
1.3.1. Soorten diagnose
Acute of feitelijke diagnose => op dat moment vastgesteld en dus dan aanwezig – het bestaat
al VK moet het enkel nog vaststellen, subjectieve en objectieve info – opgesteld met PES
Het betekent dat er daadwerkelijk sprake is van een probleem = verpleegkundige
handelingen noodzakelijk
1. Verzamelen/ structuren van gegevens
Klinisch redeneren -> kern verpleegkundig handelen
HOE?
- Info verzamelen-> info interpreteren, analyseren, verbanden zoeken -> interventies
plannen ->uitkomst evalueren en daarna hieruit leren
Wrm?
- Veiligheid patiënt + kwaliteit zorg
Klinisch redeneren cruciale basisvaardigheden!
- Observeren (continu alert en waakzaam – observatie= hele visie -> toestand, omgeving
context)
- Analyseren - probleeminzicht (wat gaat goed, wat niet, wat moeten we bereiken welke
interventies?)
- Communiceren – klinisch leiderschap = communiceren met andere zorgverleners –
proactief meedenken over mogelijke interventies – SBARR methode
1.1. Verpleegkundig proces
1) Informatie verzameling -
2) Vaststellen probleem – verpleegkundige diagnoses
o Zorgplan: PES – probleem, ethologie, symptomen
3) Formuleren doelen – doelstellingen/ resultaten
4) Uitvoeren interventies – verpleegkundige interventies
5) Evaluatie * - evaluatie van zorgresultaten
o PESDIE – probleem, ethologie, symptomen, diagnose, interventies en evaluatie
1.2. Informatieverzameling of Anamnese
o Doel? Totaalbeeld, wat vindt patiënt belangrijk,
o Hoe? Kijk naar alle factoren die er toe doen.
o Wanneer? Bij opnamen elk moment
1.2.1. Verschil verpleegkundige anamnese en medische anamnese
o Verpleegkundige: zorgbehoeften centraal – medische gegevens opleveren maar niet
doel
o Vb. zelfzorg tekort, te weinig sociaal contact.*
o Medische: ziekteprocessen en ziekteleer vb. longfibrose
1.2.2. Soorten verpleegkundige anamnese
Initiële : alles noteren – zorgbehoeften?- problemen? – wat kan de patiënt WEL?
,Hetero-anamnese: ondervragen personen dicht bij patiënt
o Wrm? * extra gegevens – bevestiging – is het normaal gedrag?
Vervolg-anamnese: extra info nodig
Specifieke anamnese: specifieke info verzamelen, doelgericht
LET OP! Bij de initiële anamnese draait het natuurlijk vooral om de patiënt maar het kan fijn zijn
om ook wat info te geven over de zorginstelling, andere bekomende info over de behandeling om
steun te bieden.
1.2.3. Anamnese: benaderingen
Afhankelijk van situatie
Directief; gesloten vragen, vragenlijst
Non-directief: meer open vragen, meer ruimte om te zeggen wat die wilt
o Waar? Zorgcentra langer verblijf
o Wrm? Goed gevoel Patiënt
Objectief: observatie zorgvrager – metingen – Feiten
- Dus let op: pijn is subjectief maar als we het meten via VAS schaal wordt dit objectief
Subjectief: niet observeerbaar – niet meetbaar – mening, gedachten, belevingen
o Pijn is subjectief, valt te objectiveren ( vas schaal)
Primair: Zorgvrager zelf – subjectief OF objectief
Secundair: anderen (naasten, andere zv) – subjectief of objectief
1.2.4. Onderdelen verpleegkundige anamnese
o Observatie : Kijken – voelen – ruiken – horen
o Belangrijk gedeelte is lichaamstaal*
o Metingen: Klinimetrie, score systeem
o Klinimetrie = objectieve metingen die je getalsmatig kunt waarderen – bewustzijn,
pols, saturatie, diurese
o Score systeem = objectieve manier bepalen hoe ernstig de situatie is = MEWS,
Nortonschaal
o Anamnesegesprek
o Bijkomend onderzoek
= INTERPRETATIE
o Interpretatie op objectieve observaties
, ▪ Wond is groen, pus, vocht = observeert werkelijke zaken en
interpreteert = infectie
o Interpretatie op subjectieve observaties
▪ Gebaseerd op eigen oordeel, gevoel, veronderstelling
Structureren van gegevens
o Systematische structureren: PAN – ABCDE methode – ICF model –
gezondheidspatronen van Gorden
o Welke? Afhankelijk : instelling – voorkeur – welke setting – aard situatie
1) Pan – Pro active nursing*
o Doel? Snel herkennen problemen, vroegtijdig handelen
o Wnr? Acute setting, bij identificatie gezondheidsrisico’s patiënt, preventief VK handelen
o Wat? Werken met klinisch redeneren
o Hoe? – via de beroepsvaardigheden van het klinisch redeneren
▪ Observeren (klinische blik) -> opmerken van veranderingen, analyse toestand,
constante observatie
▪ Analyseren (probleeminzicht): kijken wat goed verloopt, wat mogelijke risico’s
zijn
▪ Communiceren (klinisch leiderschap) – bevindingen communiceren SBAR
2) ABCDE-model
o Doel?
o Wanneer? Levensbedreigende problemen, spoed
o Wat? Geen uitgebreide anamnese wel:
o A -> airway – luchtweg vrij?
o B -> Breathing – ademhalingspatroon?
o C-> circulatie – huidskleur, bloeddruk, pols
o D->dissability - bewustzijn, reacties?
o E->exposure – huidafwijkingen verwondingen
▪ Op volgorde van belang!
3) Icf-Model – international classification of functioning disability and Health
o Wat? Holistisch model
o Hoe? Vier componenten:
o Lichaamsfuncties en structuren – fysieke en mentale
o Activiteiten – wat kan de persoon wel/niet
o Participatie – deelname maatschappij, werk, sociaal contact, hobby
o Contextfactoren – omgevingsfactoren (ondersteuning, barrière) en individuele
factoren (motivatie, opleiding leeftijd)
o Wrm?
o Functioneren van ZV breed en systematisch beoordelen
o Zorg en hersteldoelen formuleren – interdisciplinair kunnen samenwerken
o Impact ziekte inzichtelijk maken – zorgplan op maat
4) Patronen van Gorden
, o Wat? 11 gezondheidspatronen
o Doel?: integraal (lichamelijk, psychisch, sociaal, spiritueel) gestructureerd beeld van
zorgvrager krijgen
o Wanneer? Verpleegkundig anamnese, opname/ start zorg – opstellen zorgplan –
Didactische setting
o Extra: altijd verbanden tussen patronen + Ook zoals ICF Holonistisch visie
STAAT IN CARPENDITO BLZ. 784
1.3. Verpleegkundige diagnoses
Verpleegkundige diagnose -> GEEN medische diagnose
Voordelen VK en Patiënt:
o Zorg individu afstemmen – bevorderen autonomie VK – communicatie tussen VK en
zorgverleners
Medische diagnose Verpleegkundige diagnose:
o Ziekteprocessen - zorgbehoeften centraal
o Ziekteleer
- medische gegevens opleveren maar niet het doel
o Gezondheidsproblemen
- menselijke reactie op gezondheidsproblemen
*oplossing casus
Verpleegkundige diagnose via: PES model
o P => probleem
o E=> etiologie (oorzaak van het probleem) –
➔ let op we communiceren dit als waarschijnlijke oorzaak, of gerelateerd aan NOOIT ten gevolge van –
VK kan niet precies aantonen waardoor het probleem tot stand komt.
➔ Etiologie kan onbekend/ onduidelijk zijn -> vermeld dit dan.
➔ Enkel een vermoeden maar niet zeker = mogelijks gerelateerd aan
o S=> symptomen kenmerken/ bewijzen van het probleem,
Ik schrijf de PES op? Probleem gerelateerd aan etiologie gekenmerkt door symptomen
= > : verpleegkundige diagnose
Oplossing casus Janssen*
1.3.1. Soorten diagnose
Acute of feitelijke diagnose => op dat moment vastgesteld en dus dan aanwezig – het bestaat
al VK moet het enkel nog vaststellen, subjectieve en objectieve info – opgesteld met PES
Het betekent dat er daadwerkelijk sprake is van een probleem = verpleegkundige
handelingen noodzakelijk